Mark Kozelek
Mark Kozelek

Zullen we Mark Kozelek dan maar nomineren voor de Meest Productieve Singer-Songwriter award? Kozelek schijt platen, zo lijkt het soms wel. Of het nu met zijn band Sun Kil Moon, met losse samenwerkingsverbanden (recent: Jesu, Ben Boye/Jim White) of gewoon solo is, zoals deze, telkens weer is het die olijke mensenvriend Mark Kozelek die erachter zit. Daar staat dan wel tegenover dat de resultaten in ’s mans output behoorlijk wisselvallend zijn. Sommige albums lijken enkel bedoeld om een paar die hard fans te plezieren, andere (zoals Benji) kunnen we dan weer niet hard genoeg tippen.
Hoe dan ook, wie Kozelek volgt, wéét nu eenmaal dat Mark onnavolgbaar is. Ook op zijn nieuwste album is dat het geval. Als vanouds deelt hij zijn diepste zieloerselen. Wat u daar van vindt, zal hem ongetwijfeld worst wezen. Want met het uitbrengen van dit album, zit Kozelek alweer bezig aan een van de vele opvolgers. ‘Dark Mark’ is er niet de man naar om het zich nog veel langer aan te trekken. Hij componeert, schrijft aan de lopende band songs en als er daar genoeg van zijn om een stuk of wat plaatkant mee te vullen, dan brengt hij die uit via zijn eigen label Caldo Verde Records.
Maar het moet gezegd: Kozelek weet zowaar te charmeren met dit album, ook al blijft hij zich bedienen van vrijwel dezelfde trucjes die in essentie al een hele carrière meegaan. Sobere gitaararpeggio’s? check. Neuzelende, op-randje-irritantie verkerende stem: check. Quasi-eendimensionaal parlando met teksten die eerder op het afwerken van een aankooplijstje dan een poëtische mijmering lijken? Check. Als tegengewicht voor het Neuzelende Geratel van Kozelek is er deze keer opmerkelijk vaak de aanwezigheid van een koortje. Dat wérkt prima, al maakt hij er niet altijd gebruik van.
Het meest opmerkelijke is de zachtheid van dit album, je zou het haast warm en teder kunnen noemen. Als contrast: neem er de samenwerking met Jesu of het album met Ben Boye en Jim White bij en besef: dit schuurt niet als dusdanig, dit is net een heel open en bij uitstek toegankelijk album. Waarop Kozelek – we shit you not – zowaar licht en vrolijk klinkt. En dat is ooit – jarenlang, eigenlijk – best anders geweest. Neem het werk van zijn voormalige band Red House Painters bij, dat blijven diepdonkere, intense, tot op het bot gaande prachtsongs die ook vandaag nog danig ontroeren. Maar songschrijvers evolueren nu eenmaal. Net dat bewijst Kozelek hier.
Aan de basis ligt een enkele Spaanse gitaar die hij liefdevol bespeelt. Als gitarist weet hij vanuit minimale gitaartokkels sfeervolle, ambientgerichte folksongs te puren die het verdienen om op plaat gezet te worden. Tekstueel is het een moeras aan ideeën, die soms vreemd genoeg niet altijd even steek houden. Type voorbeeld : Live In Chicago waar hij bespiegelingen over een schietpartij in een club koppelt aan de dood van Tom Petty of opener This Is My Town waarin o.a. het eten met chop sticks aan bod komt. Schijnbaar lossere observaties en details die als ware het dagboekfragmenten aan elkaar geknoopt worden. Aan die songs, net zoals The Mark Kozelek Museum (over het voortschrijden van de tijd), merk je een sterk autobiografische invalshoek. Al is die er eigenlijk altijd wel geweest.
Toegegeven: zo af en toe overschrijdt hij nog steeds vlotjes de tienminutengrens, wat ook maakt dat dit alweer een stevig aangedikte dubbelaar is. Maar goed, dat op zich is geen nieuws voor de fans. Wél belangrijk om mee te nemen is dat Kozelek hiermee een best fijn album maakt. Zeker niet perfect, daarvoor staan er net iets teveel vullers op deze soloplaat, maar al bij al is er toch ruim voldoende om de fans mee tevreden te stellen.
Mark Kozelek – Mark Kozelek (3,5/5)
This Is My Town
Live In Chicago
The Mark Kozelek Museum
My Love For You Is Undying
Weed Whacker
Sublime
Good Nostalgia
666 Post
The Banjo Song
Young Riddick Bowe
I Cried During Wall Street