Stephen 'ragga' Marley
The Fruit Of Life (Revelation Pt 2)
Stephen ‘Ragga’ Marley, de in Kingston Jamaica geboren tweede oudste zoon van wijlen reggaelegende Bob en Rita Marley, is naast singer-songwriter en producent ook een multi-instrumentalist en een inmiddels erg gewaardeerd reggaeproducer. Hij brengt na een uitgebreide tour zijn vierde studioalbum Revelation Part 2: The Fruit of Life, de opvolger en het complement van het in 2012 verschenen Revelation Part 1: The Fruit of Life uit.
Grote verschil met de voorganger, die een traditionele rootsreggae geluid laat horen, is dat op dit album een rijker geluidspalet aanwezig is die duidelijk maakt hoe reggae van invloed is op andere muzikale genres, waaronder hip hop. Op zijn nieuwe album brengt hij echter een sound die veel meer dan ooit tevoren door elektronica aangedreven is.
Verwacht dus een album waarvoor Marley uitgebreid in de studio kampeerde. Dat is meteen ook een van zijn grote sterktes: de tracks zijn dan ook bijzonder goed en erg smaakvol geproduceerd. Op het album zijn maar liefst achttien nieuwe tracks te horen, inclusief een hele reeks samenwerkingen met onder meer – hou u vast – Rick Ross, Pit Bull, Damien “Jr Gong” Marley, Iggy Azalea, MC Waka Flocka, Dead Prez, Rakim, Dj Khaled, Busta Rhymes, Wyclef Jean , Shaggy, Black Thought (The Roots), Bounty Killer, Sizzla, Capleton, Ky-Mani Marley, Jo Mersa naast vele anderen. Kortom: vooral artiesten uit de dance hall en hip hop scène. Het lijkt er zelfs een beetje op of werkelijk iedereen maar al te graag geassocieerd wil worden met Stephan, wat wellicht ook in grote mate te verklaren is door diens in muziekkringen nog steeds legendarische achternaam.
De korte intro, een mix van spoken word en orchestrale soundscape, trekt omwille van zijn knappe introductie meteen de aandacht, waarna Marley geruggesteund door Junior Reid en Dead Prez zich een melodieuze weg door Babylon banen. Marley en co laven zich erg lui aan reggae en trachten zo het erfgoed van wijlen Bob te eren op het tussendoortje Revelation Party.
Veel straffer van feel is het wat militante So Unjust waarop onder meer Rakim zijn skills kan botvieren. Heerlijk poppy reggae, met duidelijke invloeden uit dance hall en hiphop. Samen zorgt dit voor een wat feestelijke sound.
Er is genoeg variatie aanwezig, dat blijkt uit onder meer Walking Away, een wat lazy track waarin good ol’ Bob ook present tekent. Een nostalgisch gevoel maakt zich meester van ons. Dit soort track zou met mits wat goede wil op een album van Lauryn Hill kunnen opduiken, zeker als naar het einde een akoestisch fragment opduikt.
De leeuw mag al eens luiden (‘Can you hear The Wailers? Bob is still the greatest’ en dergelijke meer), samen met hulp van Rick Ross en Kymani Marley. De muzikanten werken duidelijk in op het gemoed en het sentiment. The lion roars, althans ‘when she cries’. De liefde blijft nog altijd the most important topic. Er kan al eens een traan vanaf. MC Waka Flocka mag op begeleiding van diepe bassen Scars On My Feet naar een iets hoger niveau tillen. Marley slaagt erin om elke song van een eigen gezicht en persoonlijkheid te voorzien, dat blijkt onder meer uit respectievelijk het wat lichte en helaas wat slaapverwekkende Pleasure And Pain (met een klein gastrolletje voor Busta Rhymes) en Perfect Picture waarin Damian ‘Jr Gong’ Marley opduikt.
Daarmee zit de eerste helft van dit album erop. Als we even terugblikken valt op dat, ondanks de aanwezige variatie, er op dit album gewoon teveel songs op staan. Een beetje bijtrimmen had dus mogelijk geen kwaad gekund.
Gelukkig opent de tweede plaathelft met Father Of The Man, waarin naast de hulp van Wyclef Jean ook een erg fraaie sample van Nina Simone opduikt. De liefde voor muziek blijft aanwezig bij Stephen Marley. Dat bewijst hij ook met het funky dansbare Music Is Alive, een schijfje dat dj’s maar al te graag op hun platendraaiers spelen. Met So Strong, dat aangeeft dat Marley en co wel heel goed geluisterd hebben naar Curtis Mayfield, smokkelt Marley wat soul in zijn album binnen, al is het ons een raadsel welke meerwaarde de guest vocal van Shaggy oplevert.
Er staan wat tropische, verleidelijke songs op zoals Thorn Or A Rose waarmee hij zachtjes naar Paradise (los uit de pols gespeelde gitaarpop) beweegt. Het te generieke Tonight It’s A Party is het soort track dat we uit dit album zouden knippen. Nee, dan liever iets als het wat geinige Ghetto Boy waarin veel meer sfeer verborgen zit. Naar het einde toe krijgen we wat lome reggae (Rockstone, met gastbijdrage van de omstreden Sizzla). Ach, zolang er maar gedanst wordt dan zit alles goed (het clubby When She Dances, It’s Alright dat het album mooi afsluit).
Dit nieuwe album van Stephen Marley is een dubbeltje op zijn kant: enerzijds is het erg kwalitatief qua productie, alleen zijn niet alle songs even sterk. We zijn blij dat Marley zijn muzikale talenten nog steeds kwijt kan. Benieuwd naar de volgende stap in zijn carrière.