×

Recensie

Klassiek

11 december 2011

Giovanna Pessi / Susanna Wallumrød

If Grieve Could Wait

Geschreven door: Henning Bolte

Uitgebracht door: ECM

If Grieve Could Wait Giovanni Pessi Klassiek 4 Giovanna Pessi / Susanna Wallumrød – If Grieve Could Wait Written in Music https://writteninmusic.com

De Zwitserse barokharpiste Giovanna Pessi (1975) heeft een achtbaar aantal albums onder haar eigen naam en met bekende ensembles als Pluhars L’ Arpeggiata en Rolf Lislevand uitgebracht. Zij hoort tot die barokmusici die zich bij haar samenwerkingen niet tot barokensembles beperkt. Zij maakt bijvoorbeeld ook deel uit van het sextet van de Noorse jazzpianist Christian Wallumrød. Het was te verwachten dat ze bij haar ECM-debuut onder eigen naam met iets speciaals zou komen. Het werd een album samen met de Noorse (pop)zangeres Susanna Wallumrød, Marco Ambrosini op nyckelharpa (sleutelviool) en Jane Achtman, viola da gamba en bevat vertolkingen van stukken van Henry Purcell (1659-1695) naast barokke versies van Leonard Cohen en Nick Drake.

De Noorse zangeres Susanna Wallumrød (1979) heeft een zestal albums, grotendeels op het Rune-label, op haar naam staan. In januari zal zij voor de tweede keer samen met Bonnie Prince Billy op tour zijn (23 januari in Tivoli, Utrecht, en 24 januari in Vooruit, Gent). Op haar vierde album, Flower of Evil (2008), een album met covers staan een aantal duetten met hem. Haar derde album Sonata Mix Dwarf Cosmos (2007) bevat allemaal eigen stukken waaronder Hangout. De barokharp van Giovanna Pessi (1977) speelt in dit stuk een hoofdrol en vormde het vertrekpunt voor dit album.

Muziek uit de barokperiode lijkt een aantrekkelijke bron voor eigentijdse muziek, van Strawinsky tot Procol Harum. Voorbeelden te over. Onze zielenroerselen tussen oude en nieuwe klanken. Voor dit album werden niet alleen thema’s en melodieën uit de barok gebruikt maar tot op zekere hoogte ook de speelwijze. Dat is eerder vooral met de tranendal-stukken van John Dowland (1563-1626) gedaan, o.a. door Sting met de luitspeler Edin Karamazov waarbij zij ook eigentijdse stukken, o.a. van Police, op Dowland-wijze speelden.

Bij dit album hebben we een andere basis. Een mooi grondende bas-lijn op de harp, de aardse klank van de sleutelviool die het dicht bij de stem ligt, de twinkeling van de hoge harpregisters de donkere voering van de gamba en tenslotte de subtiele blend van al deze klankkleuren. Het kan wel even wennen zijn aan deze intense klanken, de geconcentreerde muzikale dynamiek en de specifieke stilering. Pessis harp leidt rustig en vastberaden, zet lijnen uit waar de andere stemmen vloeiend en met prachtige dynamiek in- en uitvoegen. Meesterlijke orkestratie! De muziek wordt door inzet van deze elementen opener, ruimtelijker en bereikt een hogere klankconcentratie. Doordat de harp geen verglijdende maar een klokklinkende klank heeft, kan een heel eigen balans van verstilling en beweging gecreëerd worden die de eigentijdse stukken een aparte lading en werking geven. Dit werkt bijzonder gaaf uit in Wallumrøds stuk The Forester. Het is opgebouwd rond een onweerstaanbaar repeterend motief dat in het begin op de sleutelviool (snaren plus toetsen) klinkt voordat de zang met de bezwerende woorden I have walked so very far, so far, so far, have not found who you are inzet. Versnellend, retarderend en modulerend ontstaat een dramatische spanning die haast onoplosbaar aanvoelt en alleen in pure klank een uitweg kan vinden. Soelaas biedt het aansluitende A New Ground van Purcell, solo op de harp gespeeld. Het effent de weg naar Leonard Cohens You Know Who I Am dat voor dit moment bestemd lijkt en zich als een bloem van geheimzinnige uitstraling toont. Vanzelfsprekend volgen de instrumenten het murmureren van dit lied en gaan volledig op in diens sterk karakter. De sequentie vormt een wonderschone boog en wordt vervolgd door een magnifieke verrijkte versie van Hangout (waarmee alles begon) en dan zijn we pas op de helft van het album.

Wallumrød heeft haar zang op de eigen dynamiek van deze instrumentatie en speelwijze af moeten stemmen. Daar slaagt ze doorgaans zonder verlies van het eigentijdse karakter van haar stem in. Haar ervaring met schrijven voor barokensemble zal daarbij geholpen hebben.

De vijf resterende stukken van Purcell krijgen zodoende allemaal een aparte kleuring. Voor Wallumrød is dit een zegen aangezien ze vroeger soms in elektronische galm dreigde te besterven.

Antwoord op de vraag waarom muziek uit de baroktijd zo aantrekkelijk is en voor ons uitblinkt in helderheid en fraaie melodiek, laat zich ook na opneming van deze nieuwe variant van ‘barokisering’ niet zo makkelijk geven. De eerste keer dat het begrip ‘ barocco’ opduikt, bijna 300 jaar geleden in 1734 als reactie op Rameau, keert men zich tegen het onsamenhangende, springerige van de (toen) nieuwe muziek terwijl wij deze muziek nu al het summum aan vormbesef en gestructureerdheid ervaren. Het wennen aan nieuwe klanken is dus iets van alle tijden. In het onderhavige geval werkt het in twee richtingen: zogenaamde nieuwe muziek wordt op oude muziek geïnspireerd uitgevoerd en zogenaamde oude muziek wordt met in nieuwe temperaturen en kleuringen gebracht.

Opvallend is dat qua sentiment, stemmingen en melodische motieven overeenkomsten met bluesmuziek te beluisteren zijn terwijl er qua temperatuur en temperament verschillen zijn. Het is niets voor niets dat Sting bij zijn concerten met Karamasov een stuk van Robert Johnson speelde en dat Leonard Cohens muziek in dit album zit (zie hiervoor ook RADIO).

RADIO concertzender, 9 januari, 19:00-20:00: In barokke spiegels. Giovanna Pessi en Susanna Wallumrød. Naast Pessi en Wallumrød muziek van Kapsberger, Blind Willie Johnson, Skip James, Rolf Lislevand en Christina Pluhars L’ Arpeggiata.



  1. The Plaint
  2. Who By Fire
  3. If Grief Has Any Pow'r To Kill
  4. The Forester
  5. A New Ground
  6. You Know Who I Am
  7. Hangout
  8. O Solitude
  9. Which Will
  10. A New Scotch Tune
  11. Music For A While
  12. A New Scotch Tune, var.
  13. An Evening Hymn