×

Concert

14 juli 2014

NSJ ’14 dag 3. Daptone, Daptone, Daptone!!!

Geschreven door: Dick Hovenga

• fotografie door Wouter Schenk

De laatste North Sea Jazz dag van 2014 kende wederom een gevarieerd programma. Goede keuzes maken was daarin weer belangrijk. Hoogtepunt was de heerlijke Super Soulrevue die veel van de artiesten van het toonaangevende soullabel Daptone samen op het podium bracht.

In de Hudson stond aan het begin van de middag Darcy James Argue Secret Society. Een niet al te grote big band, maar wel een met een uitgebreide blazerssectie. De in 1975 in Canada geboren Argue is de oprichter, composer en director van dit orkest, dat in 2009 een eerste album uitbracht. De haast symfonische composities van Argue bevielen het publiek prima. Met een set die bestond uit een orkestsuite waarin zoveel stijlen de revue passeren dat het continu een verrassing blijft. Absoluut onvoorspelbaar. Complexe thema’s volgden elkaar op, die uitgewerkt werden naar verschillende sferen en ritmes zoals flamenco, wals, mars en swing. Het orkest voerde je mee in een muzikale achtbaan waarbij uitersten zoals de avant-garde aan de ene kant en de romantiek aan de andere kant worden opgezocht.

Ondertussen was in de grote Maaszaal de Daptone Super Soul Revue begonnen. Met achtereenvolgens Sugarman 3, Charles Bradley and his Extraordinaires, Antibalas en Sharon Jones & The Dap Kings. En wat een geweldig enerverende aangelegenheid was dat. Na 2 avonden volgepropt met jazz te zijn een zeer welkome afwisseling ook. Echt alle artiesten van het label waren in grootse vorm met Antibalas als grote verrassing daar tussenin. De band rondom Martin Penna bracht een heerlijk verslavende afrobeatset die wederom bewees dat er geen band is die de legende van Fela Kuti beter bewaakt. Hoogtepunt in de Daptone Super Soul Revue was absoluut afsluiter Sharon Jones, die wederom met heel veel passie en een ongelooflijke energie het publiek volledig inpakte. Net als het concert van afgelopen mei in Paradiso, ging er een siddering door de zaal toen ze haar ziekteverhaal van vorig jaar vertelde in de song Get Up And Get Out. Ongelooflijk dat deze vrouw eind december nog chemo kreeg en nu als een jonge godin over het podium swingt. Echt ongelooflijk! Zonder enige twijfel is la Jones de souldiva die we zo lang hebben gemist. Emotie, power, energie; echt alles komt samen in deze vrouw. In The Dap Kings heeft ze niet alleen een retestrakke maar ook de beste soulband. Zij tillen Jones naar allergrootste hoogten. Met alle Daptone muzikanten op het podium werd tenslotte met Sly Stone’s Family Affair bijzonder toepasselijk afgesloten.

Terwijl in de Hudson de legendarische bassist Dave Holland met zijn band met daarin Kevin Eubanks (gitaar), Craig Taborn (piano, Fender Rhodes); Eric Harland (drums) een wel heel erg goed optreden gaf maakte Nir Felder in de Yenisei wel erg duidelijk een van de meest belangwekkende jonge gitaristen te zijn. Hij speelde met zijn band een pracht set. Niet alleen hij maar zeker ook pianist Shai Maestro maakten grote indruk. Veel composities van Felder’s excellente album Golden Age kwamen in nog betere versies voorbij. Ook het daarop volgende optreden van trompettist Avishai Cohen was een absoluut hoogtepunt op de dag. Zijn uitstekende trio, met Nasheet Waits op drums en Yoni Zelnik op bas, was in grootse vorm en Cohen zelf maakte eens te meer duidelijk een van die jazzmuzikanten te zijn die we heel erg in de gaten moeten houden. De Yenisei had ook op de zondag weer de allerspannendste jazzprogrammering. De zaal is echter niet te doen vanwege slecht zicht en warmte (zie ook al verslagen van vrijdag en zaterdag) en dat is echt hartstikke zonde als je de lijst van alle geweldige artiesten ziet die daar optraden.

Het festival werd in de Hudson afgesloten met een slotconcert van Artist in Residence Christian McBride. Dit keer simpelweg met zijn trio, waarin de geweldige Christian Sands (piano) en Rodney Green (drums) spelen. Ze speelden een fraaie set met erg fijne interpretaties van Day By Day, Caravan en Tom Jobim’s Triste. De set werd afgesloten met het funky Who is Making Love van Johnie Taylor. Daar sprongen de vonken vanaf, vooral bij de drumsolo van Green. Na afloop wordt McBride letterlijk in de bloemetjes gezet en zit zijn taak als Artist in Residence er tot zijn eigen spijt op. Hij had nog wel drie dagen door willen gaan, zo zei hij in zijn dankwoord.