ULTRA2012-EINDE in Melkweg
ULTRA2012-EINDE in de Melkweg is met film, expo, discussie en diverse soorten muziek natuurlijk veel meer dan een terugblik op de experimentele muziek (Ultra) van bands als Minny Pops, Tox Modell en Mekanik Kommando. Het is een feest dat terugvoert naar het begin van de tachtiger jaren. Een feest dat nog even een dikke streep mag zetten onder de afgelopen maanden, een periode waarin er opvallend veel aandacht was voor de Nederlandse alternatieve muziek en bijbehorende kunst van de late jaren zeventig en vroege jaren tachtig. Concerten, uitvoeringen, boeken, documentaires en tijdschriftenartikelen; de Nederlandse postpunk/new wave kreeg eindelijk (weer) eens flink aandacht in de media. En de Melkweg is op 7 april natuurlijk een gepaste locatie voor het culminatiepunt van al die recente activiteiten: ULTRA2012-EINDE.
De Melkweg Galerie staat geheel in het teken van foto’s die tussen 1981 en 1988 voor het tijdschrift Vinyl werden gemaakt. Tussen iconen van diverse pluimage als Nick Cave, Ian Curtis, Jim Kerr, Cabaret Voltaire en Eurythmics, en bijna vergeten bands als Blue Murder en Palais Schaumburg, hangt bijna achteloos een foto van de Vinyl-redactie, gemaakt in 1984. Hoewel aanmerkelijk gedateerder dan het kunstzinnige beeldmateriaal elders in de galerie, is deze prent niet minder interessant. Vooral voor de vele ingewijde bezoekers van vanavond.
In de Oude Zaal draait Gijsbert Kramer de platen en loopt het langzaam vol. Als eerste verschijnen op het podium ex-Nasmak drummer Toon Bressers en elektronisch muzikant Younes Riad. Het duo haalt werk van Nasmak op eigentijdse wijze door de mangel. Wat er ritmische kracht gaat er dertig jaar later nog steeds uit van die muziek! Riad voegt met zijn Akai en joystick de nodige injecties toe. Het voordeel van een avond als vanavond is dat de bands voor een welwillend oor spelen en geen concessies hoeven te doen. Dat maakt de ervaring des te prikkelender.
Vervolgens maakt een uniek duo haar opwachting: Liesbeth Esselink en Truus de Groot. Zit Esselink dankzij haar muziek onder de naam Solex nog redelijk vers in het geheugen, Truus de Groot zal voor velen twintig, dertig jaar lang buiten beeld zijn geweest. Rond 1980 mocht ze met Nasmak, als zangeres en kraakdoosbespeelster, op de warme belangstelling van John Peel, Oor en Vinyl rekenen. Hierna ging De Groot, aanvankelijk onder de naam Plus Instruments, op een muzikale ontdekkingsreis die haar onder meer naar de Ultra-avonden in Amsterdam en naar de underground van New York bracht. New York is ook de stad die het gelegenheidsduo vanavond in de Melkweg bezingt. De meerstemmige vertolking van het gelijknamige nummer uit 1983 van Truus de Groot is een geslaagd intermezzo.
Hierna gaat het roer om en de zonnebril op. Samen met Toon Bressers en Younes Riad slingert de Groot een aantal songs de zaal in die qua sfeer terugvoeren naar de avant-gardistische, experimentele pop van begin jaren tachtig (zien en horen we daar de kraakdoos?) Toch is het meeste werk zeer recent en afkomstig van het album Truus Plus Instruments uit 2011. “Illusions…” zucht ze in de prima track met dezelfde naam, een nummer dat niet had misstaan in een set van Miss Kittin. Het drietal raakt bij tijd en wijle flink op stoom, met soms tribale drums (“make love tonight!”) of een ritme als voortdenderende trein in het hoogtepunt Crazy Train, waar De Groot ook een van haar beste vocale prestaties van de avond neerlegt.
Met de klanken van Mecano in de lucht kan de zaal, die inmiddels weer een stukje voller is gestroomd, zich opmaken voor The Tapes. Via een tweetal gedichten van stadsdichter Menno Wigman wordt het publiek opgewarmd.
En dan verschijnen The Tapes, terug op het podium, dertig jaar na hun laatste optreden optreden in Paradiso. Frontman Rolf Hermsen – het is even wennen zonder haar – trapt af: “Wij noemen onszelf The Tapes. Vraag ons niet waarom!”
De band speelt een loeistrakke set die is gezegend met een prima geluid. Naast Hermsen bevinden zich nog een aantal originele Tapes op het podium: Peter Meuris houdt de boel vanachter de drumkit bij elkaar en Dennis Duchhart speelt zijn verfijnde doch krachtige gitaarlijnen. Met drie prima gastmuzikanten (waaronder Mark Drillich van Kong) staat de ontspannen band als een huis. “Dit vond men vroeger heel leuk. Wij ook!” En zo wordt Blue Thighs uit 1980 gelanceerd.
Hermsen c.s. spelen vooral songs van Party (1980) en On A Clear Day (1981). Head First komt er bijzonder lekker uit rollen en de band deinst niet terug voor het langzame Salt Desert. Met een opvallend jong publiek op de eerste rij – waarschijnlijk de nieuwe generatie Tapes – serveren de heren bijna mathematische hoogstandjes als Stella en Strategy met af en toe een babbel van Rolf Hermsen: “Het woord nummer kan niet meer. Songs kan. Maar we hebben het liever over een werk“.
Met het multigelaagde gitaarwerk klinkt de band bij vlagen indrukwekkend en als we bij het altijd mooie Mouth Of The World zijn aanbeland, waart even de geest van Television rond. De “onvermijdelijk afsluiter” is de lange, snelle titeltrack van het debuut uit 1978: You Just Can’t Sleep.
Nadat zaal is ondergedompeld in dreigende klanken in de beste Fad Gadget-traditie worden via een bizarre performance met twee keyboardspe(e)l(st)ers en een levensgrote banaan de gangmakers achter ULTRA2012-EINDE aangekondigd: Minny Pops. “Afscheid is nooit voorbereid… U wordt ernaartoe geleid…”.
Getooid met George Clooney-masker neemt frontman en oer-Minny Pop Wally van Middendorp bezit van het podium. Een galmende versie van Kogel vormt het startschot. Met de oude bekenden Wim Dekker op toetsen en Pieter Mulder op bas staan er drie originele Minny Pops op het podium. Aangevuld met twee extra krachten waaronder Mark Ritsema (ex-Spasmodique) op gitaar. “Het is lente, tijd voor het zomers tenue”, aldus Van Middendorp, die het gevatte, soms bevreemdende middelpunt vormt van een band die behoorlijk stevig huishoudt vanavond. Tracking, uit 1982, is diep maar niet minder snijdend. Het is een van de meerdere tracks van het tweede album Sparks In A Dark Room die langskomen vanavond.
De band speelt ook een aantal nummers die destijds op Factory werden uitgebracht. Van Middendorp kondigt ze in de beste Factory-traditie aan middels hun catalogusnummer. De zaal hoort metalen gitaren in Goddess (FACT 31) en een prima versie van het dansbare Time (FAC BN 11). Het brute snarenwerk van Mulder en Ritsema in Secret Story (FACT 57) drukt Van Middendorp bijna weg. Intens, dat is de muziek regelmatig. Dat geldt zeker voor het indringende Wong uit 1982 en Een Kus, dat ooit bij Vinyl als flexi verscheen. Het blijft een indringend werkstuk, dat vanavond kracht wordt bijgezet met gastvocalen en performance.
“Als conceptartiesten zullen we geen toegiften doen”, aldus Van Middendorp zo rond kwart voor twaalf. Voor een volle zaal sluit Minny Pops even later een avond vol originele muziek en prikkelende beelden af. Het begin van het einde? Het einde van het begin? Hoe dan ook, alle energie was weer even terug.