×

Interview

12 september 2015

De eigenzinnige Afropop van Daby Touré

Geschreven door: Rik van Boeckel

Daby TouréZanger/gitarist Daby Touré uit Mauritanië treedt 22 september op in Nederland. Hij was al eerder in Nederland te horen tijdens Amsterdam World, het Dunya festival en de World Sessions. Touré werd geboren in Mauritanië, groeide op in Senegal en woont nu al jaren in Parijs. Hij heeft een geheel eigen mix van West-Afrikaanse muziek en Westerse pop gecreëerd die kan aanslaan bij een groter publiek. Zijn vader Hamidou, lid van Touré Kunda, verbood hem de muziek in te gaan omdat het een gevaarlijk en riskant beroep is. Het sterkte hem juist in zijn overtuiging dat toch te doen. En toen zijn vader hem uiteindelijk in het voorprogramma van Peter Gabriel zag optreden, was hij zeer ontroerd. Begin 2000 werd hij ingelijfd door Peter Gabriels Real World label maar omdat hij daar te veel in een keurslijf werd gedwongen, maakte hij zich los en volgde verder zijn eigen koers. Op zijn nieuwe album Amonafi integreert hij nog meer dan voorheen pop en soul in zijn Afropop style.

WiM: Je mengt Afrikaanse muziek met westerse muziek, ik weet dat je onder andere geïnspireerd door The Police. Is dit een bewuste keuze?
Ik probeer niet iets te mengen. Wat ik doe is het gevolg van het verhaal van mijn leven. Ik ben opgegroeid in verschillende culturen. Toen ik 2 jaar oud was stuurde mijn vader me naar Senegal. Mijn vader is afkomstig uit de Casamance, het zuiden van Senegal, hij werkte als dokter in Mauritanië waar hij mijn moeder leerde kennen. Ik groeide op met verschillende culturen en verschillende talen. Ik moest me daaraan aanpassen. De invloeden uit verschillende culturen hebben me allemaal iets gegeven, zelfs al was het echt moeilijk voor een jong kind om te leven zonder moeder en vader. Het was moeilijk, maar uiteindelijk gaf me het veel begrip van de wereld. Dat ons leven, onze gemeenschap niet het centrum van de wereld is. Waar je ook bent in je leven, mensen denken dat alles om hen draait. Dat is in de muziek hetzelfde, maar ik omdat ik opgeroeid ben met verschillende talen, verschillende mensen, is het voor mij heel normaal dat ik 5 talen spreek. En ik ontdekte The Police, Stevie Wonder en Bob Marley. Wat zij gemeen hebben, is dat zij zich richten op de hele wereld. En zij hebben een grote impact in Afrika. The Police en Bob Marley hebben in Afrika meer albums verkocht dan The Rolling Stones omdat ze ons raken. En dat is ook wat ik wil met mijn muziek.

WiM: Wie hebben je nog meer beïnvloed buiten The Police, Stevie Wonder en Bob Marley?
Ik hou erg van popmuziek. De muziek van Michael Jackson laat me vibreren, maakt me gelukkig. De belangrijkste invloeden wat Afrikaanse muziek betreft zijn Bembeya Jazz National, Les Ambassadeurs en Salif Keita, mijn vader luisterde daar veel naar voordat ze bekend werden in Europa. En later ook Touré Kunda en heel erg belangrijk is voor mij de traditionele muziek want die is in Afrika overal.

WiM: Hoe heb je het album opgenomen?
Al mijn albums neem ik op dezelfde manier op. Ik speel alle instrumenten zelf, behalve de blaasinstrumenten. Dat is mijn specialiteit. Het is niet omdat ik wil laten zien dat ik dat allemaal kan. Maar muzikanten vragen altijd geld, dat begrijp ik. Daarbij wil ik een bepaalde sound. En dat kan ik beter bereiken door alles zelf in te spelen: gitaar, bas, keyboard, percussie, drums. En de zang. Als muzikant moet je tegenwoordig veel instrumenten kunnen spelen. Dat is onze taak.

WiM: Heb je dat in een studio in Parijs gedaan?
Gitaar en zang neem ik nu in mijn slaapkamer op. Er is dan niemand om je heen en je kunt het doen zoals je zelf wilt. Er is geen druk. Bij het laatste album had ik te veel mensen om mij heen. Dat werkt niet voor mij. De mix heb ik in de studio gedaan met de hulp van een geluidstechnicus. Voor optredens heb ik 2 bands, een in Parijs voor Europa en een in New York voor de VS. Maar in de Melkweg zal ik solo te spelen.

WiM: Waar staat de titel van de CD Amonafi voor?
Dat betekent in het Wolof, de taal van Senegal, ‘once upon a time’ (er was eens).  Ik wil met deze song mijn visie op de geschiedenis van Afrika uitdragen. Die wordt altijd door anderen.  verteld en meestal verkeerd. Ik wil onze Afrikaanse kant van het verhaal laten horen en mensen zo verbinden met de waarheid, met het echte verhaal. We komen uiteindelijk allemaal uit Afrika. Daarom heb ik voor die titel gekozen! Ik zing het album behalve in het Wolof ook in twee andere West-Afrikaanse talen: Pular en Soninké, de taal van mijn vader. Soninko is een song in het Soninké. Het gaat over het Soninko volk dat in West-Afrika woont. Mensen, in Senegal, Guinee, Mali, Mauritanië. Soms kan je ze ook vinden in Ghana. Het is een grote gemeenschap, ze reizen over de hele wereld, er wonen velen hier in Frankrijk. Het zijn eerlijke mensen en harde werkers. Ik ben echt onder de indruk van deze mensen omdat ze nooit om iets vragen. Het is mijn eerbetoon aan hen.

WiM: Wat kun je vertellen over de volgende songs: Oma, de eerste single en Little Song, mijn favoriet.
Little Song is een liefdeslied, over man die een song heeft geschreven voor een vrouw op wie hij zo gek is dat hij niet kan slapen. Hij begrijpt niet wat er gebeurt met hem, maar hij is blij. Hij maakte een liedje voor haar om uit te leggen hoe veel hij van haar houdt.
Oma gaat over een Roemeense vrouw die buiten slaapt voor mijn huis. Het was wat we vandaag de dag zien met vluchtelingen. Ik heb dit nummer geschreven omdat zelfs in een modestad als Parijs gebeurt. En men vindt het normaal, niemand doet iets. Als niemand dit doet, zal er niets veranderen, dus begon ik te praten met haar. ‘Oma’ betekent ‘roep me’ in het Wolof. De rest van het lied is in Soninké. Soms mix ik diverse talen.

WiM: Over welke song wil je nog meer vertellen?
Khone. Die is geschreven door mijn vader Hamidou samen met Ablaye Waiga. Het komt uit een opera, gecomponeerd voor het Pan-Africal Festival in Algiers in 1969. Het gaat over ‘black power’. Over onze vrijheid na eeuwen van strijd, tegen eeuwen van slavernij. Ik heb dit nummer opgenomen omdat ik wil dat mensen in Afrika het horen. Niemand zingt dit lied meer, het is een paar keer uitgevoerd op het podium. Ik vind het belangrijk omdat we ons bewust moeten zijn van onze geschiedenis en de fakkel moeten doorgeven aan de volgende generaties.

Ik wil verder hallo zeggen tegen de mensen in Nederland die mij steunen. Mijn beste vriend is Kees van Til, een piloot uit Amsterdam. Ik wil hierbij deze man bedanken voor zijn hulp!