×

Recensie

Alternative

23 juli 2020

PJ Harvey

Dry Demos

Geschreven door: Leon Pouwels

Uitgebracht door: Island

Dry Demos PJ Harvey Alternative 4 PJ Harvey – Dry Demos Written in Music https://writteninmusic.com

Wat komt PJ Harvey op Pinkpop 1992 nog onschuldig over. Daar tussen al het stevige gitaargeweld en grote klinkende namen in de popgeschiedenis staat dat verlegen, ietwat schuchtere zangeresje met haar twee handenvol aan alternatieve rocknummers. Gewoontjes in een eenvoudige leren jasje gekleed, haren in een staart en grote opvallende gouden oorringen. Een gigantisch, enorm contrast met de uitdagende vamp die drie jaar later op Torhout de volle aandacht opeist. Toch is in 1992 hiervan weinig aan haar presentatie te zien. Het toekomstige podiumdier is nog gekooid en getemd.

Haar bewuste vrouwelijkheid valt echter wel al eerder op. Dry is een verrassend sterk debuut waarbij men vooral over de gewaagde hoesfoto met ontbloot bovenlichaam, en de dominante, quasi meesteres/feministische teksten valt. Zonde dat hier voornamelijk over gesproken wordt en men zich inhoudelijk minder over haar sterke plaat uitlaat. Pas later wordt dit ruimschoots goed gemaakt, en ontwikkelt ze zich als prominent rolmodel voor de nieuwe lichting seksueel bewuste vrouwelijke singer-songwriters.

Dry is een typische bovengemiddelde indieplaat. De sensualiteit is nog ver op de achtergrond weggestopt, en ondanks dat de plaat regelmatig wat lo-fi aanvoelt, is men reuze nieuwsgierig naar de basis van de tracks. Zeker nadat een aantal songs al in een kalere uitvoering in 2006 op The Peel Sessions 1991-2004 verschijnen. Nu komen al haar albums op vinyl uit met de demo’s als mooi bonus materiaal. Een geschikte reden om bij haar prachtige eersteling stil te staan en vooral daar de aandacht op te richten. De kern waarmee het verhaal rond dat kleine dametje PJ Harvey als het ware start.

Zoals verwacht ligt de nadruk vooral op het ruwe, schetsmatige gitaarspel van PJ Harvey. Hier hoor je wel al enigszins de herkenning in terug, al is die vooral op haar eigen conto te schrijven. Van haar toekomstige band is alleen Mike Paine van de partij, en die minimaliseert zijn gitaarakkoorden tot Fountain en Water. De overige sporadische hulp is beperkt tot een gastrol van cellist Tom Rickman op Dress en vocalist Stephen Allen die op Victory meezingt.

Ik kan niet ontkennen dat mijn persoonlijke aandacht direct naar het trio Oh My Lover, Dress en Sheela-Na-Gig getrokken wordt. Toch wel de drie-eenheid die gedurende de jaren tot de krachtigste tracks van Dry zijn uitgegroeid, en waarmee ze live ook de nodige spanning mee oproept. De volkomen onbekende Lisa Comer verzorgt de tweede stem op Oh My Lover, waardoor het nummer een totaal andere impact heeft. Kreeg je voorheen nog de indruk dat een mannelijke minnaar toegezongen wordt, nu ga je het toch op een totaal andere manier naar luisteren. Het mysterie rondom de geheimzinnige Polly Jean Harvey wordt hierdoor alleen maar groter.

De wanhoop van de uiteindelijke versie is misschien nog wel primitiever van opzet. Zonder de akkoorden uitbrakende krassende gitaar blijft er een zwaar dromerig geheel over, veel sneller en vrouwelijker. De samenzang is een verademing, zeker zoals de stemmen als verleidende slangen uit het hof van Eden over elkaar heen kronkelen. Polly komt in de rol van het bedrieglijke verleden stukken feller over, terwijl Lisa Comer de kinderlijke onschuld uitademt.

Dress is nou het perfecte voorbeeld van hoe een nummer zich uiteindelijk door de vele live tourervaringen alleen maar verder ontwikkelt. De smerige rocksound die zich op Dry manifesteert is niet te vergelijken met de intimiteit waaruit deze is uitgewerkt. Feit is dat de stem van Polly Jean al genoeg overtuiging brengt. Het is geweldig om te horen hoe klein het allemaal begint, door met het einde op het startpunt van Dry te belanden. De te bewandelen weg is hoekig en hobbelig, maar het geeft hierdoor zoveel extra. Helaas heeft de ondersteunende cello de uiteindelijke finishlijn niet gehaald.

Het sterke opzwepende Sheela-Na-Gig drumwerk ontbreekt nog op de demoversie, maar is vreemd genoeg niet eens zo groot gemis. Wel is de zang hier nog te schel en onvolwassen. Dat het een ruwe diamant is waaraan flink geschaafd moet worden is geen vervelende conclusie. Het blijven uiteraard beginsels waarmee Polly Jean zichzelf uitvindt en verkoopt. Wat heel erg opvalt is dat de opnames van verrassend hoog niveau zijn. Het afsluitende viertal Joe, Plants and Rags, Fountain en Water verschilt niet bijzonder veel van de uiteindelijke versies. Eigenlijk is dit min of meer een bevestiging dat het soms niet nodig is om in de studio nog veel te veranderen, herschrijven of te camoufleren.

Kwalitatief is er dus weinig op aan te merken, ook de helderheid zorgt ervoor dat het nergens echt rommelig overkomt. Het is gaaf om te ontdekken dat de rockende songs vaak van oorsprong country roots hebben. Daar ligt de ziel van Dry in verborgen. Deze componerende eigenschappen wordt vervolgens een beetje door het harde snijdende rammelende gitaarspel en de overstuurde vocale uithalen overschreeuwd. Man, als deze eerste demo al zoveel moois oplevert, dan kan je niet wachten totdat die schatkist volledig geopend wordt. Wordt vervolgd.



  1. Oh My Lover
  2. O Stella
  3. Dress
  4. Victory
  5. Happy and Bleeding
  6. Sheela-Na-Gig
  7. Hair
  8. Joe
  9. Plants and Rags
  10. Fountain
  11. Water