Misha Mengelberg – herinneringen, gedachten
Misha Mengelberg (5 juni 1935, Kiev – 3 maart 2017, Amsterdam) – Misha crossed the river. His soul and spirit are now wandering on another level. Lots of echoes and memmmmmories…
De realiteit is dat de realiteit vaak niet is wat ze schijnt of pretendeert te zijn.
Misha Mengelberg had een speciale gemoedsrust en was onverschrokken. Hij had een gave op zijn eigen wereld te focussen en bovendien anderen open ermee te confronteren en op een verwarrende en niet bindende manier erin te betrekken – als voorwaarde voor daadwerkelijk vonkende (ver)bindingen.
Hij kende de productieve lading van het paradoxale en wist de bal aan het rollen te krijgen. In die zin is hij steeds een veroorzakende kracht geweest, nooit een duwende forcerende of trekkende motor. Wat hij deed kon door de manier waarop hij het deed niet even in een la weggezet worden om daar te rusten of bewonderd te worden. Het ging om de wisselwerking van wat iets was of niet (meer) was, kon zijn of worden of toch maar beter kon ophouden te zijn. Hij had een goed gevoel ervoor hoe het spel te spelen en de nodige vasthoudendheid om uiteindelijk dingen te laten gebeuren en te laten ontstaan. Zo zette hij dingen en mensen en dingen in beweging, stuurde hij krachtvelden aan, veroorzaakte hij wisselwerkingen.
Echter, dingen die als (absurde) gimmicks beschouwd werden en nog steeds worden, maakten rondom zin ook al pasten ze niet in gebruikelijke en geldige schema’s. Een steeds weer aangehaald voorbeeld zijn de rollen van papegaai Eeko en poes Pief. Op het label van ICP brachten Misha Mengelberg en Han Bennink 1974 een live bootleg van Eric Dolphy met de titel Epistrophy op LP uit (ICP 15). Het is een opname van een concert met Dolphy, Mengelberg, Bennink en bassist Schols – in Eindhoven. Het is de bezetting van het legendarische Last Date album. Op de voorkant staan de 18 minuten van de vertolking van het Monk-stuk, op de achterkant vindt zich een track van twee minuten met de vocale kunsten van Mengelbergs papegaai Eeko. Dolphy pleegde regelmatig met vogels te spelen, naar ze te luisteren en er iets van op te steken. De kombinatie past dus prima en maakt zin. Verwonderlijk is eigenlijk alleen dat het nog niet gesampeld of ge-remixed is.
Hij was een man van de lichtheid en het voorbijgaande, een lichtheid en vluchtigheid die op langere termijn onuitwisbare kostbare sedimenten nalaat.
Hij had gedecideerde standpunten en ideeën over hoe (de) muziek moest klinken maar in plaats van solitaire constructie zette hij in op toe-val en erop te vertrekken vanuit “no idea” (ook de titel van een album van hem). Hij speelde zijn eigen spel met deze tegenstelling en andere tegenstellingen met steeds onvoorspelbare uitkomst.
QU: So you’re open to anything that comes in…
MM: Yes… I love all kinds of incidents. A dog that wants to play the piano… whatever
(MM in een interview met Dan Warburton, april 1996)
Wel met een uitkomst die een componist solitair aan de schrijftafel niet kan bedenken of noteren en die het qua spanning en levendigheid meestal niet met elkaar kunnen opnemen. Het ging daarom compositorisch op een hoger plan te geraken en de spanning van het ontstaan in het moment – in en door het spel – erin te hebben en te houden. Onderwijl kon hij als een kind plezier scheppen in eenvoudige kleine mooie dingen en het dierenleven. Bij alles hoorde ook de vogelachtige houding waarin hij aan de piano placht te zitten. Het was een houding die hij volhield en cultiveerde.
Zijn spel met de toeval was in zekere zin tegenovergesteld aan dat van John Cage. Terwijl Cage kaders aanbracht om het toevalgebeuren voor de luisteraars te laten werken, ondermijnde Misha kaders constant waardoor ze opvielen en omvielen … en geen verkeerde vastigheid meer boden.
Hij maakte er kunst van zonder er een kunstding van te maken, juist de bodem daarvoor blijvend aan het wankelen te brengen en te houden. Het was bij hem een diep in zijn karakter gewortelde houding. Hij naam muziek serieus door ze niet TE serieus te nemen. Zo heeft hij op zijn weg – als sediment – een hele reeks wonderschone stukken geschapen die zichzelf zullen blijven zingen en door zullen blijven klinken.
De reacties op zijn dood wijzen erop dat Misha bij veel verschillende mensen een snaar raakt(e). Zijn speciale manier met de realiteit om te gaan en vrijheid te creëren
deed en doet iets met mensen van uiteenlopende pluimage. Hij was en blijft uniek, niet te vervangen.
Misha has crossed the river. His soul and spirit is now wandering on another level. And there are lots of echoes, rich and appealing memmmmmmmories and precious sediments.
Monk
Pianist Thelonius Sphere Monk (1917-1982) was – naast pianist Herbie Nichols (1919-1963) – een ankerpunt en leermeester voor Mengelberg.
QU: How did you meet him?
MM: (…) I met Monk after a concert he played. I went to a place where local musicians played sometimes… There was Thelonious Monk dribbling in the neighbourhood of the bar, having his kind of cocktail… one quarter of gin, one quarter of whisky I think, one quarter of Coca Cola, and one quarter of Crème de Cacao… unbelievable! And he swallowed it just like that… I asked him to come and sit at my table. I was there with my wife. We tried to have some kind of conversation with him, but that was not easy at all, because what he did was, he listened to what I said and said to my wife what I just said… Then my wife said something back, and Thelonious said what my wife said, to me.
QU: Like an interpreter…
MM: That was the game.
QU: It was a game… you felt he was playing a game?
MM: I felt it was, yes, a game. That’s what he does with the music also.
(MM in een interview met Dan Warburton, april 1996)
En er is een vervolg op het spel waarin Mengelberg de bal terugspeelt.
QU: And that was a big influence on you, in some way.
MM: I think, yes, he was one of my teachers. I analyzed his stuff very thoroughly in those years, the Fifties. The themes, or the solos… Everything. The whole phenomenon. So the conversation game was added to that. I played a piece for him that I thought was one of his best pieces, and he said he had forgotten it. Never heard of it. “Criss Cross.” Never heard of it. So I said: “I’ll play it to you… you’ll recognize it.” I could play it almost exactly as he had played it.
QU: In the same way as he did with your conversation?
MM: Yes! (Laughs.) That was my revenge…
QU: What did he say at the end?
MM: He remembered it! (Laughs.) Yeah, yeah, he remembered it. And next year he came back to play another concert with this same group, that I now found dull, and they played “Criss Cross…” but there was something missing in the piece. There is a bridge in the piece that is originally eight bars, but he cut off the last two bars… I think he couldn’t play them anymore. There are some pianistic difficulties you know… I think it was the start of his group fading out. So he played an incomplete “Criss Cross” for the occasion. I told him after the concert. “Where did you put those two bars?” (Sings the two missing bars.) Those two bars, they are very well-constructed, and they more or less give an exposé of the whole piece, because I define the piece as a kind of study of making motives longer and then shorter. (MM in een interview met Dan Warburton, april 1996)
Concerten
Misha Mengelberg heeft in verschillende bezettingen en met het ICP talloze concerten gespeeld. Hier een paar persoonlijke herinneringen uit de laatste jaren.
Juli 2007
In 2007 speelde Misha Mengelberg met zijn Amerikaans trio met bassist Greg Cohen en drummer Ben Perowsky op het Northsea Jazz Festival in Rotterdam. Zowel Cohen als Perovsky hebben een stevige voet in de rockmuziek. Bij Cohen was er de verbintenis met Tom Waits, bij Perowsky met Joan as a Policewoman en met Bebel Gilberto. En ja, ze speelden veel Bossa Nova. Mishas touch en timing waren meesterlijk, hartverwarmend. Na het concert had ik een langer gesprek in de trein terug naar Amsterdam. Het ging vooral erover hoe je sluipenderwijs gecorrumpeerd kunt worden als je niet oppast.
https://www.youtube.com/watch?v=FEmPEn1eK6Y
Rond dezelfde tijd heb ik een radioprogramma over jazz en Oude Muziek rond Monteverdi en andere componisten uit deze periode samengesteld. Op een gegeven moment zocht ik naar een verbindend stuk en vond het – toen tot mijn verrassing – op het album The Root of The Problem (1997, Hat Hut). Mengelberg speelt hier met Michel Godard, Thomas Heberer, Steve Potts en Achim Kremer.
QU: In your Paris concert recently there were parts which were very Bach…
MM: (Taken aback) Bach?
QU: Baroque-like melodic lines…
MM: I would be more interested in Scarlatti than in Bach. Bach makes everything heavy. He made some very light and entertaining music, for sure… but that’s not the general atmosphere of the Suites, or whatever you hear… Things like that become heavy. With Scarlatti, who has the same bag of tricks, it all becomes light, somehow, and doesn’t press down on you. I like that concept more than the other one.(MM in een interview met Dan Warburton, april 1996)
Februari 2010
In 2010 speelde Misha Mengelberg solo in de pianolab.Amsterdam serie waar ik bij betrokken was. In het gesprek vooraf met hem ging erover hoe het is om met jezelf in duo te spelen … Dat ging hij vervolgens in praktijk brengen door zichzelf op stem te begeleiden en daarna zijn kleinkinderen in het publiek erbij te betrekken. Onderwijl trokken wel interessante muzikale passage langs. Juist door deze verstrooiing is het mij waarschijnlijk zo goed bijgebleven.
Over zichzelf als pianist zei Misha Mengelberg dit:
QU: As a pianist you’re more minimal.
MM: I’m nothing as a pianist. I’m not a pianist at all, but I play the piano. It’s my vehicle to play. I’m absolutely unfit to play a horn, or anything else. I play what I think is needed there, to play. So it can be exotic or exuberant, or it can be harsh, minimizing the material. It depends.
Maart 2011
In 2011 kwam het in het kader van Sticks&Keys mini-festival van Dimitar Bodurov tot een duo-treffen tussen Misha Mengelberg en Tyshawn Sorey. Het bewoog tussen het niets en raadselachtige gestes wat de spanning enorm liet oplopen, kwestie van timing en ‘zuwarten’, werd tussendoor een oefening in musical gazing. Het was even delicaat als constant in gevaar in het triviale niets te belanden. Het loste uiteindelijk op in pure magie en werd een ultiem momentum moment dat zijn (diepe) sporen bij de toeschouwers en luisteraars achterliet.
December 2013
Het laatste concert dat ik met hem zag, was eind 2013 in december met “zijn” ICP, Instant Composer Pool. In een afwisseling van alleen en samen spelend zat hij in zijn typische gedoken houding aan de piano. Op een gegeven moment stond hij blij op en liep hij lachend richting orkest naar het midden van het Bimhuis-podium – een ontroerend moment versterkt door de timing: het was nog niet afgelopen. Nu was de verbazing zichtbaar aan zijn kant. Violiste Mary Oliver complimenteerde hem terug naar de piano waar hij braaf en nederig plaats nam en zijn spel hervatte. Ik hoor hem nóg spelen.
Fotos ©FoBo_