Bombay neemt in stijl afscheid in Paradiso
Bombay houdt het voor gezien.
Bombay begon in 2008 als Bombay Show Pig met zanger/gitarist Mathias Janmaat, drummer Linda van Leeuwen en zanger Christian Kratzch. In 2012 brengt de band als duo (zonder Kratzch) debuutalbum Vulture / Provider uit en speelt daarmee over de hele wereld en op alle grote Nederlandse festivals.
In 2014 komt bassist Gijs Loots bij de band, in de herfst verschijnt de eerste nieuwe muziek onder de naam Bombay en wordt meteen bekend gemaakt dat Van Leeuwen de band verlaat wegens persoonlijke en muzikale onenigheid. Lisa Ann Jonker vervangt haar. In februari dit jaar bracht de band tweede album Show Your Teeth uit. Daarop hoorden we extreem puntige slimme en gruizige indierockliedjes waarin Mathias veel frustratie over de situatie met Linda verwerkt.
De band organiseerde gisteravond een compleet programma met bevriende en favoriete bands en meldde enkele dagen voor het optreden dat het het allerlaatste optreden voor Bombay zou zijn. Mathias heeft nieuwe muziek gemaakt die te ver afstaat van de indierock waar de band om bekend staat, zo vertelt het schrijven op Facebook. De avond onder de naam Show Your Teeth wordt dus een afscheidsfeestje. Written was aanwezig om naast Bombay onder meer Canshaker Pi en Cocaine Piss te aanschouwen.
Eut
Als één band het verdriet van het einde van Bombay ietwat kan verzachten, is het wellicht Eut. Deze jonge band uit Amsterdam heeft nog maar één single genaamd Dusty Old Me uit, maar opent de avond op indrukwekkende wijze in de bovenzaal. De liedjes hebben enorm veel weg van de catchy nummers van Bombay, alleen gebeurt er nog veel meer. Bizarre gitaarloopjes, dreunende baslijnen en elektronische drums, het kan niet op. Zangeres Megan de Klerk trekt al snel haar spijkerjasje en schoenen uit om vrijer te kunnen bewegen en de vijf koppen tonen constant een gelukzalige glimlach. Bassist/toetsenist Sergio Escoda heeft een machtige uitstraling met zijn lange haar en vintage bril en de hele band straalt een zeldzame maar terechte zelfverzekerdheid uit. De band laat horen enorm virtuoos te zijn op zijn of haar instrument en dat is meteen een kritiekpuntje: er gebeurt veel, heel veel in de liedjes. De enorme energieuitbarstingen die het stel produceert zijn, overdonderend, soms iets te. Als Eut iets meer leert doseren voorspellen we een grootste toekomst.
Concrete Knives
Dan is het tijd voor Jo Goes Hunting in de bovenzaal, maar die loopt zo snel vol dat voor ons helaas geen plek meer is.
Canshaker Pi
Door naar Canshaker Pi. Deze vier jonkies zijn allen nog geen 20, maar laten vanavond zien hoe het moet. Wat een verschil met de band die net op het hoofdpodium stond. Canshaker bracht in zijn relatief korte bestaan al twee EP’s en vorige maand een naamloze langspeler uit, geproduceerd door Stephen Malkmus, die van Pavement. Niet toevallig een groots inspiratiebron voor Canshaker Pi, naast Dinosaur Jr., Pixies en Parquet Courts. Het tweede album schijnt al bijna klaar te zijn. Zanger/gitarist Willem Smit, eerder liedjesschrijver en gitarist in Palio Superspeed Donkey toont zich een zelfverzekerd frontman, hoewel bij Canshaker eigenlijk niet van een dergelijk persoon gesproken kan worden. Naast Smit zijn bassist Ruben van Weegberg (ook Palio), drummer Nick Bolland en gitarist Boris de Klerk allemaal gasten die er zo enorm veel zin in hebben. Het publiek applaudisseert steeds harder en de eerste moshpits van de avond ontstaan tijdens geniale liedjes als het beukende JALS (ofwel Just A Little Something), het duistere What You’re Trying To Say, Bonox en Shaniqua. De liedjes zijn hard en rafelig, maar tegelijk zo enorm catchy. Smit laat gehuld in zijn met verfvlekken besmeurde joggingbroek en gekreukte shirt bovendien zien een al een volleerde slackerrocker te zijn. De Klerk laat horen humor te hebben door Engels te praten om een ,,more international” publiek aan te spreken en de moeders van de bandleden helpen de eerste stagedivers verder. Canshaker Pi weet heel goed wat het wil.
Cocaine Piss
“We are Cocaine Piss and honoured to play here”, zegt zangeres Aurélie Poppins nadat zij met haar band een eerste paar extreem korte en snelle punknummers de bovenzaal in heeft geslingerd. Een schijnwerper licht haar gezicht op, we zien haar ogen wijd opengesperd tot ver achterin de ruimte kijken, waarna een oprecht verbouwereerd en lieflijk “What a lot of people, wow!” volgt. Daarna ontstaat een heftige maar dolkomische moshpit waarin Poppins rondwandelt om iedereen die het wel of niet wil haar hoge gilstem in zijn of haar gezicht op te zetten. Ze belandt op haar knieën en klinkt en oogt manisch, tot vreugde van het geamuseerde publiek. De band uit het Belgische Luik bracht al twee albums uit, waarvan het tweede (The Dancer) geproduceerd door niemand minder dan Steve Albini. De band doet ook wel wat denken aan werk van zijn band Big Black. Mix dat met Melt-Banana en old-school punk en Cocaine Piss is daar: aanstekelijk en kneiterhard.
Bombay
Dan is het tijd voor de band waar het allemaal om draait eigenlijk vanavond. Helaas is het geluid in de grote zaal nog steeds niet om over naar huis te schrijven, maar de band lijkt het zelf niets te deren. De zaal staat bomvol en het lijkt de verlegen muzikanten stiekem wel wat te doen. Liedjes als Sea en Dolly Doesn’t Want To Face The Facts brengen echter nog maar weinig schwung in het publiek. Dan wordt drummer Tobias Ponsioen het podium opgehaald om On A Plane (2011) mee te doen en de sfeer knapt ervan op. Shackles And Chains, eveneens van het vorige album, en Gold Rush doet eindelijk de mensen wat meer bewegen. Ook Mathias en Gijs benutten meer ruimte op het podium. De pit komt laat maar dan toch. Onder meer de drummer van Canshaker Pi en journalist Tim Arets stagediven en dan volgt ook Mathias zelf. Met een brede glimlach speelt hij trots door, terwijl hij als een koning op handen wordt gedragen. “Dit was niet mijn eerste keer, dat merkten jullie wel”, is de vertederende opmerking van de frontman als hij weer met beide benen op de grond staat. Hij bedankt het label, Paradiso, alle bands en fans en zijn bandmaten, waarna Tjeerd Bomhof krijgt zijn eer krijgt als medetekstschrijver. In de toegift speelt Bomhof mee op akoestische gitaar tijdens Cynical Kids van de net uitgebrachte 7″. Het briljante Slow Motion is na nog geen uur ‘echt het laatste liedje’, de pit komt tot een kolkend hoogtepunt. De inhoud van de uitgedeelde champagneflessen spuit over de luid joelende bezwete fans en dan is het over met de pret. Een heel mooi maar afscheid dat iets langer had mogen duren.
Adolf Butler
David Douglas geeft een afsluitende electroset maar tegen die tijd zijn wij al afgedropen.
Bombay is niet meer en daar zijn we best wel rouwig om.