×

Recensie

Pop

08 maart 2023

Gorillaz

Cracker Island

Geschreven door: Hendrik Vanhee

Uitgebracht door: Apple Music

Cracker Island Gorillaz Pop 4.5 Gorillaz – Cracker Island Written in Music https://writteninmusic.com

Blur? The Good, The Bad & The Queen? Of  Gorillaz? Met Cracker Island bewijst Damon Albarn waarom hij intussen met Gorillaz de hoogste toppen van succes scheert…

Waar ligt toch het buitenaardse bronnetje waaruit Damon Albarn stiekem al die grenzeloze creativiteit en magie voor zijn electropop-projectje blijft optrekken? Met Blur stond er voor dit jaar alweer een reünie-tour op de tabellen, dan nog was er in de aanloop voldoende tijd en ruimte voor een nieuwe van zijn cartoonrockband Gorillaz. Nu al voor een achtste keer komt hij met graphic novellist-vriend van het eerste uur Jamie Hewlett aandraven met een verse parabel uit Gorillaz’ parallel universum. Met als producers van dienst nu hitmaker Greg Kurstin en Remi Kabaka, drummer en stem van Gorillaz’ Russel Hobbs. Met uiteraard een nieuwe mix aan gastsamenwerkingen en flitsrolletjes van muziekgroten uit alle uithoeken van toen tot nu. Alles klinkt op en top ‘Gorillaz’, weemoedig, maar frisser dan ooit. Met grote dame Stevie Nicks van Fleetwood Mac, Beck andermaal, Tame Impala, Bad Bunny, Thundercat en anderen. Helaas nog zonder de Keith Richards op wie het personage van Gorillaz-gitarist Murdoc ooit is gebaseerd. Want van Keith, hierover gevraagd, kregen ze enkel een kort “Gorillaz? Nee, rot op joh” te horen…

Cracker Island is een meer diepgaand uitgewerkt episch verhaal geworden, zie het als een tweede seizoen van het Song Machine, Season One, Strange Timez uit 2020. De 2-D, Noodle, Murdoc en Russel uit Albarn’s en Hewlett’s stripboek zijn op weg naar Los Angeles om er – hilarisch – een eigen cultus op te richten. Ze belanden in hun mysterieuze wereld op een eiland ‘ergens onder water’. Dat virtueel paradijselijke Cracker Island zit wel vol gekke ‘crackers’ (‘cracker’, slang voor ‘crazy’) die zich inlaten met occultisme, drugs en jacht op roem, oplichters die vanuit hun echokamers enkel misleiden in ruil voor utopieën. Ze vormen er een op een fragiel, afbrokkelend fundament laverende nep-gemeenschap. Dit is Albarn’s vehikel om metaforisch eens goed commentaar te kunnen geven op de steeds meer segregerende maatschappij anno nu, met al zijn ondeugden, zijn Trumpers, complotdenkers, techmiljardairs, religieuze sekteleiders en andere dubieuze groeperingen. Albarn & co doen hun huiswerk ook ineens goed. Ze lanceren ook de website om je aan te melden voor The Last Cult.

In de schitterend openende topsingle Cracker Island, een uptempo disconummer met royale inbreng van een wild jazz-funk bassende Thundercat, wordt een en ander uiteengezet. De occulte sekte manipuleert de groepswaarden met leugens. Media en nieuwsbronnen veranderen elke realiteit en brengen onophoudelijk een hersenspoelend relaas dat enkel aansluit bij de politieke of monetaire agenda en zo leiden ze de gemeenschap onbewust en gedwee in een extreme richting. Zal er hoop zijn voor wie uiteindelijk tijdig van zijn eigen individueel ‘cracker-island’ weet te ontsnappen?

Volgt nog zo’n fantastische popsong, Oil. Met als enige positieve boodschap: als in het technologietijdperk olie robots en technologie kan doen functioneren, kan liefde net hetzelfde doen bij mensen. Albarn laat, als om zijn droeve nachtmerrie te overwinnen, zich omgeven door fluitende synths en euforisch zet hij een psychedelisch dansje op met coole Stevie Nicks. Wat is ook haar Engels accentje hierbij leuk ingestudeerd!

De satire dan van The Tired Influencer. Doodvermoeid in een wereld vol gebarsten schermen en verspilde uitzichten is er gelukkig nog die speelse r&b-song waarin Albarn ook bij Apple’s eeuwig hulpvaardige ‘Siri’ terechtkan. Single Silent Running heeft het daarop, net als in Cracker Island en straks ook in New Gold, nog steeds over hoe je jezelf in totale verdwazing kunt verliezen in de internetchaos vol ingebakken algoritmen. Albarn suggereert om als een immer wegrennende Forrest Gump zo stil mogelijk door dat alles heen te varen zonder gedetecteerd te worden. Tussen alle vurige elektronica door croont hij hier met Amy Winehouse’ achtergrondzangeres Adeleye Omotayo.

In de sterke single New Gold gaat de rap van Bootie Brown feilloos in de mix met Albarn’s lijzige popgeluid en de groove van Tame Impala’s Kevin Parker. Met z’n allen gaan ze tekeer tegen een overprikkeld leven in gelukzalige onwetendheid, tegen eindeloos internet-entertainment dat in veel gevallen zo ondraaglijk licht weegt, tegen het leven als een vervreemdend zoekspel naar het ‘nieuwe goud’, de oppervlakkige glitter en glamour, helaas zonder enige binding met waarden en verlangens die er wel toe doen. In de zweverige melancholie van Baby Queen zien we dan een ontroerende Albarn in een droom zijn ontmoeting met een crowdsurfende kroonprinses van Thailand tijdens een Blur-optreden in 1997 nog eens zielsblij updaten.

Na de eigenzinnige disco van Tarantula over naar de luchtige, overwegend spaanstalige klepper Tormenta. Een jazzy klagende Albarn meets zwaar bassende reggaeton tijdens een zwoele regenbui. Zuid-Amerika luistert mee terwijl hij slim de banden aantrekt met ook de Puerto Ricaanse streamingkampioen Bad Bunny.

Het onderkoelde Skinny Ape klinkt in de aanloop eerst als behoorlijk treurige Bob ‘Hurricane‘ Dylan, vooraleer de song en zijn missie helemaal los mogen gaan in een uitbundige festivalrave. Albarn ziet in de jongerengeneratie het toekomstig publiek dat nog zal kunnen dromen, dat kwalijke facetten van de samenleving wel eens zou kunnen ‘annuleren’, dat heel misschien wel eens de nieuwe wereld weer zou kunnen op poten zetten, in de plaats van de afgematte ouderen, de ‘skinny bones’.

Het nederig folky Possession Island is het oord waar men het in het zoeken naar verlossing voorlopig nog steeds met z’n allen moet uitzitten, tot het bittere einde. Deze, op de reguliere editie, laatste track is haast een finale The Walker Brothers-samenzang Albarn-Beck, met mooi, warm pianiogepingel, bijna flamenco-gitaar en een zuiderse mariachi-trompet.

Op de Deluxe Edition is er naast het lekker funky Captain Chicken met Del the Funky Homosapien, het even funky Controllah in het Braziliaans Portugees, met de Braziliaan MC Bin Laden, die hier met zijn voortdurend geestige hohohohaha’s nog even vet knipoogt naar zijn eigen Bololo Haha-hit. En tenslotte is er ook de hiphopper Crocadillaz, met Dawn Penn en De La Soul. Laatste saluut aan hun rapper, Trugoy The Dove, die heel onlangs, in februari, overleed.

Muzikaal is Gorillaz’ Cracker Island een geweldig hoogstandje van pop. Het album bevat een prima verzaming melodieuze songs en hits, fraai aangepakt in techniek en arrangementen. Stuk voor stuk zullen ze ongeremd en energiek de grootste podia aankunnen. We krijgen kameleon Damon Albarn, weer eeuwig jong, in zijn meest succesvolle en toegankelijke vorm. Met een voorzichtig contemplatief Gorillaz dat in alles zijn ondertoon van melancholie en verdriet weet te behouden. Niet moeilijk, want ze zien een weinig rooskleurige wereld die helemaal oogt als de onze. Een winterse zomerplaat niettemin van een uniek Gorillaz, die ze zonder blozen al naast Demon Days of Plastic Beach mogen leggen.



  1. Cracker Island
  2. Oil
  3. The Tired Influencer
  4. Silent Running
  5. New Gold
  6. Baby Queen
  7. Tarantula
  8. Tormenta
  9. Skinny Ape
  10. Possession Island
  11. Captain Chicken
  12. Controllah
  13. Crocadillaz
  14. Silent Running
  15. New Gold