×

Interview

03 juli 2024

Het onstuimige enthousiasme van Fat Dog

Geschreven door: Edwin Hofman

Label: Domino

Fat Dog werd in 2020 in het zuidoosten van Londen opgericht. De band maakte naam met een uitgelaten, opwindende mix van electro-punk, industrial, techno en rave. De zinderende liveshows van Fat Dag zijn nu al befaamd. Na een aantal puike singles, die fraai het gehele spectrum van de bands bestrijken, zal in september het debuutalbum WOOF. uitkomen. Deze maand reist de band heel Europa door. Written in Music schoof in Amsterdam aan bij zanger/gitarist Joe Love en toetsenist Chris Hughes voor een prettig van-de-hak-op-de-tak-gesprek.

WiM: Zo te zien zijn jullie overal dit jaar, het tourschema ziet er indrukwekkend uit.
Chris: Het is inderdaad indrukwekkend, ja. We kunnen een paar keer even vrij nemen. Dat pak je natuurlijk wel, als het even kan. Anders word je gek. Af en toe wil je ook in je eigen bed slapen.
Joe: Ook al is het maar voor vier uur.
Chris: We zijn al op South By Southwest geweest en we hebben optredens gehad in New York en Los Angeles. Dat ging aardig goed. New York was uitverkocht!

WiM: Nederland is ook bekend terrein geworden. Jullie stonden bijvoorbeeld al op Eurosonic.
Joe: Ja, en we hebben gespeeld in Rotterdam en in Paradiso. Nederland is altijd goed geweest. Down The Rabbit Hole was ook een mooie.
Chris: We hadden het er gisteren over hoe mooi Amsterdam is en hoe shit het eigenlijk is dat er zoveel toeristen zijn.
Joe: Het ziet er mooi uit maar de winkels lijken allemaal op toeristen gericht. Het is M&M-World.

WiM: Jullie worden vaak geassocieerd met The Windmill in Brixton, waar een aantal belangrijke bands hun eerste grote stappen zetten (o.a. Black Country, New Road en Black Midi). Zien jullie dat als een scene of is dat meer een perceptie van anderen?
Joe: We speelden daar vooral omdat de dichtstbijzijnde goede club was voor ons.
Chris: De promotor daar is heel goed. Hij laat veel bands spelen. Ook als het een shit-set is, mag je terugkomen. Hij brengt veel tijd in de kelder door met het checken van bands. Hij ziet eruit alsof hij niet veel zon ziet; hij is erg toegewijd. Dat is heel leuk. Als je daar zelf middenin zit, ziet zie je het niet als een scene, dan kijk je er toch anders tegenaan.

WiM: In september komt, na de gebruikelijke worp singles online, het album Woof. uit. Het waren vooral jij, Joe en producer James Ford (o.a. Simian Mobile Disco) die in de studio de boel aanstuurden?
Joe: James Ford én Jimmy Robertson. James heeft nogal een ‘elektronisch brein’, dat is wel goed, dat helpt wel.
Chris: Hij produceert heel veel indiebands.
Joe: James heeft de nieuwe Fontaines D.C. gedaan en The Last Dinner Party. Hij heeft ook Depeche Mode gedaan en Blur. He’s fucking killing it. Ik weet niet of we met hem kunnen blijven werken.

WiM: Opvallend: al jullie singles hebben echte video’s. Vaak zie je een of twee video’s en een paar visualizers.
Joe: We dachten destijds: we krijgen één video … Maar Domino houdt echt van video’s!
Chris: We hebben zelfs nog video’s die niet zijn uitgebracht, wil je er eentje zien? Haha. Je wilt er ook niet te veel uitbrengen, anders is het net als een spoiler in een film trailer. (Chris toont een clip van de band als karakters in een old school computerspel.)
Joe: Normaal gesproken moeten we er zelf bij zijn, maar deze video konden ze ook gemakkelijk zonder ons maken. Met foto’s van ons.

WiM: De clip van Running is een mooie en indringende video. Beginnend in zwart-wit, overgaand in kleur.
Chris: Stephen Agnew heeft dat heel goed gedaan, ja.
Joe: Ja, die clip is erg goed. Dat vond Stephen zelf ook: ‘Dit is de beste!’.
Chris: Hij zat er helemaal in! We zaten drie dagen op een eiland. Het leek wel op die film The Lighthouse. De productie crew sloeg een beetje door. Ze werkten tot in de nacht, het leek wel een koortsdroom.
Joe: Wij vluchtten naar de pub en dan wist de crew weer niet waar we waren. Kwamen ze ons weer meesleuren.
Chris: Ze lieten ons dingen doen waarvan we dachten: ‘Wat is dit?!’ Dan moet je jezelf gewoon moed indrinken. Het was nogal ‘method’.

WiM: Het opzwepende King of the Slugs is natuurlijk een track die het publiek, zeker op grote festivalweides, helemaal gek krijgt. Het zal waarschijnlijk nog lang jullie signature track blijven. Een nummer als All the Same is weer heel anders. Langzamer, een beetje jaren 80/90 EBM. En die track heeft inmiddels een remix gekregen. Jullie lijken wel een band voor remixes.
Joe: Ja, we zijn toch meer een dance band, indie dance …
Chris: All the Same is beetje een gekke remix. Remixen zijn toch vaak verschillende stukken, vaak klinkt het niet als remix van een lied, maar meer als stukjes van een lied. Vóór All the Same was er nog een remix van Lord Spikeheart.
Joe: Een Keniaanse death metal band. Die hadden we gevraagd. En ze deden het ook nog.
Chris: Het was uiteindelijk vooral de track zelf met daaronder alleen ‘Huuuuuuu!’. Haha.

WiM: I Am The King is weer van een geheel andere orde. Geen dikke beat deze keer.
Chris: Dat is vooral strijkers.
Joe: Die kwam bijna in één keer. Mooi als dat gebeurt, dat alles in tien minuten bij elkaar komt.
Chris: Het is degene die het meest in de buurt van een liedje komt.
Joe: Het is alleen niet echt een festival nummer. Als mensen een break nodig hebben …
Chris: Het is een peukenpauze-nummer.
Joe: Om eerlijk te zijn klinkt het op plaat beter dan live.
Chris: Je kunt het niet zomaar helemaal live spelen. Stel je voor om dát op het podium te hebben, met echte strijkers …

WiM: Jullie geluid staat best wel op zichzelf, al zijn er natuurlijk raakvlakken. Worden jullie met andere bands vergeleken?
Joe: Viagra Boys …
Chris: Kasabian, The KLF … Ik kan ook wel leven met namen als The Prodigy of Nine Inch Nails, kleine stukjes daarvan dan …
Joe: Little Big is ook een flinke. Op Skibidi hadden ze die geluidjes van kippen en kikkers, daar hou ik wel van.

WiM: Gooien jullie al jullie eigen ideeën en smaken in de mix of is het meer zo dat een van jullie al een opzet heeft, waarmee je werkt?
Chris: Om eerlijk te zijn, had Joe de basisideeën al klaar, voordat we überhaupt een band waren. Hij had al veel in zijn slaapkamer gedaan. Dus veel komt uit zijn brein. Live komen eigen smaken en ideeën wel een beetje terug maar we improviseren niet echt, behalve als het even slecht loopt of als er iemand ‘unplugged’ raakt. Je kunt niet zo veel aanklooien live, de beats zijn snel en strak. Je wilt het niet te veel loslaten. Je moet toch zorgen dat het snel en hard blijft. Met samples moet je ook strak blijven, ja. Je wilt toch dat specifieke vette geluid voor de menigte hebben. Als iemand dan voor zichzelf gaat spelen, dan valt het uit elkaar.

WiM: Jullie staan bekend om de heftige liveshows. In het begin hebben jullie als voorprogramma het de hoofd-act nogal eens moeilijk gemaakt.
Chris: Met Sports Team werd dat een beetje een spelletje: het publiek alvast uitputten.
Joe: Er is vaak een mentaliteit van dat je als voorprogramma het publiek een beetje moet losmaken maar niet veel meer dan dat. Maar ja, het is de eerste keer dat je in die grote zaal voor veel mensen speelt. Je wilt indruk maken. Je wilt niet de boel ‘opwarmen’, je wilt de ‘strijd aangaan’ met de andere band.
Chris: Je moet sterk zijn. Sommige mensen vinden dat niet leuk.
Joe: Mensen zijn daar best vaak pissed off over. Tourmanagers kunnen vervelend zijn. Mensen uit de bands zijn altijd aardig.

WiM: Jullie hebben inmiddels ook al grote festivals als Glastonbury en Reading & Leeds in de tas.
Joe: We speelden al vroeg in Reading want we moesten nog naar Leeds dat weekend.
Chris: Het regende toen we wij speelden dus hadden we ladingen mensen in de tent die we normaal niet gehad zouden hebben.
Joe: We hadden een regendans gedaan toen we die wolken zagen aankomen. Dan heb je ineens 1000 man in plaats van 4 man.
Chris: Op een festival moet je niet het gevoel geven dat je binnen zit met de gordijnen dicht en een hoodie op. We nemen de muziek serieus, maar als je je op het podium een beetje normaal opstelt, niet te serieus, dan denk ik dat je het publiek toch beter meekrijgt. Dan voelen ze zich beter, dansen ze, laten ze alles eerder los.
Joe: Je wilt niet uitstralen dat de wereld vooral bestaat uit pijn en duisternis. Vergeet je problemen.
Chris: Lol en goede muziek, maak er een feest van. Op het tweede album worden we misschien meer sophisticated, haha.
Joe: Dan gaan we met oogschaduw werken, dan worden we als The Cure.

WiM: Proberen jullie ook nieuwe dingen uit live, dingen die nog erg prematuur zijn?
Joe: Ja, zelfs op Glastonbury deden we een nieuwe. Het klonk misschien niet goed maar dat soort dingen wil ik wel doen. Het kan soms goed werken.
Chris: Ik speel geeneens op dat nummer. Ik ga dan maar een beetje opdrukken.
Joe: Het is een goede manier om te kijken of iets werkt en of het wat is voor de tweede plaat. Dan heb je iets meer een prikkel om wat met dat idee te gaan doen.

WiM:
Dit jaar zijn jullie veel on the road. Je zou verwachten dat er overal inspiratie kan ontstaan.
Chris: Het kunnen ook gewoon stomme grappen zijn, die in de songs komen. Veel teksten komen uit grappen binnen de band. Ideeën voor video’s komen ook vaak uit stomme grappen.
Joe: Soms kun je al een aardig brok song schrijven door gewoon naar de winkel te lopen. Simpele teksten met een beat. Of je wordt wakker met een idee.
Chris: Of in de douche. In de pub krijg ik ook vaak goede ideeën, als ik met een massa mensen zit. Dan drink ik te veel en vergeet ik het weer.
Joe: Of als je gerookt hebt: ‘Dit is het beste idee dat ik ooit gehad heb! Wat was het ook alweer?’ Ik rook eigenlijk niet meer.
Chris: Ik ook niet.

WiM: Je gaf eerder aan dat er sowieso al nieuw materiaal is dat niet op Woof. staat. Komt er eind van het jaar dan nog meer uit?
Joe: We gaan daar zeker werk van maken. Er gaat in ieder geval een kerstsingle komen.
Chris: Spannend. Wie weet kunnen we daar een heel kinderkoor voor gaan gebruiken.

WiM: Eerst verder met de tournee. Veel succes deze zomer. De volgende stop is Frankrijk toch?
Chris: Ja, Les Eurockéennes in Belfort, dat is best groot …

Fat Dog speelt deze zomer nog een keer in Nederland, op festival Into The Great Wide Open (29 augustus – 1 september).

Foto 1: Pooneh Ghana

Foto 2, 3: Holly Whitaker