Muzieklegende Quincy Jones (91) overleden

Producent en muzikant Quincy Jones is zondag overleden, omringd door zijn familie, in zijn woning in Los Angeles. Hij is 91 jaar geworden.

Jones werkte gedurende zijn carrière met talloze bekende sterren. Zijn bekendste werk maakte hij met Michael Jackson. Hij produceerde onder meer de zeer succesvolle albums Off the Wall, Thriller en Bad. Ook werkte Jones met onder anderen Frank Sinatra, Aretha Franklin en Donna Summer en stond hij aan de wieg van de liefdadigheidssong We Are the World. Jones’ werk leverde hem tachtig Grammy nominaties op, meer dan 28 Grammy’s en een ere-Grammy in 1991.

Jones ontdekte de muziek al vroeg en begon op de trompet. Op zijn tiende verhuisde het gezin naar Bremerton, Washington, waar hij een blind vriendje kreeg dat piano speelde. Met deze jongen, later bekend als Ray Charles, vormde Jones een combo dat op bruiloften en in jazzclubs speelde.

Jones kreeg een beurs om in Boston muziek te studeren, maar hield daarmee op toen hij de kans kreeg om als trompettist te toeren met bandleider Lionel Hampton. Snel viel zijn talent voor arrangeren op.

In 1956 trok hij als trompettist en muzikaal leider met de Dizzy Gillespie Band door het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. Daarna studeerde hij compositie en muziektheorie in Frankrijk. Met een aantal jazzorkesten toerde hij door Europa en, eenmaal terug, met zijn eigen big band door Noord-Amerika. Dat werd muzikaal gezien een succes, maar Jones verloor er veel geld mee. Hij trad noodgedwongen in dienst bij platenmaatschappij Mercury Records, waar hij het schopte tot vicepresident, als eerste zwarte persoon ooit op die positie.

Hollywood trok en Jones verhuisde naar Los Angeles. In de decennia die volgden schreef hij er voor Miles Davis, Frank Sinatra, Dinah Washington en natuurlijk voor Michael Jackson. Met de laatste maakte hij het album Off the Wall, dat 20 miljoen exemplaren verkocht. Daarmee werd Jones in een keer de machtigste platenproducer die er was. Van het daarop volgende Thriller gingen daarna ruim 50 miljoen albums over de toonbank. Het werd het best verkochte popalbum aller tijden.

Onder eigen naam oogstte Jones waardering en succes met onder meer de albums Walking in Space (1969), Smackwater Jack (1971), Body Heat (1974), The Dude (1981) en Back on the Block (1989).

In 1974 overleefde Quincy Jones een zwelling van een bloedvat (aneurysma) in zijn hersenen maar nét. Hij onderging twee grote operaties, revalideerde een half jaar en mocht nooit meer trompet spelen.

Jones trouwde drie keer en had zeven kinderen.