Henk Hofstede over de nieuwe klassieken van Leonard Cohen
Avalanche Quartet, met in de gelederen Henk Hofstede (Nits) en Pim Kops (De Dijk), bracht onlangs hun tweede album met muziek van Leonard Cohen uit: Rainy Night House. Het kwartet speelt deze herfst door heel Nederland en houdt zo de erfenis van Cohen springlevend. Written in Music sprak met Henk Hofstede over Avalanche Quartet en natuurlijk de muziek van Leonard Cohen.
WiM: Rainy Night House is het tweede album van Avalanche Quartet. Jullie staan flink in de belangstelling met deze plaat en toeren volop.
Ja, het gaat erg goed. Er komt wonderbaarlijk veel volk op de optredens af. We spelen overal in Nederland, ook in de wat kleinere zalen en op best bijzondere locaties. Heel leuk. Inmiddels zijn er eigenlijk nauwelijks nog zalen in Nederland waar ik nog niet geweest ben.
WiM: Jullie spelen dan wel nummers van Leonard Cohen maar toch… Avalanche Quartet is geen ‘gewone coverband’.
Nee, dat hebben we ook nooit zo gezien en ook nooit zo gewild. Het was destijds eigenlijk gewoon toeval. We hebben ooit op verzoek een cd gemaakt bij het boek van die Belgische schrijver (Yesterday’s Tomorrow van Marc Hendrickx). Samen met Pim Kops van De Dijk ben ik aan de slag gegaan. Dat ging heel kleinschalig, bij Pim thuis: ‘Zullen we dát nummer doen? En dít nummer?’ Zo is dat gegroeid. Op een gegeven moment hebben we Marjolein van der Klauw (zang, gitaar) en Arwen Linnemann (bas) erbij gehaald. We waren op zich ook nog helemaal geen ‘kwartet’. Dat kwam pas na een tv-optreden bij de VPRO, bij De Besprekers, van Jan Eilander. Daar kwamen toen veel reacties op, verzoeken om optredens. De naam Avalanche Quartet komt inderdaad van een song van Leonard Cohen. De naam klopte gewoon qua beeld, qua betekenis. En Avalanche is natuurlijk ook een prachtig nummer. Cohen heeft genoeg ‘onbekende’ nummers om uit te putten. Klassieke nummers als Suzanne of Hallelujah willen we eigenlijk ‘waardig’ laten en niet ‘ontzielen’. Die ‘hits’ hebben door eerdere covers al een ander leven gekregen.
WiM: Qua instrumentarium houden jullie het ook klein.
De eerste cd hebben we bij Pim Kops opgenomen. Vaak begonnen we met mijn zang en gitaar en dat vulden we dan verder aan. We houden het akoestisch met vooral gitaar en bas, aangevuld met toetsen, accordeon en soms banjo en bouzouki.
WiM: Dat is toch anders als bij de Nits, waar je bijvoorbeeld drummer Rob Kloet achter je hebt.
Ja, dat is heel anders, zonder drums. Ik denk ook dat we met Avalanche Quartet bijna de helft zachter spelen. Met de Nits spelen we ook in ‘rockzalen’. Met het kwartet spelen we niet op ‘rockvolume’. Ik kan dit ook veel langer volhouden. Bij de Nits moet ik toch vaker even een rustpauze inlassen tussen de concerten.
WiM: Eigenlijk komt Avalanche Quartet elk jaar wel weer in beeld voor jou, tussen de Nits-tournees door.
Klopt. Ieder jaar, in de winterstop van de Nits en De Dijk, zijn er wel optredens. Soms maar een of twee, soms veel meer. Maar er is eigenlijk nooit die urgentie die je met je eigen band hebt, dat je plaat gepromoot moet worden. We hebben nu wel een album uit maar het is toch anders. Met het werk van Leonard Cohen is het eigenlijk alsof je ‘nieuwe klassieken’ speelt, maar dan klassieke werken uit de jaren zestig en zeventig. Dat is inmiddels ook bijna te beschouwen als een klassiek repertoire dat door jonge bands wordt geïnterpreteerd. En dus ook door minder jonge muzikanten als ik, die qua leeftijd alweer wat dichter op mensen als Leonard Cohen en Bob Dylan zitten!
WiM: Leonard Cohen was de afgelopen jaren weer behoorlijk succesvol. Je hebt hem onlangs ook live aan het werk gezien in Nederland (Ziggo Dome). Kan hij nog steeds ‘de tijd stilzetten’, zoals je ooit eens zei?
Het was een goed concert met ook een heel goed geluid. Toch vond ik de omstandigheden nogal ‘moeilijk’. Ik verbind hem toch meer met stiller theater. Niets ten nadele van de Ziggo Dome, maar in zo’n enorme zaal moet je de ‘snack- en bierbladencultuur’ toch proberen te vergeten. Het is wel begrijpelijk dat hij kiest voor die grote zalen. Zo kun je meer mensen bereiken en ook meer verdienen. Op zijn leeftijd is er geen tijd meer voor tien keer Carré, alhoewel hij in New York nog wel iets van die aard doet. Ik heb hem gelukkig nog wel in het Concertgebouw gezien, in de jaren zeventig.
WiM: Sommige van Cohens platen in de jaren zeventig en tachtig waren qua productie minder geslaagd.
Death of a Ladies’ Man is inderdaad afschuwelijk. Daar heeft Phil Spector maar wat aangerommeld. Op I’m Your Man heeft hij op verzoek van zijn zoon Adam synthesizers gebruikt. Dat had zijn charme maar het gaat natuurlijk toch gewoon om zijn stem en de gitaar. Cohen liet zich nogal gauw verleiden door anderen, zeg maar. Maar wie zijn wij om daar over te oordelen? Live had hij gelukkig nooit last van een slechte productie. Live had hij de juiste muzikanten en echt de ‘kleur’ die ik hem graag toedicht.
WiM: Met Avalanche Quartet lijken jullie je vooral te richten op de klassieke eerste albums van Cohen? Op zijn latere platen zong hij bovendien ook in een lager register.
Songs Of Leonard Cohen en Songs From A Room zijn natuurlijk goudmijnen. Maar we hebben ook wel recenter werk gedaan. In My Secret Life bijvoorbeeld. Dat vind ik echt een spannend nummer en dat is toch wel te vertalen door ons. Op House of Jacob (een nummer van Hofstede dat op Rainy Night House terecht kwam) zing ik ook laag, net als Cohen. Hij was ook in mijn gedachten toen ik het opnam. Het nummer heeft zich zich als het ware ‘erbij gevoegd’ op deze cd. Het gaat over het huis van mijn opa, waar mijn moeder nu nog woont. Oude huizen, oude geesten… Je kunt dit nummer verbinden met het nummer Rainy Night House op de cd. Dat is van Joni Mitchell. Toen ik dat nummer hoorde had ik het vermoeden dat zij en Leonard Cohen wel eens een relatie gehad konden hebben en dat Rainy Night House over Cohens ouderlijk huis ging. Die tekst… “You are a refugee from a wealthy family…”, dat moest wel over Cohen gaan. Via het boek I’m Your Man van Sylvie Simmons kwam ik erachter dat de scene die Mitchell bezingt ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden in het ouderlijk huis van Cohen.
WiM: Er zijn wel meer Leonard Cohen cover- en tributealbums verschenen door de jaren heen. Zitten daar werken bij die je bijzonder vindt?
Er is een live-registratie met bekende artiesten die ik heel goed vind, I’m Your Man, meen ik. Het blad Mojo heeft ook eens een cover-cd uitgebracht met songs van de eerste plaat, uitgevoerd door vrij onbekende artiesten. Die was ook héél mooi. Leonard Cohen heeft natuurlijk heel veel mensen geïnspireerd. Nick Cave is een goed voorbeeld. Cohen is eigenlijk een van de nieuwe grote helden, iemand die je niet zozeer in de media vindt maar iemand die wel heel veel muzikanten heeft beïnvloed en onder muzikanten nog steeds ‘doorwerkt’. Vooral dat laatste heeft hij heel sterk.
WiM: Leonard Cohen had al naam gemaakt als schrijver en dichter voordat hij doorbrak met zijn muziek. Spreken zijn boeken je ook aan?
Met de literaire kwaliteit van hem kom ik eigenlijk niet zo veel verder. Daar zou ik me nog meer in moeten verdiepen. Ik heb zijn boek Beautiful Losers hier wel liggen. Toch heb ik het vermoeden dat hij als schrijver en dichter wat achterblijft. Pas met zijn liedjes komt het allemaal pas echt tot zijn recht. Dat heeft natuurlijk voor een deel met zijn stem te maken. Bij Leonard Cohen is het echt alsof hij voor jou zingt en voor niemand anders. Met de gitaar erbij is het pas echt allemaal gebeurd voor Cohen.
WiM: Jullie hebben voorlopig nog flink wat optredens met Avalanche Quartet maar vanaf volgend jaar ben je vast weer druk bezig met de Nits.
Jazeker. Volgend jaar bestaan de Nits veertig jaar en gaan we hele bijzondere dingen doen.