×

Interview

20 augustus 2008

De wel zeer snelle opkomst van Jules Buckley

Geschreven door: Dick Hovenga

Label: Brownswood Recordings

Jules Buckley is nog maar 28 jaar oud maar wordt nu al gezien als een groots arrangeur en componist. In thuisland Engeland wordt hij op handen gedragen zowel door muzikanten als publiek. Hij schreef reeds arrangementen voor zulke uiteenlopende artiesten als Cinematic Orchestra en Arctic Monkeys. Het door hem opgerichte Heritage Orchestra maakte vorig jaar een fraai album op Gilles Petersons Brownswood label. Momenteel is hij, voor een periode van twee jaar, als gastdirigent en arrangeur aangetrokken door het Nederlandse Metropole Orkest om onder de vleugels van Vince Mendoza ervaring op te doen.

Na een half jaar mailen en sms-en treffen we elkaar dan eindelijk op een zonovergoten dag in de buurt van Notting Hill, Londen. Voor de lunch afgesproken in een echte Britse pub ontwaar ik hem eerst niet in de vooral door oude mannen bezette plek. Maar terwijl ik een sms aan hem stuur om te vragen of hij nog onderweg is zie ik hem ineens zitten op een luie bank die er staat. Jules is een echte Britse lad met bijpassend cool en sluik haar. Zou zo het jonge broertje van Liam Gallagher of Paul Weller kunnen zijn. Een ontzettend innemende gozer ook die graag over alles wil praten en die nog veel meer doet dan ik voor mogelijk had gehouden.

WiM: Als ik jouw CV zie vind ik het nu al zo buitenissig en je bent nog geen dertig. Hoe heb je dat geflikt?
(lacht..) Grappig dat je er zo over denkt. Ik heb eigenlijk het idee dat alles heel gelijkmatig is gegaan. Zoals je misschien weet ben ik ooit begonnen als trompettist en dan vooral binnen de jazz. Ik ben ontzettend gek op jazz en heb de trompet altijd het coolste instrument gevonden. Toen ik als jongetje mensen als Miles Davis hoorde was ik gelijk helemaal verkocht. Maar wat ik zeker ook zo cool vond waren de orkestraties van Gil Evans die zo geweldig bij het trompetwerk van Miles aansloten. Evans is zeker niet de enige die mij op den duur heeft doen besluiten om juist compositie te gaan studeren en me daar op te richten. Daar zijn mannen als David Axelrod, juist door die funky grooves, ook bepalend in geweest. Om me op componeren te richten ging eigenlijk heel natuurlijk en is ondertussen een soort van tweede natuur geworden. Ik vind het een ongelooflijke kick om songs of muziekstukken te schrijven en deze tot in de finesses uit de pluizen. Ik heb daarvoor in Londen een eerste ongelooflijk goede opstap verkregen terwijl ik aan de Guildhall School of Music in Londen studeerde. Mijn leraar daar was de vermaarde Julian Philips en die is echt een bonk inspiratie voor me geweest. Hij heeft me de fijne kneepjes geleerd van het componeren en arrangeren. Op basis van de kennis die hij me heeft gegeven begon ik te begrijpen wat een compositie goed en spannend maakt.

Jules Buckley

WiM: En hij raadde je aan naar de Verenigde Staten te gaan?
Dat ging eigenlijk anders alhoewel hij het wel een goed idee vond. Ik verkreeg bij het afstuderen bij Guildhall namelijk de Chairman’s Prize van de Corporation Of London en die bood me de kans om te gaan studeren aan de vermaarde Henry Mancini Institute in Los Angeles. Helaas is deze opleiding, vernoemd naar de beroemde componist/arrangeur, per eind 2006 gesloten omdat het financieel niet meer haalbaar was. Maar voorheen was dit een fantastische plek om samen met andere getalenteerde muzikanten een tijd lang muziek te maken. Na die ervaring bood Guildhall me een beurs voor een jaar aan om nog een periode lang met muziek schrijven bezig te kunnen zijn.

WiM: Is dat jaar aan Guildhall tevens het beginpunt van Heritage Orchestra geweest?
Dat kun je wel stellen ja. Alle muzikanten die in Heritage spelen hebben aan Guildhall gestudeerd. Ik wilde al lang een orkest gaan beginnen dat heel erg in het nu staat. Een orkest dat muzikaal een vette uitdaging aan durft te gaan. We zijn in de zomer van 2004 voor het eerst bij elkaar gekomen en het was gelijk te gek. We zijn in totaal met 45 man en speelden toen in een club, wat sowieso natuurlijk opvallend was. Sindsdien doen we optredens waar we kunnen en dan spelen we eigen composities (waarvan Jules het meeste schrijft,red.) of spelen we samen met mensen als Amon Tobin, Plaid en Cinematic Orchestra. Meestal word ik in dat soort gevallen dan gevraagd de arrangementen te schrijven.

WiM: Hoe gaat dat met zo’n groot orkest? Blijven jullie vooral in Londen spelen?
Het is natuurlijk ontzettend duur om heen en weer te reizen voor zo’n groot orkest. We bleven voorheen dus vooral in Londen ook omdat iedereen er andere banen en klussen bij heeft en zo gemakkelijk thuis kan komen. Tenzij we natuurlijk gevraagd werden om ergens te spelen. Dit najaar hebben we een zeer spannende manoeuvre uitgehaald om gewoon met het orkest op tour te gaan en 10 dagen te gaan toeren. Van te voren werd het ons natuurlijk ontzettend afgeraden qua kosten maar de optredens zijn nu op voorhand al bijna helemaal uitverkocht dus het komt goed (lacht..).

WiM: Hoe zie je de samenwerking met al die artiesten op voorhand voor je?
Dat is eigenlijk heel verschillend en hangt heel erg af van de artiest waar je mee werkt al helpt het wel dat ik tegenwoordig al wat meer dingen heb gedaan. Als orkest worden we soms gewoon ingehuurd of gevraagd om iets speciaals te komen spelen voor een festival. Het spelen van de soundtrack van Blade Runner tijdens het door Massive Attack georganiseerde Meltdown festival (**zie kader) was bijvoorbeeld zoiets geweldigs. Voor het concert van Cinematic Orchestra in de Royal Albert Hall van afgelopen jaar werd ik door Cinematic main man Jason Swinscoe gevraagd om arrangementen te schrijven. Daarnaast huurde hij ook nog een flink aantal van de muzikanten van Heritage in. Onwaarschijnlijk goed concert trouwens! Op persoonlijke titel word ik natuurlijk ook gevraagd om arrangementen te maken. Ik vind het dan heel leuk om naast zoiets als Cinematic ook Arctic Monkeys te doen.

Jules Buckley

WiM: En nu ben je dan ook officieel 2 jaar betrokken bij het Nederlandse Metropole Orkest als vaste gastdirigent.
Ik heb in het verleden al wat kleine dingen met ze gedaan maar heb nu dus een officiële aanstelling voor twee jaar gekregen. De bedoeling is dat ik heel veel spannende dingen ga doen. Ik vind het helemaal geweldig dat ik deze kans krijg en natuurlijk is Vince Mendoza (de vaste dirigent van het Metropole orkest) van onschatbare waarde voor me. Van hem kan ik zoveel leren. Hij heeft al zoveel spannends op zijn naam staan. Vooral die Joni Mitchell-albums, waarvoor hij ook een aantal Grammy’s verdiende, zijn wonderschoon en briljant in arrangementen. Daar kan ik echt ontzettend veel van leren. We hebben daarnaast allebei een andere manier van dirigeren en een orkest leiden en dat vind ik ook heel spannend om te observeren. Ik krijg heel veel kansen om te laten zien waar ik sta en dat is te gek.

WiM: Heb je speciale dingen in je hoofd die je deze komende 2 jaar met het Metropole Orkest zou willen doen?
Er is al zoveel wat ik nu alweer gedaan heb. Het optreden met Barry Hay in de Paradiso waar onze big band met hem die klassiekers speelde was te gek en het was heel leuk om als dirigent daar het publiek op te zwepen. (het optreden klonk heel wat dynamischer (lees:vetter) dan het album, red.). Daarnaast was het Meltdown optreden met Jimi Tenor helemaal te gek*. Ik heb nog zoveel op stapel staan. Nu ik in Nederland ben zou ik heel graag eens een heel groot optreden doen met de allerbeste en opvallendste zangers en zangeressen die jullie hier hebben. Dat lijkt me een te gekke ervaring. Internationaal zou ik heel graag met het IJslandse Sigur Rós willen werken. Ongelooflijk inspirerende band met prachtig gelaagde melodieën waar ik heel graag rijke arrangementen voor zou willen schrijven. Natuurlijk volledig in samenspraak met de mannen zelf. Dat lijkt me een enorme ervaring. Maar ik zou ook dolgraag eens aan de slag gaan met de prachtige arrangementen die Gil Evans voor Miles Davis heeft geschreven. Met mijn trompetverleden is dat misschien wel mijn allergrootste wens. Ben benieuwd of die ooit uit gaat komen.

WiM: Waar hoop je over een aantal jaren te zijn?
Pfff…dat is moeilijk te zeggen man! Er is momenteel zoveel wat op mijn pad komt en zoveel te geks! Als je het me na die Massive Attack-gig had gevraagd had ik gelijk gezegd dat ik de nieuwe Craig Armstrong (de man die heel veel belangrijke arrangementen voor de band uit Bristol maakte, red.) had willen worden. Op dit moment zou ik het echt even niet weten.

Blade Runner met Heritage Orchestra en Massive Attack

Afgelopen juni kreeg het uit Bristol afkomstige Massive Attack de gelegenheid om 14 dagen lang het Meltdown festival in het Southbank Centre aan de Thames te mogen organiseren. Een eervolle klus die eerder aan o.a. John Peel, Scott Walker, David Bowie, Lee Scratch Perry, Jarvis Cocker, Patti Smith en Morrissey werd uitbesteed en die immer een enerverend programma oplevert. Zowel in muziek als in andere kunstuitingen. Meltdown is een grote kunstexplosie. Massive Attack-leden Robert ‘3D’ Del Naja en Daddy G zijn sinds het begin van hun carrière dol op strijkers. Hun doorbraakhit Unfinshed Sympathy deed hun beats perfect met warme strijkers vervloeien. Met arrangeur Craig Armstrong hadden ze een warme band. Hij verzorgde vele spannende strijkarrangementen (Weather Storm) voordat hij zich met soundtracks voor de films Romeo & Julia en Moulin Rouge optimaal in de kijker speelde.

In Jules Buckley lijken ze hun nieuwe Armstrong gevonden te hebben. Hij werd, speciaal voor het festival, gevraagd hun favoriete soundtrack voor orkest te arrangeren. De originele muziek van Blade Runner, geschreven door Vangelis, werd aangescherpt en de arrangementen nog diverser in instrumenten opgesplitst. De aankondiging van het Blade Runner-concert alleen al was genoeg om alle kaarten binnen een uur te verkopen en een hype was geboren. Dinsdag 17 juni had een heerlijk lome, zonnige avond zodat iedereen die het Blade Runner-concert ging bezoeken zich van te voren nog uitgebreid alcoholisch geestelijk kon voorbereiden op dat wat zou gaan komen. In de fraaie Royal Festival Hall aangekomen bleken twee grote videoschermen reeds beelden te vertonen. Niet van de legendarische, door Ridley Scott gemaakte, film, maar van componist Vangelis, druk bezig in zijn studio aan het vervolmaken van de soundtrack. Daaronder een groot podium waarop zonder dat het publiek het echt in de gaten had de muzikanten zich achter hun instrumenten nestelden.

In de zaal was reeds sinds het binnentreden het geluid van stromend water te horen wat via een ingenieuze installatie tot stand werd gebracht en zich in een perfecte geluidsconstructie over de zaal verspreidde. Het reproduceren van de oorspronkelijk via de synthesizer voortgedreven soundtrack in warme humanere klanken had een briljante metamorfose gekregen in de handen van Buckley. De subtiliteit en magie zorgden voor een dik uur kippenvel en bewondering. De muzikanten van de Heritage Orchestra hadden er hoorbaar plezier in en haalden het allerbeste uit zichzelf. Elbow-zanger Guy Garvey had de eer om de opvallende ballade noir One More Kiss, Dear te zingen. Een zeer aangename keuze. Het concert vond een gloedvol einde met de op een Giorgio Moroder-beat gedreven Blade Runner (End Titles). Dat niet alleen het publiek zeer enthousiast was bleek nog eens bij het feestje na afloop. Echt alle belangrijke muzikanten en tv- en filmsterren waren aanwezig en waren vol lof. Jules Buckley was daarin natuurlijk de gevierde man.

Jules en Jimi

Het vierdaagse B-Oost festival is een spannende muzikale uitdaging binnen het festivalaanbod. Gestationeerd rond het Muziektheater aan het IJ in Amsterdam heeft het festival de potentie om uit te groeien tot een muzikale gebeurtenis van internationale allure. De prima programmering zit nu, na 4 edities, al op die hoogte. Een hoogtepunt van het festival was de zaterdagavond. Ons eigen Metropole Orkest speelde daarin, in twee etappes, de hoofdrol. Eerst met werk van de legendarische hiphopproducer J. Dilla en daarna met songs van de Finse alleskunner Jimi Tenor. Grootmeester Vince Mendoza was de dirigent voor beide concerten. De meeste aandacht gaat voor ons uit naar het concert van Jimi Tenor.

De Finse muzikale alleskunner Tenor werkte zo’n twee jaar geleden reeds met het Metropole Orkest. Toch klonken zijn stukken niet eerder zo ongelooflijk goed als in de handen van arrangeur Jules Buckley. Voor Tenor had hij lekker vette arrangementen gemaakt waarbij werkelijk elk instrument de kans kreeg zich optimaal in de kijker te spelen. De songs van Tenor kregen er nog meer kleur en klasse door. Tenor zelf glorieerde op synths en een door elektriciteit aangedreven windapparaat waarmee hij kekke klanken creëerde. Zijn opvallend soulfulle zang, ondersteund door twee achtergrondzangeressen, sloot daar perfect op aan. Bijzonder stoer voor Buckley om te weten dat met zijn 28 jaar, zijn arrangementen door grootmeester Mendoza tot grote hoogten worden getild.