×

Concert

22 januari 2012

Echo & The Bunnymen soeverein in Paradiso

Geschreven door: Edwin Hofman

Buiten is het winderig en guur. De sfeer in het volle Paradiso is bijna sereen: de gebrandschilderde ramen boven het podium stralen en gregoriaans gezang weerklinkt. Echo & The Bunnymen is terug. Niet met een nieuw album. Nee, vanavond gaan we dertig jaar terug in de tijd. Terug naar de eerste twee albums van de legendarische band uit Liverpool: Crocodiles (1980) en Heaven Up Here (1981). De indringende muziek van Echo & The Bunnymen uit die jaren sloot aan bij de donkere new wave die opgeld deed in Europa maar kende onmiskenbare psychedelische elementen waardoor de band zich al snel wist te onderscheiden. Sfeerrijke foto’s van de bandleden in de natuur hielpen mee aan de beeldvorming rondom de groep.

Echo & The Bunnymen trad begin jaren tachtig regelmatig op in een militaire camouflage-setting en de netten op het podium van Paradiso verwijzen ondubbelzinnig naar de eerste tournees van de groep. Het kerkelijk gezang sterft weg, het podium is rokerig en donker en we ontwaren de silhouetten van de band. Zoals te verwachten is Going Up het eerste nummer. Hoewel relatief beheerst, blijkt de muziek krachtiger dan verwacht, niet in het minst door het goede geluid. Het zou weleens een mooie avond kunnen worden.

Gitarist Will Sergeant eist al snel een belangrijke rol op. Geconcentreerd en toegewijd legt hij de ene na de andere mooie partij neer, gebruikmakend van een ruim assortiment aan gitaren. Hij verschuilt zich niet achter distortion en powerakkoorden maar tilt de muziek met zijn verfijnde spel naar hogere sferen. Zanger Ian McCulloch is die andere overgebleven pilaar in het muzikale monument Echo & The Bunnymen. Hij blijft de gehele avond in duisternis gehuld. Zijn silhouet oogt verwilderd maar de stem is er nog steeds: krachtig en gloedvol. McCulloch kan het zich permitteren om de gehele avond geen enkele spot op zich gericht te hebben.

De zes man op het podium grijpen het publiek, dat natuurlijk voor een groot deel uit veertigplussers bestaat, meer en meer bij de lurven. Het geluid is mooi, de muziek krachtig. Een flink aantal nummers krijgen vanavond een bijna ultieme live-vertolking. Echo & The Bunnymen trad regelmatig op na de reünie van 1997 maar de band klinkt vanavond zo overtuigend dat het woord ‘verzadiging’ direct begraven kan worden.

Het debuutalbum Crocodiles komt in zijn geheel voorbij. De stroboscoop en de stevige drums maken van All That Jazz een hoogtepunt. De band speelt zoals verwacht weer een mooie versie van Rescue en vermengt het altijd boeiende Villiers Terrace met Roadhouse Blues van The Doors. Het publiek wordt steeds enthousiaster en het heftige titelnummer Crocodiles gooit olie op het vuur. Happy Death Men mag later de eerste set van de avond op indringende wijze afsluiten.

Kerkklokken kondigen een minuut of tien later de terugkeer van de Bunnymen aan. Het is tijd voor Heaven Up Here, de spannende plaat die de reputatie van de band in 1981 verder kracht bijzette. De band komt geladen terug en stijgt tot grote hoogten. Show Of Strength, All My Colours (Zimbo) en A Promise blijven erg mooi, maar Over The Wall is een onverbiddelijk hoogtepunt; dreigend en zinderend. Hier spreken de instrumenten vol overtuiging, in een drama vol dynamiek.

De laatste tracks van Heaven Up Here komen niet aan bod. Waarom, dat is onduidelijk want het publiek was er ongetwijfeld in meegegaan. Zodoende blijft men verstoken van een mooie song als Turquoise Days. De toegiften zijn voorspelbaar maar daarom niet minder welkom en genietbaar: The Killing Moon, The Cutter en – als tweede toegift – Nothing Lasts Forever en Lips Like Sugar, de laatste in een uitgerekte versie. Hoewel de spanning in de zaal inmiddels wat is verminderd, blijft de sfeer uitstekend. De vier toegiften laten horen dat Echo & The Bunnymen een flink aantal klasse-singles heeft uitgebracht, ook na 1981. Songs met een eigen geluid en een bij vlagen betoverende sfeer.

Het was vanavond natuurlijk de muziek uit de beginjaren van de band die heerste. Primitieve kracht en muzikale verfijning. Gebundeld tot het unieke geluid van Echo & The Bunnymen.