×

Concert

24 oktober 2011

Zang & dans van Tashi Lhunpo monniken in het Tropentheater

Geschreven door: Rik van Boeckel

Tashi Lhunpo MonnikenAfgelopen zaterdag vond er een heel apart optreden plaats in het Tropentheater. Het publiek was niet eens zozeer getuige van een optreden, was eerder deelgenoot aan een heilig Tibetaans boeddhistisch ritueel met foto’s van de Dalai Lama en Pänchen Lama op de achtergrond. Door de Chinese bezetting van Tibet hebben de monniken van het Tashi Lhunpo klooster noodgedwongen hun land verlaten. Zij verblijven nu al jaren als ballingen in het Zuid-Indiase Karnataka. Daar houden zij de tradities van het Tibetaanse boeddhisme in ere. Na hun vertrek uit Tibet besloten zij de wereld kennis te laten maken met hun unieke erfgoed, met hun traditionele maskerdansen, meditatieve gezangen en mantra’s.

De verschillende dansen, processies en gezongen meditaties werden in keurig Engels ingeleid door hun Engelse begeleidster Jane Rasch. Zoals de Sha-ma (rendier-en buffeldans) en de Dur Dak, een dans over de sterfelijkheid van alle wezens die plaatsvindt op het kerkhof. “Als je eronder ligt, ben je allemaal hetzelfde, hoe belangrijk of invloedrijk je bent geweest tijdens je leven,” is de boodschap. De prachtige dodenmaskers accentueerden dit. De ritmische meditatieve zang Kunrik (‘All Knowing’) was voor de pauze muzikaal gezien het sterkt. Het instrumentarium was sowieso heel apart zoals de diverse hoorns: de Dung-Chen (een lange hoorn- en een andere die is vervaardigd van het bot van een mens: de Choed Khang-Ling), traditionele drums, bekkens van diverse grootte (groot: Rol-Mo; klein: Ting-Shak) en bellen (Drilbu). De dansen zijn neergeschreven door een hoofdmonnik, afgeleid van Shambhala, een mythisch land dat rond 1100 voor ’t eerst werd beschreven in de Tibetaanse literatuur en deel uitmaakt van de Tibetaanse boeddhistische canon.

Regelmatig zaten de monniken tijdens de meditatieve zang voor op het podium, soms in stilte, dan weer zingend of spelend op de instrumenten. De muziek was ingetogen, bij de dans ritmisch traag, er werd gespeeld op de Nga, een staande drum in de vorm van een gong die met een lange kromme stok werd bespeeld door een monnik die tegelijkertijd twee bekkens tegen elkaar sloeg. De Tibetaanse zang heeft ook verwantschap met de boventoonzang zoals die de laatste jaren in het Westen bekend is geworden door Hanggai (Buiten Mongolië) en door de Tuva zang van onder andere Huun Huur Tu. Na de pauze volgden diverse dansen zoals de Sha Nak (Black Hat Dance), een dans waarmee negatieve energieën worden verdreven. Het is een dans die tijdens Nieuwjaar wordt uitgevoerd, het is van de bekendste dansen in Tibet. Hier droegen de monniken kleurrijke feestelijke kleding en prachtige brede hoofddeksels met een puntige bovenkant vol Tibetaanse ornamenten. En wat het publiek ook kon zien maar niet letterlijk wist te volgen, was een debat tussen de monniken zoals dat in het klooster plaatsvindt. “Wat het publiek heeft gezien, is zoals het er werkelijk aan toegaat in het Tashi Lhunpo Klooster,” vertelde Jane Rasch me na afloop. “We hebben er geen professionele show van gemaakt.” Gelukkig maar, zou ik zeggen, want nu kon publiek getuige zijn van een uniek en levend aspect van de traditionele Tibetaanse cultuur. Lees meer over Tashi Lhunpo op tashilhunpo.org. De prachtige foto’s zijn gemaakt door Georgina Cranston.