Nieuw album Calexico met de touch van New Orleans
De Amerikaanse band Calexico beweegt zich sinds 1997 op het muzikale snijvlak tussen Amerikaanse en Mexicaanse muziek. Op het nieuwe album Algiers hebben Joey Burns (gitaar, zang) en John Convertino (drums) daar de touch van New Orleans aan toegevoegd. Het album werd deels in een verlaten kerk in de wijk Algiers opgenomen en deels in de woonplaats van Burns en Convertino: Tucson (Wavelab Studio) deels met de vaste bezetting van Calexico. Joey Burns vertelt over het nieuwe album dat is genoemd naar de wijk waar het werd opgenomen.
WiM: Waarom hebben jullie het album deels in New Orleans opgenomen?
We vonden dat we Tucson uit moesten om 12 uur per dag bezig te zijn met opnemen, we hebben beiden gezinnen en worden dan te veel afgeleid. Craig Schumacher, onze producer, is een grote fan van New Orleans, gaat er elk jaar heen. Hij stelt ons al jaren voor er heen te gaan, nu was het de tijd ervoor. We zijn 12 dagen in New Orleans geweest. We namen op in een tot studio omgebouwde houten kerk (The Living Room). Het is aan de overkant van de Mississippi. De wijk Algiers is niet zo overstroomd tijdens Katrina. Er is weinig afleiding, het ligt buiten het toeristengebied. We hoefden ook de deur niet uit om te eten want een van de gasten die daar woonde was kok, kookte in echte New Orleans-stijl.
WiM: Wat was de invloed van New Orleans op de opnames?
Er heerst een heel andere sfeer dan in Tucson, die invloed is moeilijk uit te leggen, die is subtiel. Het is ergens mooi als je je thuis verlaat en je doet een deel van het werk op een andere plek die ook als thuis voelt. In Tucson hebben we de woestijn, in New Orleans de zee, het is een kruispunt, er was in het verleden een verbinding met Havana (Cuba) en Vera Cruz (Mexico). Muzikaal zijn het fascinerende steden, ieder heeft zijn eigen unieke stijl maar heeft ook een verbinding met elkaar. We hebben een aantal jaar terug in de Egrem studio’s met Amparo Sanchez opgenomen. De song Sinner In The Sea op Algiers weerspiegelt de verbinding tussen New Orleans en Cuba zoals die bestond tot 1959, het jaar van de Cubaanse revolutie. We hebben het in de tekst niet over een ‘broken bridge’ maar over een ‘sunken bridge’.
WiM: Schreven jullie de teksten in New Orleans?
Nee, nee, we halen onze inspiratie overal vandaan, van alle plekken waar we zijn, uit de boeken die we lezen. Immigratie is altijd een belangrijk thema geweest, we wonen zo dichtbij de Amerikaans/Mexicaanse grens, een deel van onze teksten heeft daar mee te maken. Er is dat perspectief dat je je huis verlaat, je familie maar dat je ook weer terugkomt. Daardoor heeft de muziek soms een melancholieke ondertoon; maar wel positief zoals in Hush of Puerto waarin we verwijzen naar Santo Domingo en bachata muziek. Op dit album kom je zware gevoelens tegen maar ook hoop, volharding en het gevoel dat er niets verloren is.
WiM: Hoe hebben jullie aan het album gewerkt?
Al onze albums beginnen met mijzelf op gitaar en piano en met John op drums, accordeon of vibrafoon. We maken eerst een soort muzikale schetsen als basis. Daarna zoeken we andere musici erbij. Sinds onze tweede album The Black Light (1998) hebben we deels een vaste band waarmee we werken.
WiM: Hebben jullie beiden voor Algiers geschreven?
Ja, maar ik schrijft de meeste teksten, John schreef Para en The Vanishing Mind. Ook Craig Schumacher speelt een belangrijke rol, hij kent ons al zo lang, heeft bijna al onze albums geproduceerd. Hij weet wanneer er iets magisch gebeurt. Trompettist Jacob Valenzuela schreef No Te Vayas, dat heeft een latin touch. Hij is een echte jazzmuzikant uit Tucson maar op dit album klinkt hij alsof hij uit New Orleans komt. Het idee voor dit nummer ontstond toen we terugvlogen naar Tucson. Het was bijna kerstmis, het vliegveld van New Orleans lag er verlaten bij. Ik hoorde een trompet, het leek ons een goede manier om een song met zo’n trompet te maken. Zo kom je op ideeën voor arrangementen en songs.
WiM: Wat me altijd opvalt aan de muziek van Calexico, zijn de geluidseffecten, wat kan je daarover vertellen?
Dat is het laatste deel van het opnameproces. We proberen altijd een natuurlijke organische sound te creëren, vooral met de drums. Van daaruit voegen we andere elementen toe. In de song Hush is een pedal steel moog synthesizer te horen, gespeeld door Paul Niehaus. Hoe het uiteindelijk gaat klinken, is echt Craig’s werk. Hij heeft het zo bewerkt dat het heel natuurlijk klinkt. Belangrijk was ook het feit dat de kerk waar we opnamen van hout is, dat geeft toch een heel ander geluid dan wanneer je een studio werkt die is gebouwd van steen en beton.