Matthew Halsall en de nieuw hervonden energie
De laatste keer dat we Manchester trompettist Matthew Halsall spraken was voor het verschijnen van Oneness, een overzicht van albums waarin hij zijn eerste muzikale jaren binnen de spiritual jazz, had vastgelegd. De jaren die dus de basis bleken voor zijn eerste albums Sending My Love (2008) en Colour Yes (2009). Oneness bleek een afsluiting van een periode hoewel we daar toen niet zo over spraken. Met zijn nieuwe album Salute To The Sun en een vrijwel volledig nieuwe band heeft zich de afgelopen jaren een nieuw muzikaal leven geopend. Zijn composities putten nog steeds diep uit de spiritual jazz, hebben nog steeds een ingetogen karakter, maar klinken fris en gretig en Halsalls eigen spel is ook nog eens mooier dan ooit.
We spreken Halsall via Skype in nog steeds roerige covid en lockdown tijden en als eerste complimenteer ik hem met zijn nieuwe album. ‘Dank je, hopelijk heb ik wat licht gebracht door Salute To The Sun einde van het jaar uit te brengen. Doordat we een volledig tour, die gepland stond vanaf oktober/november, moesten uitstellen heb ik nog even gedacht ook het album uit te stellen maar aangezien het laatste album (Into Forever) alweer 5 jaar geleden was (Inspirations, de samenwerking met Los Angeles soulzanger Dwight Trible, staat officieel niet op Halsalls naam ondank het feit dat hij initiator was en hij en zijn Gondwana Orchestra er als band op te horen waren, red. ) vond ik het juist wel mooi het album nu uit te brengen. Daarnaast zijn we er bijna twee jaar mee bezig geweest dus werd het ook tijd de nieuwe tracks los te laten naar het publiek. En het is een nieuwe band waar ik ontzettend trots op ben en graag wilde presenteren. Je moet soms een periode afsluiten om weer verder te kunnen en dat was Salute To The Sun dus eigenlijk ook.’
‘Er kwam uiteindelijk een moment waarop het onvermijdelijk werd nog met de oude Gondwana Orchestra. Door verhuizingen van bandleden naar Londen waar ze ook steeds meer verplichtingen kregen om met andere projecten aan de slag te gaan (Londen is duur!) werd het haast onmogelijk om optredens op een normale manier te regelen en met elkaar oefenen lukte al helemaal niet meer. We hebben alles met elkaar besproken en de beslissing genomen om na al die mooie jaren nieuwe muzikale wegen in te slaan. Ik ben met een nieuwe groep muzikanten weer helemaal opnieuw begonnen. Uit de oude Gondwana Orchestra is eigenlijk alleen bassist Gavin Barras, die door de jaren heen net als ik in Manchester bleef wonen, nog over. Met hem als solide basis erbij konden we de jonge muzikanten die we in de band trokken rustig aan klaar stomen voor de muziek die ik maak en wil blijven maken.’
‘Mooi verhaal daarbij is dat harpiste Maddie (Herbert) bij de band kwam nadat ze reeds drie jaar geleden voor haar opdracht op het conservatorium contact met me had gezocht om muziek van mij voor big band te bewerken en we dus veel contact hadden hoe ze dat zou gaan doen. Ze bleek mijn muziek, terwijl ze destijds nog maar 20 jaar was, echt goed te kennen. De perfecte persoon/muzikant dus om in mijn nieuwe band te vragen. Saxofonist/fluitist Matt Cliffe, ook nog maar 23 jaar, is afkomstig uit een band die meer in de drukke Sun Ra hoek zit en daar altijd op volle kracht mocht soleren. Binnen mijn composities moest hij behoorlijk wennen aan het feit dat alles vrij ingetogen is en zijn solo’s meer in verhouding tot de sfeer moeten zijn. Hij vindt het een geweldige uitdaging en heeft de afgelopen twee jaar een prachtige vorm gevonden. Samen met pianiste Liviu Gheorghe, drummer Alan Taylor en percussionist Jack McCarthy hebben we nu een fijne groep veelbelovende muzikanten waarvan ik veel nieuwe energie krijg. Ik noem de nieuwe band dus geen nieuwe start maar het vinden van nieuwe energie. En waar we in mijn vorige band gelijken van elkaar waren, met elkaar muzikaal opgroeiden zeg maar, kan ik nu op jonge muzikanten ook wat van wat ik over de jaren heb geleerd de afgelopen jaren overbrengen. Het is de aloude jazztraditie om jonge muzikanten in je band op te nemen, zie Miles en ook Terence (Blanchard), en ik begrijp helemaal waarom ze het doen. Jonge muzikanten zijn gretig om te leren en geconcentreerder om het beste uit hun spel te halen. Het werkt superaanstekelijk.’
‘We zitten dit jaar in een zo creatieve periode dat we eigenlijk elke keer als we samenkomen nieuwe composities opnemen’, gaat Halsall verder. ‘Op sommige avonden kunnen dat er zomaar drie zijn. Mijn inspiratie is met de studio aan huis enorm gegroeid. Ik heb mijn nieuwe huis zelfs zo ingericht dat we vanuit elke ruimte en met elke daarbij geldende akoestiek kunnen opnemen waardoor mijn hele huis een soort van studio is geworden. Omdat we nu wekelijks samen spelen zijn we als band ontzettend hecht geworden en weet iedereen, opvallend genoeg, hoe ze willen en dus ook kunnen klinken. Toen we zo’n twee jaar geleden met elkaar begonnen te spelen had ik een helder idee over wat voor album ik wilde maken om Into Forever, een meer op souljazz gedreven album met kortere songs, op te volgen. Van veel fans kreeg ik te horen dat hoe mooi die songs ook waren ze heel graag langere composities van me hoorden. Dus die opzet heb ik op Salute To The Sun doorgezet. Maar ondertussen bleven de muzikale ideeën komen. Ik kon me even niet voorstellen dat ik met deze ingetogen composities, waarbij je eigenlijk wilt dat iedereen zit en geconcentreerd raakt/in de juiste flow komt, je in een donkere Berlijnse jazzkelder vol staand publiek hetzelfde repertoire moet gaan spelen. Er ligt dus ook al een volledig wat steviger album klaar dat meer in lijn ligt van de Salute To The Sun afsluiter The Energy of Life. Net als trouwens een album dat geheel in de lijn van Into Forever ligt, die souljazzstijl ligt me dan ook geweldig. En eigenlijk ook al een nog ander album, waar ik je de volgende keer als we elkaar spreken over zal vertellen (lacht). Een echt ander album als je van me gewend bent maar dat er met deze nieuwe band als vanzelf uitrolde.’
‘Natuurlijk ben ik ook een gezegend muzikant’, vertelt hij als we het krijgen over het afgelopen jaar. ‘Omdat ik twaalf jaar geleden, eigenlijk uit nood geboren en vanwege behoud van onafhankelijkheid over mijn eigen muziek, mijn eigen label Gondwana Records startte en dat onderhand tot een volwaardig platenlabels is uitgegroeid, ben ik dit jaar goed doorgekomen. Sinds het moment dat in 2012 mijn vierde album Fletcher Moss Park onverwacht door een veel groter publiek werd opgepakt en twee jaar later When The World Was One, mijn eerste album met The Gondwana Orchestra, een nog groter succes werd. In datzelfde jaar kwam ook het tweede GoGo Penguin album V2.0 uit dat een groot wereldwijd succes werd en Gondwana Records een gevestigde naam maakte. (De band werd met dat grote succes door Blue Note gerekruteerd). Met ook band als Mammal Hands en Portico Quartet en het succes van de Poolse pianist Hania Rani op het label hebben we het de afgelopen jaren druk genoeg en wordt er ook geld verdiend. Vlak voor ons 10-jarig jubileum en het grote concert dat daarmee in de Round House in London gepaard ging, hebben we, ook vanwege chronisch tijdgebrek om ook op een normale muziek zelf met muziek bezig te kunnen zijn, een labelmanager aangenomen die veel van mijn taken heeft overgenomen en daarbij nieuwe structuren heeft opgezet’.
‘Zodoende kan ik me nu volledig op de artistieke kant van het label focussen, zoals het tekenen van nieuwe namen en welke albums wanneer uit te brengen. Een gezegende baan. Dat het label zo goed doorpakt heeft zeker met de muzikanten te maken die het label hebben versterkt maar zeker ook met het feit dat vinyl de afgelopen jaren en dit jaar al helemaal zo hard heeft doorgepakt. In 2014 brachten we met V2.0 van GoGo Penguin onze eerste vinyl uit en vlak daarna ook Fletcher Moss Park, When The World Was One en GoGo Penguins eerste album Fanfares. Ze bleken gelijk al onverwachte verkoopsuccessen. Vinyl laten oppersen en met een te grote stapel blijven zitten konden we in die eerste dagen financieel niet trekken maar al snel was 1000 a 1500 stuks bijpersen normaal. Met het succes van vinyl over de afgelopen jaren en de onverwacht grote drukte die dat bij de perserijen teweeg bracht moet je tegenwoordig al heel vroeg albumreleases gaan plannen. We zijn nu (half december 2020) al bezig met albums te laten persen die pas in april 2021 gaan uitkomen. En dan moet je ook nog eens gaan gokken hoeveel te er kunt verkopen omdat nabestellen ook al zolang duurt. Dat vinyl volledig terug van nooit echt weg geweest is mag dit jaar wel heel duidelijk geworden zijn.’
We sluiten ons gesprek af met een vooruitzicht op 2021. ‘Ik zie ontzettend uit naar het moment dat we met de nieuwe band kunnen gaan toeren. Ik weet niet of dat al begin of najaar zal zijn. Er staan in ieder geval al heel mooie optredens op de lijst. Covid heeft een enorm gat geslagen, laten we hopen dat de meest clubs waar we zouden gaan spelen er dan ook nog zijn. Daarnaast hebben we dan te maken met een aanstaande no-deal of deal Brexit, en deal waar echt nog helemaal niets van bekend is waardoor het ontzettend moeilijk wordt om tourplannen te maken. En hoe dat allemaal moet gaan gebeuren. Kunnen we straks als Britse muzikanten nog wel normaal door Europa toeren of in elk land papieren/vergunningen moeten tekenen om daar te werken. Er is nog zo weinig bekend van wat de deal, of no-deal, inhoudt dat ik er soms wel onrustig van word. Ook natuurlijk omdat we meer bands op het label hebben die van optredens afhankelijk zijn. Laten we in beide gevallen hopen op een goede afloop en dat wij met onze nieuwe energie weer vanaf het podium die aan het toegestroomde publiek kunnen doorgeven.’