Circa Waves
Never Going Under
Bij het aanspannen van een ketting is het de kunst om die bewegingsvrijheid niet te beperken. Losjes met wat speling, waardoor het allemaal soepeltjes verloopt. De indie rockende Circa Waves postpunkers zijn op het eerste deel van de vijfde studioplaat Never Going Under net te strak aangespannen, het tempo ligt net een (s)tandje te hoog, waardoor ze net te veel in geloofwaardigheid indammen. De grens tussen vercommercialisatie en experimenteerdrift vervaagd en ze slaan meer naar de popkant door. Is dat verder erg? Nee, dat niet, maar het levert net niet de gehoopte spanning op en plamuurt de oneffenheden weg. Toch heeft het Liverpoolse gezelschap dit nodig om halverwege Never Going Under een stabilisatieswitch te maken. Je verkent de grenzen door deze eerst eigenwijs te trotseren, om er vervolgens een dikke laag nieuwe verf overheen te schilderen.
Anderzijds heeft de wereld lang genoeg stilgestaan, en is er de behoefte om de verloren tijd in te halen. Het besef dat je maar een keer leeft, en gedane zaken niet over kan doen, levert een haastige samenleving herstart op. Zingend frontman Kieran Shuddall is net vader geworden, die verandering heeft zijn uitwerking op de kijk van het leven. Ondanks dat veel songs van Never Going Under over de jeugd van Kieran Shuddall handelen, bezit het geen nostalgisch karakteriserende meerwaarde. De overwelvende Northern Town soberheid sluit bij het weggestopte verdriet aan. Zijn eigen opvoeding staat dan wel centraal, maar dat heeft meer te maken met hoe hij die invullende rol van vaderschap bij zichzelf oplegt.
De futuristische titelsong Never Going Under rock is juist een aanklacht tegen het gestroomlijnde gecontroleerde bestaan, en misschien ligt de uptempo verklaring veel dieper als wat je in eerste instantie denkt. De overspannen haastmaatschappij is een tikkende tijdbom die steeds meer slachtoffers opeist. Het internet slokt ons met roodgloeiende glamrockende Electric City netwerkverbindingen op. Dat besef is ook zeker bij Circa Waves doorgedrongen. Na het egocentrisme is het smachten naar het menselijke communiceren alleen maar toegekomen. Maar hoe gaat dit ook alweer in zijn werk? Het opgefokte catchy Do You Wanna Talk dwingt dit op een ongezonde wijze af. Weg met die complexiteit, de zwijmelende dagdromende Want It All Today pianoromantiek verlangt naar die rust en eenvoud terug, soms wil je gewoon niks meer dan dat.
Hell On Earth versterkt de onvrede. Gelijk wordt al duidelijk dat streamingssites muzikanten kapot maken. “The record store’s on fire”. De verzieking van liegende politici maakt het er niet gemakkelijker op. De herhalende overwinnaarstragiek van de Your Ghost swing, de normalisatie van de normalisatie. Schimmen die dagelijks zinloos het zelfde ritueel ondergaan. De retro new wave look van de jaren tachtig gedachtegang in Carry You Home, het verdriet van een stervende aarde. De eenzijdige tunnelvisie met het beloofde vertrouwde licht aan het einde van die tunnel. We missen het vermogen om door die isolerende bubbel te prikken. Hold On, met verbondenheid vorm je een sterkere krachtbron, die eenheid is juist nu zo van belang. Het optimistische liefdevolle Golden Days doorbreekt het negativisme, Living in the Grey verdringt de zwart-witte denkwijze en spoelt deze grijsheid met euforische helende lichtstralen weg.