Paramore
This Is Why
Paramore. Wie heeft hen daar zo onzalig tegen hun glazen hoes gekwakt? Ze komen uit Tennessee en bedrijven al sinds 2005 met zekere regelmaat pop-/rockpunk en emocore. Laat de geeuw en nee, loop nog niet weg. Al is het gekende trio al een heel tijdje zijn frisse kinderschoenen uit, ook in de huidige jaren is het beslist niet bij de pakken gebleven.
Met altijd van een flinke dosis adrenaline voorziene songs voelt het zich zelfs in een donker tijdvak als 2023 nog als een vis in het water. Vandaar dit onvoorspelbaar behendig zesde album vol dampende artpunk. Of noem het omwille van zijn overvloed aan gedreven ritmes evengoed spetterende postpunk. Met naast flink wat van die verwachte doortastendheid ook een portie ingetogenheid in de nieuwe tracklist geïnjecteerd.
Inhoudelijk zingt en reflecteert Paramore heel ernstig over de rauwe afgronden die ze nu zien, de labiliteit in een door een pandemie hevig naschokkende wereld, het verbitterd ontwaken in een wereld vol machtige ‘bad guys’, ze hebben gezouten meningen over politieke, sociale en raciale onrust, en, niet in het minst, over de blijvende aantasting van het vrouwelijke zelfbeschikkingsrecht, als daar zijn, de intrekking van de al diep verworven abortuswet.
Het explosieve titelnummer en eerste single This Is Why, dat al dansend op de rand van de wereldvulkaan het album bitter opent is al onmiddellijk een absoluut koninginnenstuk, met fraaie baslijn en springerigheid à la David Byrne. In tweede single The News – verontwaardigd over een onmiskenbaar verschrikkelijk wrede wereld en over de nefaste invloed van media op ieders individuele geestelijke gezondheid – gaan de geagiteerde drums van oorspronkelijke tromslager Zac Farro, het flitsend gitaarwerk en de spectaculaire riffs van Taylor York alleen maar op hun driftig élan door. Leadzangeres-bandleidster-toesteniste Hayley Williams van haar kant springt in en toont zich vertolkster van vuurspuwende verbolgenheid op zijn Shirley Manson’s, haar net zo vlijmscherpe collega van Garbage.
In nóg zo’n swingende rocksong vol melodie en punch, Running Out of Time, en ook in derde single C’est Comme Ça, roostert Hayley dan weer zichzelf: een veelvoud aan diffuse realiteiten krijgt ze niet onder controle en uit louter knusse zelfbescherming is haar reflex er dan ook een van existentiële huiver voor onzekere veranderingen. In C’est Comme Ça waagt ook zij zich eens, als een heuse Florence Shaw van het nieuwbakken Dry Cleaning, aan parlandocrooning. Ook Yard Act is dan helemaal niet ver weg. Het sterke Big Man, Little Dignity is tot in zijn outro helemaal omgeven met warme dwarsfluiten. Het gaat over belachelijke grofheid, haat zelfs van fake-lui, mannen die bewust traditionele machorollen hooghouden in een poging om politiek en sociaal de dominantie over vrouwen en genderminderheden te handhaven.
You First‘s bruinroeste openingriff dan, drumsticks viermaal opeen en vooruit met die stuwende baslijn. Halsey over haar individuele tweedeling. “I’m living in a horror film, where I’m both the killer and the final girl.” Ziet de nihilistische American Psycho-maatschappij al helemaal dichterbij sluipen.
Bij het cool met marimba en blazerstonen ingeleide Figure 8 voegen zich ineens ook spetterende gitaarstoten. Een verhaal over een vroegere toxische relatie dat in al zijn vocaal heftige zwartigheid voorbijschuift, een zuivere Bloc Party-tornado. Schril daartegenover staat Hayley in het romantisch eerlijke Liar dan weer stil bij haar rationele ontkenning ooit van de groeiende verliefdheidsgevoelens voor Taylor York, naar verluidt intussen ook haar partner.
Het nostalgische Crave is dan zowaar bijna een Fleetwood Mac-popsong en begeleid door transcenderend kringelende gitaren wordt zachtjesaan ook een The Cure-bedje gespreid. Thick Skull mag groots afsluiten. Hayley schoon en genadeloos in haar zelfverwijt, het afscheid van haar ongegronde onzekerheden als muziekartieste. Letterlijk ook het einde van Paramore’s tienercontract. Vanuit Thick Skull ‘s contemplatieve rust bouwt alles geleidelijk op, zeldzame piano, botsende gitaarpatronen, uitbrekende drums, een sierlijk crescendo van epische kracht.
Ja dus, er is leven na de jeugd. Paramore voelde de nood om even neer te kijken op hun volwassenheid. Ze zijn zeker met panache teruggekomen, met hun gitaren en drums en met Hayley’s manen weer vlammend rood. Hun oprechte speelsheid en vastberadenheid zijn ze niet kwijt. Hun kritische ingesteldheid verpakt in bevrijdende statements evenmin. De creativiteit staat pal overeind en tegelijk kwam er imput van hedendaagse, vooral Britse stijlen. Zo werd het een mooi samenhangend album dat perfect samenvat waar ze op vandaag als band staan. Bevestigend dat al transformerend naar een zoveelste, zesde album de groei van een band niet per definitie hoeft halt te houden. Zeer integendeel. This was why.