×

Concert

11 mei 2012

Hugh Cornwell in Paradiso

Geschreven door: Edwin Hofman

Beneden in Paradiso is het dankzij de Golden Earring vol, boven in de kleine zaal moet Hugh Cornwell, tot 1990 frontman van The Stranglers, het met beduidend minder mensen stellen. Even na tienen springt de pezige zanger/gitarist het podium op, gevolgd door een jeugdige bassiste en een doorgewinterde drummer. Onverstoorbaar stemt hij eerst uitgebreid zijn gitaar.

Hugh CornwellCornwell trapt af met de stampende titeltrack van zijn komende album Totem And Taboo (naar een boek van Freud). Hierna neemt hij even de tijd om te klagen over de matige verlichting op het podium. “Stop playing silly bugger with the light!” Krijgen we nog een staaltje punkattitude vanaf het podium? Dat valt wel mee want Cornwell is verder goedgeluimd.

Hoewel de inmiddels 62-jarige Cornwell een flinke reeks solo-albums heeft gemaakt wordt zijn latere werk natuurlijk overschaduwd door de erfenis die hij met The Stranglers naliet. Cornwell is realistisch genoeg om dat te onderkennen en hij wisselt zijn solo-werk dan ook slim af met Stranglers-krakers. Als eerste is daar Straighten Out, van de ep uit 1977. Die valt goed bij het publiek, waarvan een flink deel de punktijd als tiener of twintiger zal hebben meegemaakt.

Cornwell compenseert het ontbreken van toetsen ruimschoots met zijn door een Vox-versterker aangedreven gitaar. Met veel hoge tonen, flange en reverb attaqueert hij de zaal zodat een oude favoriet als Bear Cage flink wat extra vuurkracht krijgt. Cornwell mag hierbij ook niet klagen over zijn ritmetandem die keer op keer een lekkere stevige bodem neerlegt. Toch hoop je stiekem dat er ooit nog een live-reünie met baslegende Jean-Jacques Burnel komt. Wat een waanzinnig geluid moet dat kunnen opleveren.

Het  gratis te downloaden album Hooverdam uit 2008 komt een aantal keer voorbij. Philip K. Ridiculous, gestut op lekkere harde, droge drums die vanavond wel vaker domineren, valt prima. Ook het melodieuzere Delightful Nightmare valt goed. Wat dat betreft had Cornwell zich geen beter publiek kunnen wensen. De zaal is inmiddels ook een stuk voller gestroomd. Kennelijk is de Golden Earring klaar en profiteren een flink aantal oude rockers nog even van dit buitenkansje.

Terug naar 1977 met Hanging Around, van het befaamde Rattus Norvegicus. Het publiek reageert enthousiast. Meer van dat! “Peaches! I Feel Like A Wog!” Cornwell is geamuseerd maar zegt droog: “Peaches are out of season… and if you feel like a wog… well… you should…”

Hugh Cornwell_In plaats daarvan krijgt de zaal Love Me Slender, een nieuwe track. Cornwell is echter de welwillendheid zelve en trakteert Paradiso op Sweden (van Black And White uit 1978). Dat ook het nieuwere werk kan knallen bewijst het passend getitelde Banging On The Same Old Beat van het eerder aangehaalde Hooverdam.

De sfeer is goed in de kleine zaal,  buiten was het al warm en klam, binnen gaan we ook die kant op. Het publiek schreeuwt naar beste punktradities lekker lomp om favorieten. Cornwell overlegt even en komt terug met drie klassiekers: No More Heroes, Golden Brown en Always The Sun. Hoewel het niet meevalt om als trio het rijke geluid van de laatste twee songs te evenaren, gaan deze juwelen uit de jaren tachtig er prima in.

Na het concert springt Cornwell achter de merchandise-stand om eigenhandig zijn fans van cd’s, shirts én handtekeningen te voorzien. Een sympathieke actie van deze punk- en popveteraan die op het podium nog steeds flink weet te vlammen.