×

Interview

09 mei 2012

Vinicio Capossela. Een Italiaanse musicus met een fascinatie voor de zee

Geschreven door: Rik van Boeckel

Label: La Cupa

Vinicio_Capossela-9116 kopieDe excentrieke Italiaanse singer-songwriter en pianist Vinicio Capossela brengt op 14 mei a.s een theatrale show vol poëtische teksten en bijzondere muziek naar De Melkweg. Capossela is een in Duitsland geboren Italiaan die kort na zijn geboorte naar Italië verhuisde. Zijn 14e (dubbel) album ‘Marinai, Profeti e Balene’ (Zeelui, Profeten en Walvissen) is het resultaat van zijn fascinatie voorde zee. De wonderlijke wereld van Capossela wordt bevolkt door personages uit Homerus’ Odyssee en uit de wereldzeeliteratuur. Zoals de Griekse sirenen, Moby Dick, Billie Budd, Lord Jim en bijbelfiguur Job. Met muzikale begeleiding van veel instrumentalisten, bekende musici als gitarist Marc Ribot, tango rocker Melingo, het mechanische orkest Cabo San Roque uit Barcelona en diverse koren.

WiM: Is de muziek die je maakt geworteld in de streek waar je familie vandaan komt?

Mijn familie komt uit een dorp in het zuiden van Italië, uit Calitri, gelegen tussen Napels en Foggia in de regio Campania, aan de oosterse kant. Ik ben daar vaak geweest. Als ik daar was, zong ik met de oude mannen van het dorp Italiaanse volksliedjes. Dat is een deel van mijn inspiratie. Als kind luisterde ik naar Italiaanse zangers als Renato Carosone, een zanger van voornamelijk Napolitaanse liedjes; later naar traditionele ouderwetse dansmuziek, Italiaanse bruiloftsmuziek, Italiaans Amerikaanse crooners als Louis Prima en grote Italiaanse singer-songwriters als Fabrizio De André en Mateo Salvatore, een soort Woodie Guthrie. Ook hield ik me bezig met de oude liederen van anarchisten en liederen die door soldaten in oorlogen gezongen werden. Om ervoor te zorgen dat ze niet verloren zouden gaan. Een andere muzikale inspiratiebron zijn de Italiaanse operettes en opera’s. De koren in sommige nummers zijn niet op muzikale Italiaanse tradities gebaseerd maar op Angelsaksische. Die hanteren de ernstige manier van zingen zoals in kerkkoren gebruikelijk is.

WiM: Kun je zeggen dat Marinai, Profeti e Balene een conceptalbum is?

Jazeker. En alle teksten en melodieen zijn door mij geschreven. Als ik componeer laat ik me leiden door emoties. De nummers op het album zijn een uitwerking van de realiteit. Maar de wereld is veel groter. Het is volgens mij het doel van muziek om ons het onbekende te laten voelen. Er is meer dan de realiteit. Dit album laat daarvan twee kanten zien. De ene is geïnspireerd op de legendes van Noord-Europa, op de boeken van schrijvers als Melville. Niet alleen literair maar ook muzikaal zoals de kerkkoren. De andere zijde zijn de oude mythes van het Middellandse Zeegebied, van Homerus bijvoorbeeld zoals de Odyssee. Zo is Dimmi Teresia, het tweede lied op de eerste CD geïnspireerd op een episode uit de Odyssee. Als Odysseus het dodenrijk betreedt vraagt hij zieneres Teresia hoe de reis zal verlopen. Maar de ware vraag is natuurlijk of hij het echt wil weten of niet. Het nummer is opgenomen op Kreta. Ik maakte daar opnames met de van het eiland afkomstige liraspeler Antonis ‘Psarantos’ Xylouris.

WiM: Een van mijn favorieten is La Madonna delle Conchiglie op de eerste Cd. Wat kun je over dit lied vertellen?

La Madonna delle Conchiglie is een klein standbeeld op het eiland Ischia in de Golf van Napels. Zij is de madonna van de schelpen. Het is muzikaal gezien een menuet, gespeeld met een orkest van diverse zeeschelpen. In de Odyssee woonden de Sirenen er. Maar het verhaal gaat over Santa Restituta, de beschermheilige van het eiland. Het beeld werd in zee gevonden en teruggebracht naar het eiland, het is zwart geschilderd. De dieperliggende betekenis van het beeld is de angst voor het feit ‘dat wij niets zijn en niets zullen zijn.

WiM: Twee andere liederen zijn Polpo d’Amor en Billie Budd. Waar gaan die over ?

Polpo d’amor gaat over de zee. Polpo is het Italiaanse woord voor octopus. Ik heb het vier jaar geleden al opgenomen in de VS met Calexico, voor een album van hen. Het was een instrumental waar ik de woorden bij heb geschreven, over een verliefde octopus. Billie Budd is een karakter uit een boek van Melville. Het gaat over een onschuldige jongen die wordt opgehangen. Het is gebaseerd op een tekst uit een boek van Melville, daar heb ik de muziek bij gecomponeerd, als een gevangenisblues. Live brengt ik dit als een schouwspel, ik noem mijn optredens geen concert maar een spektakel, een ‘spectaculo’. Elke show moet een belevenis zijn. Ik houd ervan het publiek angst aan te jagen om ze zich vervolgens weer veilig te laten voelen en ze omhelzend als vrienden weg te zien gaan.

WiM: Een erg mooi stuk op de 2e Cd vind ik Il Grande Leviatano. Ik heb begrepen dat dit over Moby Dick gaat. Klopt dat?

Ja. Hier weerklinken hymnes uit de kerk. In een oud boek in Hamburg vond ik een gebed dat heel metrisch is, daar heb ik de muziek bij gemaakt, heel plechtig. Het was een boek met liederen over de zee. Ik ben gefascineerd door dat soort liederen omdat ze nooit geverifieerd kunnen worden. Niemand kan bewijzen of het echt gebeurd is. Maar iemand moet de grote golven gezien hebben. Ik hoop dat deze liefde voor oude zeeverhalen, voor zaken die je niet echt kunt verklaren, nog steeds leeft in een land dat bekend staat vanwege The Flying Dutchman. Het is emotioneel voor mij om in dit land te kunnen optreden en hier te zijn. Ik voel me begrepen hier.

WiM: Je wordt ook wel de Italiaanse Tom Waits genoemd. Wat vind je daarvan?

Dat is geen juiste vergelijking net zo min als die met Goran Bregovic. Ik maak muziek die  verontrust zoals de Griekse rebetika en tango, maar niet de tango die gemaakt is om op te dansen maar de eerste primitieve tango uit Buenos Aires. En de liederen van de slaven, in feite liederen die verbonden zijn met de moeite om te leven. Leven is de bron van muziek. Belangrijk is niet alleen de moeite om te leven maar ook de vreugde en het mysterie. Je kunt niet zeggen dat ik één musicus of schrijver als inspiratie heb. Behalve Melville zijn dat bijvoorbeeld Céline en Jack Kerouac. De laatste las ik toen ik jong was, zijn werk bevat het chromosoom van de jeugd. Maar helaas is de jeugd maar één seizoen van je leven. Ik hou van mythes, die zijn niet verbonden aan één seizoen van het leven. Kerouac vergezelde me tijdens mijn jeugd, Ulysses tijdens mijn hele leven.

WiM: Ben jij dirigent of eerder regisseur van jouw orkest?

Regisseur….nee, kapitein en mijn musici beschouw ik als de bemanning.

WiM: Je gebruikt bijzondere instrumenten op de Cd. Kun je er een paar noemen?

Bijvoorbeeld een altviool uit de barok, een oosterse santur die verwant is aan de citer, de onde Marino, dat is de voorloper van de synthesizer, de theremin, een elektronisch muziekinstrument met twee antennes, de zingende zaag, het elektronisch keyboard l’ondioline genaamd en de Indonesische gamelan, die  gebruik ik in Lord Jim, ee n song naar een personage uit een boek over de Indische Oceaan. Ik hou van gamelan, gebruik samples van die muziek, gemaakt door iemand die elk jaar naar Indonesië reist om nieuwe opnames te maken. Het geeft een mysterieus tintje aan de muziek. Er spelen veel musici mee op het album, die zijn vooral thuis in de klassieke muziek. Zij treden vaak op in La Scala in Milaan. Ook live is de muziek heel rijk geschakeerd. Live kun je meer oproepen met gebaren. Mijn instrumenten zijn de piano, de gitaar en mijn lichaam dat ik gebruik als instrument.

Fotografie: Hans Speekenbrink