×

Recensie

04 mei 2014

The Dukes Of September – Live At Lincoln Center

Geschreven door: Ron de Joode

Uitgebracht door: Savoy/429 Records

The times, they’re changing zong een bekrulde troubadour jaren geleden ooit eens en inderdaad: the times, they’re changing. Ondanks al die veranderingen zijn er sommige dingen nooit veranderd. Bijvoorbeeld dat sommige artiesten composities op hun naam hebben staan, die jaren later nog steeds klinken alsof ze voor het eerst beluisterd en beleefd worden. En daarmee nog steeds een enthousiast publiek kunnen trekken.

Toen het bericht binnensijpelde dat drie van die grootheden weer eens samen op het podium kropen, was dat geen wereldnieuws, maar wel een heel goed bericht. Als The Dukes of September hadden Michael McDonald, Donald Fagen en Boz Scaggs het plan opgevat om opnieuw te doen wat ze in de 90’s al eens eerder hadden gedaan: concerten geven waarin zowel eigen nummers als covers werden gespeeld. Toen als The New York Rock & Soul Revue en blijkbaar hadden de heren hieraan prettige herinneringen overgehouden en waren slechts enkele telefoontjes nodig om weer bij elkaar te komen. Nu als The Dukes Of September. En van één van die concerten is onlangs een DVD verschenen, live opgenomen in het Lincoln Center in New York, ergens in 2012 en in Amerika op TV uitgezonden in de langlopende Great Performance reeks. Verschenen op een heel klein label en nauwelijks ondersteund door enige promotie, is deze release vooral één die bekend werd via mond-op-mond reclame.

Voor wie het trio niet kent even een stukje geschiedschrijving. Donald Fagen was 50% Steely Dan, Michael McDonald werd met Steely Dan in contact gebracht door Jeff ‘Skunk’ Baxter, die op zijn beurt weer sessiewerk verrichte op de eerste Steely Dan albums en later opdook in de Doobie Brothers. Waar hij door McDonald is binnengebracht. Boz Scaggs had niet meteen een directe link met zowel McDonald of Fagen, maar is een generatiegenoot, die bovendien actief was in hetzelfde muzikale idioom: onder meer de blue-eyed-soul, op R&B en soul gebaseerde feelgood muziek, waar ook Hall & oates deel van uitmaakte. Voor zowel Fagen, McDonald als Scaggs was 1976 een sleuteljaar: Steely Dan bracht in dat jaar The Royal Scam uit, een album dat de band definitief uit de buitenwereld verbande en de voorbode was voor het meesterwerk dat een jaar later werd uitgebracht: Aja (waar McDonald de beroemd geworden tweede stem op Peg verzorgde). Silk Degrees van Boz Scaggs zag eveneens in 1976 het levenslicht en staat nog steeds te boek als dé BS-standaard met evergreens als Lido Shuffle en natuurlijk Lowdown. En 1976 betekende het keerpunt voor The Doobie Brothers door het inlijven van Michael McDonald in de band: het in dat jaar verscheen Takin’ It To The Streets en dat album markeerde de machtsovername van Baxter en McDonald op de muziek van de Doobies, die stilaan veranderde van southern rock naar een op zwarte muziek gebaseerde sound, waar vooral McDonald verantwoordelijk voor was. Alleen al door zijn karakteristieke stemgeluid verschoot de Doobie-sound van kleur. Hetgeen door niet iedereen in dank werd aangenomen. Beter dan hoe de DB oude en nieuwe stijl klonken is te horen op de eerste twee tracks van Takin’ It To The Streets: opener Wheels of Fortune is een recht-toe-recht-aan rocker in de Doobie oude stijl, terwijl het daaropvolgende titelnummer een 180 graden andere sound liet horen: alsof er een verkeerd nummer in de tracklisting is gekropen. Beter heeft een muzikale machtsovername nooit meer geklonken. En al die essentiële nummers maken onderdeel uit van de tracklisting op deze DVD/BRD.

Dat de heren ooit eens een muzikale collaboratie met elkaar zouden aangaan, was eigenlijk helemaal niet zo vreemd: hun muziek sprak dezelfde mensen aan, de inspiratie van de afzonderlijke muzikanten werd gehaald uit dezelfde invalshoeken en bovendien waren het geen concurrenten van elkaar, maar hielden zij een muziekstroming overeind, die zich kenmerkte door een mysterieuze mix van pop, rock, soul, funk, R&B en jazz. En jaren later nog steeds iedere dag even tijdloos klinkt.

Alhoewel de release vooral gericht lijkt te zijn op de Amerikaanse markt, zijn er ook in Europa nog genoeg mensen te vinden, die van deze release snel last zullen krijgen van een heel goed humeur. En met dank aan Internet, waar dergelijke titels met nauwelijks promotie redelijk gemakkelijk te verkrijgen zijn, is het al snel een kwestie van enkele muiskliks om de DVD te kunnen bemachtigen.

Gestoken in een zeldzaam lelijke cover, die de indruk wekt van een slechte kwaliteit bootleg, wordt nu niet meteen hiermee de koopwoede gewekt. Maar wanneer de DVD in de speler wordt gestopt (Live At Lincoln Center verscheen ook op Blu Ray) is het ruim anderhalf uur lang genieten geblazen van een optreden vol soul, blues en R&B.

Mooi gefilmd, een mooie locatie en een strak spelende begeleidingsband vormt het decor voor een show die vooral in het teken staat van herkenning en nostalgie. Al bij het openingsnummer Who’s That Lady (Isley Brothers) wordt meteen stevig uitgepakt: de drie heren etaleren hun eigen unieke zangstijl, die nog steeds actueel klinkt. Hier en daar moet weliswaar enige moeite gedaan worden om de oorspronkelijke toonhoogtes te halen, want de heren zijn niet meer zo jong en frivool als pakweg dertig, veertig jaar geleden. Gelukkig krijgt het optreden nergens een Omroep Max gehalte en is het de combinatie van eigen identiteit, repertoirekeuze en spelprofessionaliteit die het optreden meer dan boeiend maken.

Danskrakers als Sweet Soul Music (Arthur Conley), Love T.K.O (Womack & Womack), You Never Can Tell (Chuck Berry) en het al eerder genoemde Who’s That Lady (Isley Brothers) worden afgewisseld met de bekendste eigen tracks (McDonald’s I Keep Forgettin’, What A Fool Believes, Takin’ It To The Streets; Scaggs Lowdown, Lido Shuffle; Steely Dan’s Kid Charlemagne, Hey Nineteen, Peg, Reelin’ In The Years en Pretzel Logic), naast enkele andere opvallende nummers die de tracklisting compleet en gevarieerd maken. Alles wat er dus gespeeld moet worden, wordt gespeeld. En alhoewel de zang soms wat geforceerd de kelen uitgeperst worden, is dit niet storend, maar hoort het gewoon erbij.

En dat er maar zo weinig ruchtbaarheid aan deze release is gegeven is onbegrijpelijk, want deze concertregistratie er een om heel vrolijk van te worden wanneer deze bemachtigd wordt. Omdat de power van de composities van de individuele leden onvergetelijk en even krachtig zijn als toen ze verschenen in de 70’s. En ondanks het feit dat de albums waar de nummers op zijn te vinden al zo vaak gedraaid zijn en er geen mainstream radiostation beluisterd kan worden zonder dat er weer een nummer van één van de heren voorbij komt, blijft het gevoel overeind als ware het ze de eerste keer voorbij kwamen.

Live At Lincoln Center is verschenen op een independent, maar dat heeft geen gevolgen voor de geluids- en beeldkwaliteit. Want die is dik in orde. De DVD/BRD-cover doet anders vermoeden, maar het concert is goed in beeld gebracht met mooie totaal en individuele shots en ook het geluid – zeker niet onbelangrijk gezien de reputatie van de heren – is dik in orde. Er is keuze op de DVD (het recensie-exemplaar) uit een 5.1. DTS, 5.1 Dolby Digital en een PCM 2.0 geluidsspoor. En ook daarmee zit het goed: een uitgebalanceerd geluid waar alle instrumenten prima tot hun recht komen. Waar het vaak gissen is naar de kwaliteit van beeld en geluid is dat hier deze DVD gelukkig voldoende aandacht aan besteed.

Conclusie: een meer dan aangename DVD, die het verdiend op meer aandacht dan de promotie tot nu toe toeliet en het zou jammer zijn dat daardoor deze unieke muzikale gebeurtenis aan de aandacht zou ontsnappen. Een must voor op zijn minst de fans van Scaggs, Fagen en McDonald. En de rest.

Tracklisting Live At Lincoln Center

  1. People Get Up and Drive Your Funky Soul
  2. Who’s That Lady
  3. I Keep Forgettin’
  4. Kid Charlemagne
  5. Lowdown
  6. Peg
  7. What A Fool Believes
  8. Miss Sun
  9. Reelin’ In The Years
  10. Hey Nineteen
  11. The Same Thing
  12. Takin’ it to the Streets
  13. Sweet Soul Music
  14. Lido Shuffle
  15. Pretzel Logic
  16. Them Changes