Royal Republic
Lovecop
Het Zweedse Royal Republic gooit de nodige rock clichés in de betonmolen en mengt deze met een hoog New wave of British heavy metal gehalte, catchy koortjes, funky riffs en aanstekelijke disco deuntjes. Alles waar de gemiddelde muziekliefhebber zich normaal aan stoort komt hier samen. Bij een band als Royal Republic accepteer je dit, omdat ze in alles geloofwaardig blijven en gewoon erg overtuigend spelen. Tussen al die flauwekul is genoeg ruimte voor echte liedjes, en stiekem is het bij deze geoliede band vooral genieten. Maakte de band voorheen nog snoeiharde hardcore punk, tegenwoordig staat de melodieuze verfijning centraal en zijn ze nog het beste met de landgenoten van Ghost te vergelijken, al is Royal Republic net wat toegankelijker.
Je moet het maar durven om direct na sensuele slaapkamer saxofoonpartijen genadeloos naar harde therapeutische metal screams en Iron Maiden gitaar synthesizer solo’s over te schakelen. Dit alles onder het genot van een funkende elektropop discobeat. Zanger Adam Grahn is een ras entertainer, een showman pur sang. Hij croont, is rechtstreeks, daagt uit, maar draagt vooral in My House de liefde voor de muziek uit. Hij voelt zich op het podium op zijn gemak, dit is zijn thuis, zijn Hotel California, zijn Highway to Hell. Een gastheer die niet de verantwoording voor de consequenties met zich meesleurt. Je bent dus gewaarschuwd.
Met de potige Lovecop rockballad zoekt Royal Republic de grens van het verdraagzaamheid op. Juist in het MeToo tijdperk verheerlijkt Adam Grahn de machtpositie als muzikant, opent hij de deuren voor groupies. Er zijn nog genoeg vrouwen die voor dit soort foute mannen vallen, het blijft een essentieel onderdeel van die aantrekkelijke rocksterrendroom, al is het een goed teken dat men dit tegenwoordig kritisch afweegt. Met het mysterieuze zwoele Electra liefdesliedje verschuiven ze de aandacht naar de eighties postpunk. Het absurde Sha – La – La – Lady is een vreemd funkend driehoeksrelatie nummer, waarin moeder en dochter centraal staan. De melancholische Lazerlove powerpop benadrukt de magnetische afstotingskracht tussen man en vrouw. Afhankelijk van elkaar zijn, maar samen geen ruimte kunnen delen.
Wow! Wow! Wow! is de keerzijde van het succes. Het live fast die young principe. Maar wat gebeurt er als je die fase overleeft en uitgerangeerd de rest van het bestaan kleine zaaltjes moet vullen. Je bent een parodie op een schaduw welke de muur wil ontvluchten, een gezichtsbedrog, een illusie. Treiterende koortjes eigenen zich het refrein toe en geven Royal Republic een trap na, dit is ook rock and roll. Het is slecht om een voorbeeld te noemen, maar met die cross-over omlijsting ligt de vergelijking met het Amerikaanse Extreme er wel heel dik bovenop. Freakshow is de gekte met dikke lagen make-up, getoupeerde haren en een strakke legging. We trapten er allemaal in, hoe stoerder hoe vrouwelijker.
Vervolgens wordt het stukken luchtiger. Boots is een ritmisch uptempo dansfeestje waarbij drummer Per Andreasson alle mogelijkheden aangrijpt om zich uit te leven. Het reactiverende Love Somebody is tevens een aanzet om in beweging te komen, stilstand leidt immers tot stagnatie. Hier worden de rock and roll dooddoeners wel uit de kast getrokken, Royal Republic komt er in ieder geval goed mee weg. Die verspilde tijd kan je echter niet inhalen, Ain’t Got Time bevestigt dit alleen maar. Lovecop is zo fout als een hedendaagse Zweedse Songfestival inzending, een feest der herkenning. Niet vreemd dat dit Scandinavische land daar het beste scoort en de meeste winnaarstitels op hun naam hebben staan. Lovecop belichaamt de veelzijdigheid van Royal Republic anno 2024, en daar valt niks op af te dingen.