×

Artikel

30 juli 2012

Bob Mould

Bob Mould: The Hüsker Dü Years 1985-1988

Geschreven door: Edwin Hofman

Label: Warner Brothers

Hüsker Dü - Flip Your Wig

Het is alweer twintig jaar geleden dat Sugar het meesterwerk Copper Blue uitbracht. Voorman Bob Mould speelt momenteel met een nieuw trio een integrale versie van het album en doet daarbij de belangrijkste clubs van de wereld aan. Daarom heeft WiM besloten deze zomer de historie van Bob Mould en dus Hüsker Dü, Sugar en zijn solocarrière volop aandacht te geven. Deze week deel 2 van de serie: The Hüsker Dü Years 1985-1988.

Hüsker Dü had met Zen Arcade en New Day Rising de aandacht getrokken van enkele grote platenmaatschappijen. Toen de band in 1985 met R.E.M. toerde en drukdoende was met alweer een nieuwe plaat, werd contact gelegd met Warner Brothers, een maatschappij die te boek stond als ‘artist friendly’.

Hüsker Dü - Flip Your WigHet album dat kort hierna het levenslicht zag was Flip Your Wig, de tweede elpee van Hüsker Dü in 1985. En het was ook nog eens een ijzersterke plaat. Bob Mould zou achteraf zeggen dat tijdens de periode Flip Your Wig alles samenviel: een dijk van een elpee, een optimale samenwerking met Grant Hart en een prettige tournee met in het voorprogramma Soul Asylum. Flip Your Wig was inderdaad een bijzonder aantrekkelijke Hüsker Dü-staalkaart; een album vol onberispelijke, harde popparels, gelardeerd met experimenteler werk.

Hüsker Dü was inmiddels de best verkopende band op SST en Grant Hart en Bob Mould waren zich dat bewust. Het werd tijd dat zij samen de productie van een album op zich konden nemen, zonder inmenging van SST, dat rond 1985 bovendien nogal van het pad af leek. Het label bracht de ene na de andere plaat vol vermoeiende rock uit, releases waar nauwelijks belangstelling voor was. Toch was Hüsker Dü loyaal aan het label dat hen op de kaart had gezet: hoewel een toekomst bij Warner Brothers vrijwel zeker was geworden ‘schonk’ men Flip Your Wig toch nog aan SST.

SST zal zich achteraf in de handen hebben geknepen over deze actie van de band. Flip Your Wig stond vol memorabele tracks: Makes No Sense At All was pure, stevige popkracht, een track die tot de meest bekende songs van Hüsker Dü gerekend mag worden. Private Plane was een gejaagde punky poptrack vol adrenaline met een verheffend eindschot. Hüsker Dü bleek mede met dit soort nummers echt een trendsetter in gitaarland. Divide And Conquer was een nietsontziende muzikale en tekstuele achtbaan met een imposante Bob Mould achter de microfoon. Ook op langzamer tempo stond de band als een huis: de diepe, psychedelische rock van Find Me was verrassend en vooral bijzonder overtuigend. De catchy songs Green Eyes, Games, Flip Your Wig en Flexible Flyer waren het volgende bewijs van het songschrijverstalent van Grant Hart en Bob Mould.

Hüsker Dü - Makes No Sense At AllHüsker Dü maakte in 1985 definitief de connectie met de clipstations op tv en de commerciëlere radio. En dat zonder muzikaal uit te verkopen. Ook ging de band voor het eerst naar Europa. In de nazomer van 1985 stond Hüsker Dü ook op de Nederlandse podia: het LVC in Leiden, Paradiso in Amsterdam en het Burgerweeshuis in Deventer. Live was de band overigens nog steeds knetterhard en snel. Maar Europa, en met name Engeland, was er klaar voor.

Naar later duidelijk werd had de band tijdens de sessies van Flip Your Wig al getekend bij Warner en was hiermee, na de overstap van The Replacements naar Sire, de tweede Amerikaanse undergroundband die tekende bij een major. Hoewel Warner Brothers Hüsker Dü alle muzikale vrijheid gaf, wilde men wel dat de band een manager zou aannemen. Ondanks het feit dat de band had bewezen zichzelf te kunnen managen. “Muzikanten zijn warhoofden”, meldde Bob Mould schamper in OOR in 1985. De band ging akkoord maar benadrukte geen imago opgedrongen te willen krijgen want “we hebben geen imago”. Uiteindelijk ging de baan naar David Savoy, een collega van Moulds toenmalige vriend.

Hüsker Dü - Candy Apple GreyOndanks alle veranderingen bleef Hüsker Dü bijzonder actief: direct na de Europese tournee maakte men opnamen voor wat de eerste release bij Warner Brothers ging worden. Het resultaat werd in maart 1986 uitgebracht: Candy Apple Grey. De plaat maakte duidelijk dat Hüsker Dü ook onder Warner-vlag een band bleef om serieus rekening mee te houden. Hoewel Candy Apple Grey het niveau van zijn drie voorgangers op SST niet haalde, bevatte ook dit album weer een handvol klassiekers. Grant Hart stal de show: de singles van het album waren tracks uit zijn koker: het strakke, pakkende Don’t Wanna Know If You Are Lonely werd een van de bekendste Hüsker Dü-tracks, mede dankzij MTV’s 120 Minutes. Het wat diepere Sorry Somehow, inclusief orgel, scoorde minder maar was zeker zo goed. Hüsker Dü gaf wederom een geheel nieuwe invulling aan het begrip gitaarrock. Bob Mould blonk vooral uit met de akoestische pracht van het intens melancholieke Too Far Down en het bijna zo weemoedige Hardly Getting Over It, twee klassieke ballads die aangaven dat de band zich niet alleen razendsnel had ontwikkeld maar ook razendsnel ‘ouder’ was geworden. Het hectische bandleven ging niemand in de koude kleren zitten.

Hüsker Dü - Don't Want To Know If You're LonelyCandy Apple Grey kende met Dead Set On Destruction nog een rechtlijnige maar onontkoombare punkpoptrack van Grant Hart terwijl Bob Mould met het gedreven I Don’t Know For Sure op bijna achteloze wijze zijn zoveelste uptempo popkraker leverde. Aangevuld met een handvol tracks van diverse pluimage en van wisselend niveau wist Candy Apple Grey toch te overtuigen. Het album zou uiteindelijk 120.000 keer over de toonbank gaan; een flinke sprong voorwaarts. Begin 1986 werd de band echter ook veelvuldig geconfronteerd met kritiek op de overstap naar Warner Brothers. Hoewel het plaatwerk en de live-shows de beschuldigingen van uitverkoop ontkrachtten, nam Bob Mould in februari 1986 nog wel ruim de tijd om in het underground muziekblad Maximum Rocknroll stelling te nemen tegen deze aantijgingen: “Nobody at Warners has asked us to tone down; they haven’t asked us to sound like U2, they’re completely happy with the high-end distortion and tons of ride cymbals and people yelling and singing pretty and writing any kinds of words they want. They signed Hüsker Dü because they liked Hüsker Dü and not because they think we will be the next Rick Springfield.”

Hüsker Dü - artikel_1Muzikaal leek het met Hüsker Dü wel goed te zitten in 1986. Op het persoonlijke vlak ging het echter allemaal een stuk slechter binnen de band. Bob Mould en Grant Hart zaten elkaar steeds vaker in de weg, hofleveranciers als ze waren als het ging om songs. Bovendien speelde een ander probleem de band parten en dat probleem was drugs-gerelateerd. Bob Mould had te veel geëist van zijn lichaam de afgelopen vijf jaar. Hij was te zwaar en kampte met ademhalingsproblemen. Hij stopte dan ook met de speed en de alcohol. Tegenover een broodnuchtere, zakelijke Mould stond Grant Hart, die inmiddels met andere mensen omging dan de rest van de band. Hij bevond zich vaak in het gezelschap van heroïne-gebruikers. Heroïne was in de tweede helft van de jaren tachtig gemeengoed in de muziekscene van Minneapolis en ook Grant Hart ging voor de bijl.

De tweede helft van 1986 speelde de band niet meer live; het was de eerste rustperiode in vijf jaar. Ongekend. Wat ook bleek tijdens de Candy Apple Grey-toer: Hüsker Dü speelde geen nieuwe, nog onbekende nummers. Het was tot 1986 gebruikelijk dat de band live nieuwe tracks speelde die nog niet opgenomen waren. De communicatie tussen Hart en Mould was inmiddels tot een minimum gereduceerd en Greg Norton voelde zich een soort ‘Zwitserland’ tussen beide rivalen.

Hüsker Dü - Warehouse: Songs And StoriesIn 1987 verscheen dan toch een nieuwe plaat: Warehouse: Songs And Stories. Het was de tweede dubbelaar in de Hüsker Dü-biografie. Bob Mould en Grant Hart wilden beiden geen songs inleveren ten gunste van de ander en het resultaat van deze patstelling was een dubbel-elpee. Een geluk bij een ongeluk voor de fans, al bleek wel dat de songs van Bob Mould over het algemeen sterker waren dan die van Grant Hart. Could You Be The One was de nieuwe ‘hit’, een perfecte popsong met veel pit én een onberispelijke gitaarsolo. Tekstueel bleek Mould sterk op dreef. Met de fraaie, oprechte opener These Important Years trok hij direct de aandacht; de boodschap was duidelijk: loop jezelf niet voorbij maar kijk om je heen en blijf realistisch. Het zwartgallige Bed Of Nails was een topper in zijn liedboek, net als Turn It Around, een staaltje songschrijven van de bovenste plank. De beeldende relatieperikelen van Standing In The Rain vroegen om veelvuldige draaibeurten en de vurige single Ice Cold Ice mocht er weer wezen.

Hoewel het met Grant Hart niet goed ging en hij en Bob Mould niet meer door een deur gingen, leverde hij met She Floated Away en Tell You Why Tomorrow mooie, psychedelische popsongs. Middels Too Much Spice leek hij bovendien een kijkje in de eigen keuken te geven. De rock-‘n-roll-basis onder deze track was bovendien bijzonder smakelijk. Zijn overige bijdragen waren van wisselend niveau maar deden niet zo gek veel afbreuk aan Warehouse, een album waar de band trots op kon zijn. Als Mould en Hart hun ego’s opzij hadden gezet en wat songs hadden geschrapt, had Warner Brothers een meesterwerk in handen gehad. Hoewel de plaat lichtjaren verwijderd was van het oude hardcore- en punkwerk, stond Warehouse simpelweg bol van de kwaliteit. Voor wie het wilde horen.

Hüsker Dü - Could You Be The OneHüsker Dü kon niet meer in de luwte opereren in 1987. Er was aandacht in de media, wat later resulteerde in tv-optredens bij de Tonight Show en Joan Rivers, settings waar de band zich niet gemakkelijk in voelde. Dat was echter kinderspel bij het drama dat zou volgen. Aan de vooravond van de Warehouse-tournee pleegde manager David Savoy zelfmoord door in Minneapolis van een brug te springen. De dood van de nog jonge Savoy kwam keihard aan binnen het Hüsker Dü-kamp, temeer daar Mould en Hart zich realiseerden dat ze het hun manager bepaald niet gemakkelijk hadden gemaakt de afgelopen tijd.

De Europese festivals lonkten en Hüsker Dü moest de draad weer oppakken. De band deed ook Nederland weer aan en speelde op Pinkpop. Grant Hart en Bob Mould reisden echter zoveel mogelijk apart. De shows waren over het algemeen goed; op het podium functioneerde de band beduidend beter dan daarbuiten. Hart worstelde nog steeds met zijn heroïneverslaving en toen hij tijdens een reeks Amerikaanse optredens in december 1987 zijn methadon verloor werd de situatie precair. Hij beklom het podium nog wel in de dagen erna maar was te onberekenbaar om live te drummen. Voor Bob Mould het teken om de tour stop te zetten en de volgende show in Omaha af te zeggen. Binnen enkele dagen stapten zowel hij als Grant Hart uit de band. Aan het begin van 1988 was Hüsker Dü geschiedenis geworden.

Hüsker Dü - The Warehouse InterviewWarehouse: Songs And Stories verkocht 125.000 exemplaren in de VS en bereikte daarmee de doelstelling van Warner Brothers. De kosten waren echter ook een stuk hoger dan het geval was bij de SST-albums zodat de overstap naar een major voor de leden van Hüsker Dü zelf achteraf niet zo veel financiële voordelen bleek te bieden.

Warner Brothers zou het gat dat het trio achterliet vlot opvullen met een andere indie-band: R.E.M. In 1988 debuteerde die groep bij Warner met Green. Hüsker Dü raakte wat in de vergetelheid maar hun invloed was onmiskenbaar. Vele bands, waaronder Pixies, R.E.M., Nirvana, Dinosaur Jr. en Foo Fighters waren – of zijn nog steeds – schatplichtig aan Hüsker Dü. Toen rond 1983 de meeste alternatieve bands in de weer waren met synths of zich blindstaarden op garagerock, ontwikkelde Hüsker Dü een unieke sound die gevangen werd in ijzersterke songsstructuren en zijn tijd vooruit was. Pioniers en vernieuwers verkopen zelden miljoenen platen maar zullen tot in lengte van dagen waardering blijven oogsten. Zo ook Hüsker Dü.