Jan Eilander
Jan Eilander zingt Jotie T' Hooft
De Vlaamse neoromantische dichter Jotie T’ Hooft kreeg met zijn eerste poëziebundel meteen al lovende recensies en werd in de jaren zeventig een bekende Vlaming. Maar deze inmiddels legendarische poète maudit pleegde in 1977 op 21-jarige leeftijd zelfmoord door een overdosis cocaïne in te nemen. Hij leeft voort in zijn poëzie die zich goed leent om op muziek gezet te worden. Jan Eilander, bekend als schrijver en scenarist en als zanger van Trio Bier, zingt, rapt en spreekt op dit album Jotie T’ Hooft’s gedichten. De muziek werd gecomponeerd en geproduceerd door Rainer Hensel. Speciale gast bij één gedicht is Spinvis.
De 11 gedichten staan allemaal afgedrukt in het cd-boekje. Het portret van Jotie T’ Hooft is geschilderd door Philip Akkerman. Eilander’s stem wordt in Eenzaamheid ondersteund door drumloops, piano en saxofoon, gespeeld door Hensel. Die drumloops en instrumenten komen in de andere gedichten weer terug. ‘De lucht is zwanger van mijn zaad dat doelloos weggeschoten geen sporen laat…’. Die regels laten een onuitwisbare indruk achter.
Het tweede op muziek gezette gedicht Samen begint met de regels: ‘Moeder, gij hebt mij moeizaam uitgespuwd en van elk jaar de harde striem verdragen…’. Eilander spreekzingt deze moeilijk verteerbare regels met een zwaarmoedzwangere stem uit. Zo weet hij bij elk gedicht de goede snaar te raken door de emotionaliteit en betekenis van het gedicht op de juiste wijze uit te drukken. In het gedicht Cerebellum wordt een regel als ‘Ik weet ik ga verloren in wolken stoom die spuiten uit de poorten van de droom…’ dramatisch gezongen op een zeer enerverende drumbeat.
Zo dramatisch spreekt en zingt Eilander ook in Napoleon de regels: ‘Ik dwaal in eindeloos hoge zalen vol zwijgende gedaanten…’ Hier is de muzikale toevoeging van de cello (Tom van Lent) en de bandoneon (Martin de Ruiter) zeer doeltreffend. De bandoneon geeft ook de juiste klankkleur aan gedichten als Zand verschuift en In het gedicht dat begint met de regel: ‘De wanden zijn wit en de psychiaters verdacht vriendelijk. Er is hoop op genezing, maar ik heb nog niemand zien weggaan, of hij kwam terug.’ Het zijn sombere regels en die somberheid wordt door de muziek nog eens sterk geaccentueerd. Eilander’s stem klinkt hier wellicht bewust wat zeurderig!
Samen met Spinvis zingt Jan Eilander het onheilspellende Schreeuwlandschap. ‘Het schreeuwt:grote vlokken gehuil vallen aardewaarts, bedekken daken en de nakende dag, dag, wordt nacht, nauwelijks merkbaar nadervarend…’. Over zijn vader schreef Jotie T’ Hooft in Adam Kadmon regels als ‘Vader, ik heb u nooit begrepen’ en ‘Ik draag u als anker aan mijn voeten’. Dan volgt er een stilte tot er in Liefde en ellende meteen een lekker ritme klinkt. De aan drugs verslaafde Jotie T’ Hooft schreef hier: ‘Met naalden heb ik mijn bloed gewoeld en gezocht’. Ja, somberheid voert de boventoon maar zo schreef Jotie T’ Hooft in Het doodshoofd: ‘Somber, zult u zeggen, triest. Toch rest mij nog de stille hoop eens als schedel vriend te zijn van anderen als wanhoop hen bevriest’. Hier geeft de klarinettist Onno Ephraim de juiste toon aan dit gedicht.
En wat dan? In dit laatste gedicht schreef ‘ Jotie T’ Hooft: ‘Op een dag zal ik weg zijn en wat dan? Verdwenen zonder een teken te geven of te nemen en het puin dat ik achterlaat is niet langer lachwekkend…’. En ‘hij speelde met woorden als geen ander maar wat heeft dat te betekenen’. Zo bleek zal ik zijn’. Zo spreekt Jan Eilander Jotie’s woorden en doet dat net als in de andere gedichten op zo’n manier dat het lijkt alsof je als luisteraar Jotie zelf hoort spreken.