×

Nieuws

04 maart 2021

Paul Kopasz a.k.a Paul K. (30 november 1962 – 16 maart 2020)

Your voice still echoes imy head, I never thought that this would go on for so long, when you read this I’ll be gone.” Natuurlijk gebeurd het wel vaker dat teksten een andere betekenis krijgen, wanneer een artiest er niet meer is, maar bij het luisteren naar de live opname Now And At The Hour Of Our Death, Amen uit 1996 krijgen sommige nummers toch net een andere laagje.  

Paul K, singer-songwriter, gitarist in de post-punk traditie overleed in 2020 thuis in Lexington, Kentucky op 57-jarige leeftijd. Al is hij nu bijna een jaar dood, toch is het met recht en reden om een waar Olympisch vlammetje te ontsteken voor deze fantastische songsmid. Hij is simpelweg een van de grootste onbekende songwriters van onze tijd. Een typering, van een journalist van de Chicago Tribune, die hem al eens eerder toeviel. 

Begin jaren negentig van de vorige eeuw, genoot Paul K. als frontman van The Weathermen een heuse cultstatus in ons land en was zijn muziek ook te horen bij zowel VPRO als de VARA. Met een sound die geïnspireerd was op zijn muzikale helden: David OlneyGram Parsons, Lou Reed en Townes Van Zandt maakte Kopasz furore. Hetgeen resulteerde in een aantal covers zoals het prachtige: ‘Jerusalem Tomorrow van Olneys hand en niet te vergeten de fabuleuze livebewerking  van ‘A Night In Tunesia’ van Dizzy Gillespie in de legendarische muziekclub CBGB’s. 

Met de uitspraak “It’s the Transformation of Pain into Beauty” van Miles Davis verwoordde Paul K. hoe ook voor hem het proces rondom het schrijven van teksten en muziek voelde. Artistiek heeft dit geleid tot 12 albums en een liveplaat die hij opnam met zijn vaste begeleiders the Weathermen of the Prayers. Mijn kennismaking met Paul K. the Weathermen was in 1992 ten tijde van de release The Blue Sun. Zelden een singer-songwriter teksten horen zingen waarin zoveel humor zit, waarbij deze vaak gedompeld is een badje bijtend cynisme van de betere soort. Probeer maar eens niet vrolijk te worden van een nummer als Root Canal Blues.  

You get me high then you say that we’re through 

You never lie, but you’re not telling the truth 

You lean over me like a dentist who is pulling a tooth 

better say goodbye to my youth 

 De ongelofelijke kwaliteit van de liedjes van de hand van Paul K. is wat zijn werk en daarmee zijn albums zo de moeite waard maken. Hiheeft zich altijd zeer laten inspireren door het werk van Lou Reed en Gram ParsonsMuzikaal bewoog hij naadloos heen en weer tussen noise, cinematografische (instrumentale) lo-fi, blues en meer soulvollgitaarrock. Dat laatste kennen we ook qua stijl van The Afghan Whigs met hun indie-soul geluid. Ondanks dat Kopasz al deze stijlen in zichzelf verenigde bleef hij zichzelf muzikaal trouw door het schrijven van liedjes die sterk geworteld waren in de singer-songwriter traditie. 

In de jaren negentig gingen Paul K. and The Weathermen met de Afghan Whigs mee op tour door Europa. The Afghan Whigs namen ooit twee nummers van Paul K. op, waaronder het memorabele Amphetamines & Coffee dat een plek kreeg op het album uit 1990 Up in It van de band uit Cincinnati, Ohio met hun charismatische frontman Greg Dulli. 

Dulli verwoordde zijn eerste kennismaking op een avond in 1986 als een fysiek ervaring. “Ik liep JR’s in Cincinnati binnen, en zag hoe een magere en bezeten zanger-gitarist een versleten akoestische gitaar met een pick-up en een overdrive-pedaal in vervoering bracht. Dit power trio speelde die avond een absoluut onvergetelijke set waar onze mond destijds van openviel. Zijn naam was Paul K. samen met zijn band The Weathermen. Toen ze het nummer ‘Amphetamines and Coffee’ speelden, voelde ik de elektriciteit door mijn hele lichaam stromen.” 

De relatie met de the Afghan Whigs werd in 1992 onderstreept doordat bassist en medeoprichter van the Afghan WhigsJohn Curley besloot het album van The Blue Sun mede te produceren samen met David Barrick. Op de heruitgave van dit album zijn ook nog liveopnames toegevoegd uit die tijd waarop ook Glenn Kotche van Wilco op drums een aantal nummers mee speelt. 

In tegenstelling tot de overgrote meerderheid songwriters die inspiratie putten uit de donkere kant van het leven komen, heeft Paul Kopasz dit leven ook daadwerkelijk geleefd. Zijn overmatige drank en drugsgebruik in zijn carrière roept vergelijkingen op met Lou ReedTownes Van Zandt, en Merle Haggard. Eenmaal vrij van chemicaliën ging zijn energie pas ten volle vrij stromen. Hij schreef in 14 maanden genoeg materiaal om vijf albums te vullen. 

De in Detroit geboren Kopasz begon in de jaren tachtig met uitbrengen van een aantal cassettes in eigen beheer. De albums die hierop volgde vormen te samen een zeer imposant aantal songs. Veel van zijn materiaal is gecoverd door vakgenoten en bewonderaars. Echter bleef de erkenning in brede kring uit. Alhoewel Paul K. met het album Love is a Gas nog een welverdiende poging heeft gedaan een groter gehoor te vinden. Love is Gas waarvan de productie in hadden lag van niemand minder dan Maureen ‘Moe’ Tucker de voormalig drummer van de Velvet Underground. Ook op dit album is Glenn Kotche de drummer van Wilco wederom van de partij. Dit is zonder twijfel zijn meest gepolijste album waarbinnen het eigen Paul K-geluid samen met The Weathermen te veel ondersneeuwt onder materiaal waar te nadrukkelijk de mensen die hij zo bewonderd doorsijpelen  

Het album The Blues for Charlie Lucky vormt samen met The Blue Sun een van de hoogtepunten binnen het oeuvre van Paul K. Op dit laatste album uit 1992 staat ook het anthem ‘Interstate’. Een opzwepende instrumentale track die moeiteloos had kunnen aansluiten op Wild, Wild Mustang van Dick Dale op de vier CD-box Hot Rods & Custom Classics (’96 Rhino) een omissie op de deze uitgave waarin de heilige koe in al zijn verschijningsvormen wordt bezongen. 

De signatuursong Radiant and White van het album Garden of Forking Paths is een van de velen fantastische songs die hij schreef. Zijn liedjes klinken zo puur en echt omdat K. midden in het leven stond en wars was van sterallures en daarbij ook nog eens oprecht geïnteresseerd was in mensen.  

Om zijn veelzijdigheid te onderstrepen verraste Kopasz in 1998 met een conceptalbum A Wilderness of Mirrors. Op dit zeventien blues nummers tellende album neemt hij het Bijbelboek Job als uitgangspunt. Dit album is in 2011 verfilmt en verworden tot een heuse rockopera, geregisseerd door John Bosch. Het album vormt de soundtrack bij dit autobiografische drama waarin hij naast Will Oldham (Bonnie “Prince” Billy) de hoofdrol voor zijn rekening neemt. Paul K. becommentarieerde dit toen destijds zelf als volgt: The movie seems to be about halfway a documentary about the group and the other seems to be an attempt to make an MTV-style music video following the plot of this opera I wrote in 1997,”. 

Naast de literaire zeggingskracht van zijn teksten, waarbinnen humor, cynisme en diepgang een vaak onverwacht verbond sluiten heeft Kopasz ook veel affiniteit met poëzie. Op het Spoken word album Swan Boats @Four uit 2004 werkt hij hierin samen met de Amerikaanse schrijver-dichter Ron WhiteheadWhitehead onderzocht al eens vaker de kruisbestuiving tussen muziek en poëzie dit resulteerde onder andere in samenwerking met Jim James(My Morning Jacket) en Lee Renaldo(Sonic Youth). William Burroughs, Raymond Chandler en James Ellroy waren de belangrijkste literaire inspiratiebronnen voor KopaszZijn poëtische inborst kreeg op The Blues for Charlie Lucky op een prachtige manier kleur door de muzikaal omlijsten versie van Jerusalem van de Engelse dichter William Blake (1757-1827) en de intrigerende spoken word voordracht van The Big Nowhere. 

Ik wil dan ook iedereen die niets van Paul K. in de kast heeft staan absoluut met klem adviseren om te gaan luisteren naar de prachtige liedjes die hij heeft gemaakt. In 2003 verscheen al de anthology Stolen Gems. Daarnaast heeft hij in retrospectief terwijl Kospasz zijn behandeling tegen keelkanker onderging nog drie dubbel cdsamengesteld: Res Ipsa Loquitor (2019)Sotto Voce (2020)en Curriculum Vitae (2020)Op zijn laatste studioalbum uit 2008 staat de onwaarschijnlijk mooie instrumentale Calexico-pastiche Blues for Teddy FranklinHopelijk worden er ook postuum een aantal van zijn albums op vinyl uitgebracht. 

Many of my songs will be forgotten” zong Paul K. ooit als eerbetoon aan David Ruffin, leadzanger van the Temptations. Laten we hopen dat dit voor de prachtige liedjes van Paul Kopasz niet opgaat! 

Albums Paul K:

  • Patriots (1988) 
  • The Big Nowhere (1991) 
  • The Killer in the Rain (1992) 
  • The Blue Sun for Elizabeth (1992) 
  • Blues for Charlie Lucky (1993) 
  • Garden of the Forking Paths (1993) 
  • Now and at the Hour of our Death, Amen (1996) 
  • Archilles Heel (1995) 
  • Love is Gas (1997) 
  • Wilderness of Mirrors (1998, documentaire verscheen in 2011) 
  • Terminal Hotel (2001) 
  • Maintain Radio Silence (2008)