×

Concert

13 december 2012

Jan Akkerman meets Andy Summers

Geschreven door: Edwin Hofman

In de tweede week van december tiert de elektrische gitaar welig in Amsterdam. Het festival Amsterdam Electric Guitar Heaven dompelt de stad onder in gitaarklanken. Zonder enige beperking: rock, jazz, metal, wereld, experiment en klassiek; alles komt aan bod.

Het Muziekgebouw is op 12 december de belichaming van die ruimdenkende benadering. Onder het motto “het samenbrengen van podium-eigen muziek en podium-oneigen muziek” betreden zowel het Ensemble Klang als gitaargrootheden Jan Akkerman en Andy Summers het podium.

Ensemble Klang mag het eerste uur van de avond voor zijn rekening nemen. Klang is een bijzonder kamermuziekensemble met een geluid dat raakvlakken heeft met alternatieve pop/rock. Voor het stuk Chaoids vanYannis Kyriakides treden drie muzikanten aan, aangevoerd door Pete Harden, die de oorspronkelijke vioolpartij bewerkte voor zijn gitaar. Saxofoon en percussie creëren samen met de gitaar een hectische trance. Pulserende muziek die je niet loslaat en die een boeiende opening van een bijzondere muziekavond vormt.

Hierna gaat het roer om en neemt Klang, in een andere podiumbezetting, het publiek mee naar de film Fitzcarraldo van Werner Herzog uit 1982 over een Europeaan die in de jungle van Peru een operagebouw wil neerzetten. Wat volgt op het podium is een hallucinerende reis over de Amazone, opgebouwd uit repeterende, in elkaar grijpende flarden van Enrico Caruso. De meer dan 100 jaar oude geluidsfragmenten van de Italiaanse tenor en de minimale gitaarklanken van Pete Harden worden gekleurd door samples en keyboardklanken. De tegen het einde door Klang gehanteerde ‘percussie-instrumenten’ lijken rechtstreeks uit het regenwoud te komen.

Voor een deel van het publiek – dat waarschijnlijk alleen voor Summers en Akkerman kwam – ligt het bezwerende minimalisme te zwaar op de maag. Lege stoelen her en der is het gevolg.

Na de pauze is het podium voor twee oudere meesters. Onder luid gejuich betreden Andy Summers en Jan Akkerman, ieder goed voor bijna een halve eeuw muziekgeschiedenis, het podium. Akkerman – beschermheer van Amsterdam Electric Guitar Heaven – vertelt dat hij en Summers ooit, helemaal aan het begin van de jaren zeventig, in Londen samen speelden. Dat was voordat beide heren wereldberoemd werden. Het samenzijn van vanavond is dus de eerste keer in ruim veertig jaar. Na wat korte repetities, maar vooral op routine en ervaring, moet het duo toch wel een uurtje kunnen vlammen.

Andy SummersDat lukt ook prima. De opener van het optreden is Streetwalker, volgens Akkerman over ‘een vrouw die zich liggend staande houdt’. Er zijn vervelendere manieren denkbaar om af te trappen. De weelderige fusiontrack van Akkermans bekende titelloze plaat uit 1977 gaat er prima in en de heren soleren om en om, vakkundig en warm. Hierna volgen meer jazzy stukken waarbij Summers en Akkerman ieder hun eigen stijl in de strijd gooien; Summers wat zweveriger en ruimtelijker, Akkerman wat scherper en dwingender. Het getuigt allemaal van een schat aan ervaring en techniek al wordt het pas écht verrassend bij Useless Alien. Hier komt het duo, dankzij een batterij aan effecten, in de buurt van hetgeen Ensemble Klang eerder liet horen: experimentele klanken die uiteenlopen van psychedelisch en verheven naar machinaal en confronterend.

De heren mogen zich nog kort vergrijpen aan elkaars klassiekers Every Breath You Take en Hocus Pocus. Eerstgenoemde start wat kitscherig – Summers is de solist – maar ontpopt zich tot iets moois naarmate het origineel los wordt gelaten. Bij de Focus-klassieker beperkt Summers zich tot de hoofdakkoorden. Een luchtig blok voordat men begint aan de finale die uitmondt in Manhã de Carnaval, de populaire Braziliaanse song uit 1959. Summers en Akkerman maken er een prachtige finale van. Een waardige afsluiting van een uurtje lekker spelen op hoog niveau.

Ensemble KlangDe avond is nog niet voorbij want we hebben nog de première tegoed van Electric/Brass van composer in residence Klas Torstensson. Voor degenen die alleen Akkerman en Summers wilden horen hét moment om de zaal weer vroegtijdig te verlaten. De meerderheid die achterblijft – gelukkig maar – wordt getrakteerd op vijf gitaristen op het podium, vijf trompetten op het ene balkon en vijf trombones op het andere balkon. Tien dynamische minuten volgen waarbij de gitaren zich inhouden en het koper indrukwekkend schalt; als twee groepen vogels boven de hoofden van de bezoekers.

Hoewel het verband tussen Klang en de heren Summers en Akkerman slechts sporadisch viel te leggen, kon de ruimdenkende muziekliefhebber zich laven aan een gedurfd aanbod van spannende, compromisloze muziek. Vergeleken met Ensemble Klang bracht het wereldberoemde gelegenheidsduo natuurlijk vrij gangbare stukken, al werd het publiek ook door Summers en Akkerman bij vlagen nog even uitgedaagd. Op die momenten viel er een rode draad door de avond heen te ontwaren, op de andere momenten was het gewoon lekker luisteren naar twee zestigers die het publiek om de oren sloegen met heerlijk gevarieerd, hoogstaand gitaarspel.