×

Concert

13 februari 2023

IJslandse Gyða Valtýsdóttir laat Doornroosje smelten

Geschreven door: Leon Pouwels

Label: DiaMond

In stemmig licht betreedt een spookachtige in witte jurk gehulde langharige tengere verschijning het podium. Gyða Valtýsdóttir, want daar heb ik het over, hangt haar cello met een eenvoudig rood koord om, en betovert de bezoekers in de kleine paarse zaal van Doornroosje met haar indrukwekkende performance. Je wordt verliefd op haar voorzichtige warme stemgeluid, je wordt verliefd op de wijze waarop haar ranke vingers het kolossale instrument liefkozend beminnen, je wordt verliefd op het vriendelijke schuchtere verzoek of de lichten na het verplichte praatje tussendoor weer mogen doven, ja, je wordt zelfs verliefd op de manier waarop ze de band, geluidstechnicus, lichttechnicus en zelfs het restaurant om de hoek bedankt. Na een paar minuten ben je al om, dit belooft een bijzondere avond te worden.

Samen met haar zus Kristín Anna heeft ze er al een indrukwekkende carrière in de IJslandse indie elektronica band Múm opzitten, als ze in 2016 haar Epicycle debuutplaat uitbrengt. Solo komt haar geschoolde spel hoe dan ook beter tot zijn recht, en wordt ze niet door een overvloed aan experimentele elektronica overspoeld. Niet dat ze nu alleen het podium betreedt, integendeel. Haar begeleidingsband bestaat uit een viertal ras muzikanten. Bert Cools speelt gitaar en synthesizer en ruilt zijn gitaar halverwege eenmalig met de bas van Úlfur Hansson om. De veelzijdige Indrė Jurgelevičiūtė verzorgt de tweede stem, bespeelt de Kanklės (een snaarinstrument wat enigszins op de sitar lijkt, maar waaruit ook hemelse harpklanken tevoorschijn komen) en de (dwars)fluit en Julian Sartorius is als drummer actief, al is percussionist in zijn subtiele manier van spelen een meer treffende benaming. Ook hier betreft het allemaal beleefde, vriendelijk verlegen persoonlijkheden, die met verstillende gesloten blik, van hun gedeelde liefde voor de muziek genieten.

Gyða Valtýsdóttir is er voor lange tijd van overtuigd dat haar kracht vooral in die klassieke geschooldheid schuilt. Op Epicycle ligt de nadruk nog op het voorzichtig laagje na laagje opbouwend inkleuren van de albumtracks. Gelukkig benut ze hierop al voorzichtig van haar hemels stemgeluid, waarmee ze Keltische folk met de IJslandse landschap beleving inmengt en een traditioneel huwelijk tussen twee culturen in de eeuwigheid verbindt. Het blijkt dat het allemaal zo treffend in elkaar overloopt. Epicycle II sluit hier perfect op aan, is net wat groter van opzet, en maakt meer van de elektronica gebruik. Twee prachtige duisterschemerige wapenfeiten waarvan vanavond ook de nodige stukken passeren. De nadruk ligt echter toch op het drie jaar geleden verschenen Ox. Voor de zaalbezoekers maakt het weinig uit, het is zo fijn als deze muisstil het gebeuren op het podium volgen. Zo hoort het dus ook, al wordt dat helaas vaak tijdens optredens vergeten.

Vanavond is dat dus niet het geval. Sterker nog, zelfs het applaus tussendoor wordt aarzelend ingezet. Het respect om de muzikanten niet uit hun concentratie te brengen. Het respect voor de breekbare frontvrouw die tussendoor vermeld dat dit de laatste van een vierdaagse concertreeks is en dat er daarna van haar kant ook een stilte valt. Ja, en dan wordt je als concertganger ook klein en stil. Het blijft niet alleen zonde dat niet meerderen van een optreden van Gyða Valtýsdóttir kunnen genieten. Het is een groot gemis dat zich geen andere podiums aandienen. Doornroosje heeft het geluk om zo’n prachtige muzikant binnen te halen, Gyða Valtýsdóttir heeft het geluk dat Doornroosje haar deze mogelijkheid biedt. Zo werkt het eenmaal, een coöperatieve interactie met wederzijds winstbelang. En dan deel je dit gevoel als publiek zijnde, zeker als Gyda Valtysdottir zelfs nieuw werk laat horen. Allemaal prachtig, allemaal veelbelovend.

De nadruk ligt dus overduidelijk op Ox, waarmee ze de haar thuisland verlaat en het overzeese mondiale succes opzoekt. Haar zachte stemgeluid krijgt een theatrale wending, waardoor het allemaal net wat groter en universeler uitpakt. Regelmatig legt ze vanavond de beschermende cello aan de kant, waardoor ze zich kwetsbaar, naakt en open opstelt. Al heeft het zeker wat hoe ze als een gecontroleerde geliefde haar instrument liefkozend de rust gunt, om deze bij een volgende track er weer volledig bij te betrekken. Gyða Valtýsdóttir gaat in haar eigen dansbeleving op, voorzichtig beweegt ze zich voort en ontwaakt net voordat ze in trance raakt. Ze kronkelt om je heen, ze verleidt je met haar sensuele spoken word performance waarbij ze de hiphop als basis neemt. Als een hedendaagse sirene lokt ze hard rakend bijna beangstigend het publiek in haar web, klaar om die laatste stap tot overgave te bekrachtigen.

Het getuigt nogmaals dat Gyða Valtýsdóttir zeker niet wereldvreemd in een hutje in de kou, afgesloten van de maatschappij aan haar nummers werkt. Die voorliefde voor de triphop komt vanavond ook volledig tot het recht. Natuurlijk kan ze zich niet met de grootheden in dit genre meten, maar wat geeft dit. Het benadrukt de veelzijdige vernieuwingsdrang en ze komt er hoe dan ook prima mee weg. Maar dat is het nadeel van iemand die dit stuk leest. Hoe goed ik ook probeer om het gevoel over te brengen, het is niet te vergelijken met de live beleving. Je moet er bij zijn geweest om het te kunnen ervaren. Ik ben slechts de boodschapper, niet de uitvoerende artiest.