×

Nieuws

25 september 2013

Het prachtige muzikale leven van John Martyn

Geschreven door: Dick Hovenga

Label: Island

Met het uitkomen van de overweldigende boxset The Island Years pakken we de grote kans om optimale aandacht te geven aan de legendarische singer-songwriter extra ordinaire John Martyn.

Dat John Martyn een van de grootste Britse singer-songwriters van de vorige eeuw was is aan Nederland voor een groot gedeelte voorbij gegaan. In Groot Brittannië wordt de man echter op handen gedragen en gezien als een ware muzikale legende. Een mooie tweede kans om het werk van John Martyn te leren kennen, kregen we enkele jaren terug met de heruitgaven van zijn eerste 7 albums, waaronder de 2 met zijn toenmalige vrouw Beverly, die toen in fraaie geremasterde versies uitgebracht werden. Met de zeer uitvoerige boxset The Island Years krijgen we nu een geweldige derde kans.

John Martyn

Ondanks het feit dat vaak wordt gezegd dat John Martyn een Schotse artiest is werd hij als Iain David McGeachy geboren in het Britse New Malden, Surray. Door de scheiding van zijn ouders op 5 jarige leeftijd reisde hij echter op en neer van Engeland naar Schotland. Reeds op 17 jarige leeftijd maakt hij zijn entree binnen de muziekwereld. Beïnvloed door de Amerikaanse bluesgrootheden Robert Johnson en Skip James, de Schotse traditionals en de elektrische folk van Davey Graham begint Martyn songs te schrijven en op te treden in zijn geboortestreek. Zijn leermeester is in die periode de legendarische zanger Hamish Imlach die hem de eerste belangrijke levenslessen in de muziekbizz leert.

Verhuisd naar Londen, waar rond de midden jaren 60 een enorme folk opleving plaats vindt met Bert Jansch, Ralph McTell en Al Stewart, wordt hij al snel de meest populaire. Dat ontgaat ook platenlabelbaas Chris Blackwell niet. Waar zijn Island Records eerst nog een zwarte reggae artiesten basis heeft wordt Martyn zijn eerste blanke signing.

Reeds een jaar na de ondertekening van het contract debuteert Martyn op 20 jarige leeftijd met London Conversation. Het album bevat prima songs in de Britse folk stijl, maar laat nog maar een glimp horen van waar hij toe in staat zal blijken te zijn (al blijft zijn versie van Dylan’s Don’t Think Twice, It’s All Right van een buitengewone schoonheid). Zijn kenmerkende ritmische gitaarspel en zijn opvallende rasperig warme stem maken echter indruk. Met zijn tweede album The Tumbler, geproduceerd door Al Stewart, zet hij gelijk een verandering in door jazz elementen zowel in zijn muziek als zijn manier van zingen toe te passen. De natuurlijke wijze waarop dat gebeurt maakt indruk. Ook tijdens zijn live optredens blijft hij experimenteren. Zo is hij een van de eersten die de Echoplex gebruikt, een apparaat waarbij je loops van je eigen gitaarpartijen kan maken en daar overheen kunt spelen. Het maakt de sound van de geëlektriseerde akoestische gitaar warm en vol en zal zijn spel in de daarna liggende jaren zowel live als in de studio gaan bepalen.

John Martyn & Beverly KutnerTijdens het toeren voor zijn tweede album leert hij ook Beverly Kutner, een zangeres uit Coventry, kennen met wie hij trouwt. Ze maken samen gedurende het jaar 1969 de twee albums Stormbringer en The Road To Ruin, waarbij verschillende opnames gemaakt zijn in het legendarische Woodstock, N.Y., en waar o.a. The Band drummer Levon Helm te horen is. Op het album is tevens de eerste samenwerking met Pentangle bassist Danny Thompson te horen. In de loop van zijn carrière zullen de songs van Martyn vaak worden gekenmerkt door het overweldigende akoestische bas spel van Thompson. Na de 2 duo albums begint Martyn met de opnamen van een derde solo album. De redenen waarom er geen derde duo album komt worden opgehangen aan het feit dat Beverly voor hun kinderen wil zorgen, maar er wordt ook gezegd dat haar stem Island niet meer aanstond.

Martyn’s derde album Bless The Weather blijkt gelijk zijn opening naar een groot publiek te zijn. Sprankelende songs die van een palet van jazz, folk, blues, rock beïnvloed door het Noord Afrikaanse, Midden Oosten en Jamaica geschreven lijken te zijn. Zijn eerste meesterwerk, waarop zijn excellente stijl zich openbaart blijkt het daarop volgende album Solid Air te zijn. Met het prachtige atmosferische titelnummer, wat is opgedragen aan zijn goede vriend Nick Drake, de misschien wel meest getalenteerde folk singer songwriter van zijn generatie die tijdens de opnamen van het album, in 1974, aan een overdosis antidepressiva overlijd, wordt de toon gezet voor een album waarvan de songs krachtig, sterk melodisch en de muziek experimenteel en toch toegankelijk is. Ook songs als I Don’t Wanna Know en de geweldige extatische cover van Skip Jones’ I’d Rather Be Devil mogen hierin niet ongenoemd blijven. Eric Clapton covert vervolgens het sterke May You Never (voor zijn legendarische album Slowhand) en America Head And Heart waardoor de songs van Martyn zich ineens ook verbreiden onder een geheel ander publiek.

Met Inside Out continueert Martyn zijn status en zijn songs klinken door het intensieve gebruik van de Echoplex nog dieper en bluesier. Waarbij hij ook zijn stem steeds meer in de muziek laat versmelten. Het album kan als een van zijn meest experimentele albums de boeken in. Met Sunday’s Child keert hij terug naar een meer toegankelijke vorm en maakt hij gelijk zijn 2de meesterwerk. In een prachtige mix van akoestische en elektrische songs laat een gedreven vakman horen waartoe hij in staat is. Songs als You Can Discover, My Baby Girl, het eclectische Root Love en het zeer fraaie Lay It Down behoren tot zijn allermooiste werk.

Dat zijn concerten van dezelfde eenzame klasse zijn bewijst vervolgens Live In Leeds, een album dat niet via Island uitkomt omdat ze er geen heil in zien, maar via een eigen label. De eerste 10.000 stuks worden genummerd uitgebracht en blijken een groot succes. Het album laat de grandioze samenwerking horen tussen Martyn en bassist Thompson en vooral het lange Inside Out (die in zijn geheel 18:57 telt) maakt diepe indruk.

Phil and John at the mixing desk..Phil Collins, Martin Levan, John Martyn..Rond dezelfde periode geeft hij in interviews aan gedeprimeerd te zijn en verslaafd aan alcohol. Zijn carrière schaadt het nog net niet, maar alcoholisme zal gedurende de jaren 80 en 90 wel degelijk zijn tol gaan eisen. Het overzichtsalbum Best Of John Martyn sluit zijn markante eerste jaren af. Waarna Martyn geweldig terugkomt met het voortreffelijke One World het album dat op basis van de song Small Hours wel gezien wordt als de markante voorloper van de triphop. Veel van de songs werden in de buitenlucht opgenomen met geluiden uit de natuur als stromend water uit een meer wat dichtbij lag. Ook het daarop volgende meesterlijke album Grace And Danger wordt gezien als een meesterwerk. De medewerking met toenmalig Genesis drummer/zanger Phil Collins en de emotionele teksten die verhalen over de scheiding van Beverly maken diepe indruk. Collins zal vervolgens ook het daarop volgende album Glorious Fool produceren.

Na dit album verlaat Martyn Island records om daar vervolgens via een grote omweg voor 2 albums weer terug te komen. Met Sapphire (1984) horen we een herboren Martyn die met de halverwege jaren 80 fameuze Bahamas, Nassau sound (bekend geworden via Marianne Faithful en Grace Jones) zichzelf opnieuw uitvind. Met gitarist Barry Reynolds en bassist Alan Thomson als sidekicks en prachtsongs als Acid Rain en het titelnummer als grote trekkers is Martyn helemaal terug. (De prachtige hoesfoto is van Anton Corbijn). Ook het daarop volgende Piece By Piece is een prima album. Net als Sapphire vrij ver van de folk vandaan en meer rock/pop georiënteerd en met geweldige songs als Lonely Love en het robuuste John Wayne als hoogtepunten. Vooral laatstgenoemde song is live al snel een hoogtepunt zoals het op Piece By Piece volgende live album Foundations goed laat horen. Een elektrische John Martyn nog steeds in topvorm. Met dit live album en het door Island afkeuren van zijn nieuwe album The Apprentice verlaat Martyn uiteindelijk zijn vertrouwde platenlabel toch raar via de achterdeur.

John MartynMartyn blijft over de jaren een flinke schare fans trekken met afwisselend goede en mindere albums. Zijn live optredens blijven echter immer boeiend en de opnames daarvan behoren tot zijn allerbeste. Aanraders zijn daarbij Philentrophy (1983), 95 Live (95), Live At The Town And Country Club’(86) en Live At Leeds/Kendal (86). Met het album On The Cobbles uit 2004, een zeer consistent en merendeels akoestisch album, verbaast hij in de nieuwe eeuw iedereen. Rond dezelfde periode hoort Martyn echter het ernstige nieuws dat door een ziekte zijn rechterbeen vanaf zijn knie zal moeten worden afgezet. De depressie die daarop volgt brengt zijn alcoholisme in volle glorie terug en doet hem uitgroeien tot dik 135 kilo. Zittend op een kruk weet hij tijdens de vele optredens die hij dan nog geeft met zijn markante gitaarspel en zang het publiek nog steeds optimaal te ontroeren.

In 2006 trad Martyn op in de Londense Barbicon en speelde daar het complete Solid Air album in de serie Don’t Look Back. Het optreden was een geweldig succes en bracht Martyn weer volop in de schijnwerpers. Al helemaal toen hij in 2008 door de BBC groots werd gehuldigd op basis van alles wat hij voor de Britse muziek heeft betekend. Het bracht hem ertoe om Grace And Danger, een van die andere Martyn meesterwerken en Martyn’s eigen favoriet, als uitgangspunt te nemen voor een uitgebreide tournee. Het bleken zijn laatste optredens te zijn. Toen hij na de tour uitgeput naar zijn (toenmalige) thuisbasis in Ierland ging werd een longontsteking geconstateerd. Hij ging nog wel met vast kracht/goede vriend Gary Pollitt aan de slag met het opnemen van een nieuwe album, maar de longontsteking bleek uiteindelijk toch de voorbode van de verslechtering van zijn gezondheid. John Martyn overleed, toch nog onverwacht snel, op 29 januari 2009. Het album waar hij aan bezig was werd door Pollitt afgemaakt, Heaven And Earth gedoopt en betrof een zeer persoonlijke collectie songs die een duidelijke reflectie lieten horen naar de laatste periode van zijn leven.

Met de dood van John Martyn verloor de wereld een van de allergrootste muzikanten. Niet alleen als geweldig songschrijver, die zijn persoonlijke gevoelens briljant onder woorden kon brengen en fantastisch in muziek, maar ook als een van de meest markante stemmen en geniale gitaristen zal Martyn in de herinnering voorleven.

Volledige discografie:

  • John Martyn – London Conversation (1968)
  • John Martyn – The Tumbler (1969)
  • John & Beverly Martyn – Stormbringer (1970)
  • John & Beverly Martyn – The Road To Ruin (1970)
  • John Martyn – Bless The Weather (1971)
  • John Martyn – Solid Air (1973)
  • John Martyn – Inside Out (1973)
  • John Martyn – Sunday’s Child (1975)
  • John Martyn – One World (1977)
  • John Martyn – Grace And Danger (1980)
  • John Martyn – Glorious Fool ( 1981)
  • John Martyn – Well Kept Secret (1982)
  • John Martyn – Sapphire (1984)
  • John Martyn – Piece By Piece (1986)
  • John Martyn – The Apprentice (1990)
  • John Martyn – Cooltide (1991)
  • John Martyn – And (1996)
  • John Martyn – The Church With One Bell (covers album)(1998)
  • John Martyn – Glasgow Walker (2000)
  • John Martyn – On The Cobbles (2004)
  • John Martyn – Heaven And Earth (2011)

Live albums en verzamelaars:

  • Live At Leeds (1975)
  • So far So Good (1977)
  • The Electric John Martyn (1982)
  • Philentrophy (1983)
  • Foundations (1987)
  • BBC Radio 1 Live in Concert (1992)
  • Couldn’t Love You More (1992)
  • No Little Boy (1993)
  • Sweet Little Mysteries: The Island Anthology (1994)
  • Live (1994)
  • Serendipity — An Introduction To John Martyn (1998)
  • Germany 1986 (2001)
  • The Brewery Arts Centre, Kendal 1986 (2001)
  • Live At The Town & Country Club, 1986; Collectors Series 2 (2001)
  • Live At The Bottom Line, New York, 1983; Collectors Series 3 (2001)
  • Live In Milan, 1979; Collectors Series 4 (2002)
  • Solid Air — Classics Re-visited (2002) (compilation of previously released tracks)
  • Live in Concert At The Cambridge Folk Festival BBC 1985 (2003)
  • Late Night John (2004)
  • In Session (live) (2006) (BBC sessions, recorded for John Peel and Bob Harris, between 1973 and 1978)
  • BBC Live In Concert (2007)
  • The Battle of Medway: 17 July 1973 (live) (2007)
  • Anthology (2007)
  • The Simmer Dim (2008)
  • The July Wakes (2008)
  • Ain’t No Saint (2008) 40-year anthology
  • May You Never — The Very Best Of (2009)
  • The Island Years (September 2013) 18-disc box set