Eilen Jewell 2013 – Een tourimpressie
Eilen Jewell kent geen eerzucht bij het schrijven. Ze beschouwt haar songs letterlijk als gaven, en je kunt je niet beroemen op wat je in de schoot valt. Als uitvoerend artieste vecht ze wèl met haar ambitie, haar ingewortelde wil om een volmaakt optreden neer te zetten: “I have to remind myself constantly that perfect has no place in reality”.
Jewells streven naar vlekkeloze uitvoeringen leidt echter nooit tot in hun onberispelijkheid identieke versies van dezelfde nummers. Met haar bui van de dag verschillen de accenten in de voordracht – verschillen waarop moeiteloos wordt ingespeeld door misschien wel het beste begeleidingstrio in het hedendaagse popcircuit. De geboren chanteuse weet haar gemoedstoestand elke avond dienstig te maken aan onherhaalbare vertolkingen van haar werk.
Zo benutte ze in Den Bosch de extra adrenaline van de tourstart – nog eens 220 volt omhoog gejaagd als gevolg van een ongelukje met het Europese stopcontact in de kleedkamer – door de show een overdonderende vaart mee te geven, onder meer resulterend in de uitbundigste versies van Queen of the Minor Key en Warning Signs die ik tot dusver heb meegemaakt. Tijdens haar verjaardagsconcert, op 6 april in het intieme Amsterdamse Bitterzoet, won ze de bezoekers met een voorstelling die qua sfeer gekenmerkt werd door de zelfbewuste charme van de birthday girl, vastbesloten om ook op de bühne het middelpunt van de feestvreugde te zijn.
Intussen probeert Eilen op geen enkele wijze haar humeur van de avond aan haar toehoorders op te leggen. Haar eigen stemming kleurt weliswaar ieder lied, maar in onmiddellijke wisselwerking met de luisteraars. In Jewell komen de entertainer en de gastvrouw samen, en in beide rollen ontgaat haar vrijwel niets.
Eilens vermogen om adequaat te reageren op de aanvangstemperatuur in de zaal bleek meer dan ooit bij het besluit van de vroege voorjaarsrondreis, een sessie voor Crossroads Radio in Bergen op Zoom, waar ze geconfronteerd werd met een eerbiedig aan de stoelen(!) gekluisterd publiek, zonder één toevallige passant. De van zichzelf al zo veeleisende zangeres verkrampte geen moment onder de bijkomende druk van de adoratie vooraf. Totaal anders dan in Amsterdam – waar ze tussen de nummers door weer eens haar brille als stand-up comedian had gedemonstreerd – koos ze er in het Bergense Vestzaktheater voor om de songs met vriendelijke ingetogenheid aan elkaar te praten. Muzikaal zette ze de toon door de set in te luiden met een sober Only One en niet, zoals gebruikelijk, met een van haar rockers. De laatste kwamen wel voorbij, maar het karakter van het optreden werd bepaald door folk, country en blues, in de geest van de hier verzamelde bewonderaars. Eilen luisterde het programma op met drie songs die niet vaak de speellijstjes halen. Hoewel een stuk van Loretta Lynn vast onderdeel is van elke uitvoering, geldt You Wanna Give Me a Lift in dit departement als een zeldzame variant. In de afdeling jazz/blues opteerde Jewell voor de ongebruikelijke vervanging van Billie Holiday’s eigen Fine and Mellow door Nobody’s Business, dat Billie en Eilen eveneens allebei op de plaat hebben gezet. The Sacred Shakers – de gospelband waarvan zij en haar groep ook deel uitmaken – kregen aandacht via een ongekunsteld lyrische uitvoering van de traditional Twelve Gates to the City, opnieuw geen dagelijkse kost, en bovendien een uiting van Jewells niet door enige mode beperkte artistieke moed.
De uitzonderlijke kwaliteit van de surprises was in Bergen op Zoom op zijn minst gelijk aan de intensiteit die Eilen in het vertrouwder werk wist te leggen. Ze nam met vreugde de gelegenheid te baat om in deze ontvankelijke ambiance de schakeringen per luisterliedje recht te doen, waarbij ze tevens de emotionele afwisseling tussen de songs scherp in de gaten hield. The Flood maakte duidelijk dat haar woede over het optreden van de overheid vóór en ná Katrina acht jaar later op geen enkele wijze is bekoeld, maar die bittere aanklacht vond een tegenwicht in de luchtige verleiding van Too Hot to Sleep, terwijl de gelaten zwartgalligheid van Fading Memory werd gecompenseerd door de bloeddorst in One of Those Days.
Het hoogtepunt van de avond was Sante Fe, Jewells beste nummer tot nu toe. In Bergen op Zoom zong ze het met een gezag en een hypnotiserende gratie die zelfs de voor mij tot dan toe onaantastbare studioversie overtroffen. En daar waar ieder volgend woord tekort zou schieten, drukte haar coda op mondharmonica alle spijt en verlangen uit die gepaard gaan met haar gepoëtiseerde herinneringen aan de stad in kwestie. Wat Dylan met hetzelfde instrument bereikt in sereniteit aan het slot van Every Grain of Sand, dat wist Eilen hier live te evenaren in hartstochtelijk heimwee.
Jewell kwam naar Europa zonder een onlangs uitgebrachte CD – voor tal van musici een handicap waar ze geen raad mee weten, voor Eilen de gelegenheid om een telkens veranderende staalkaart van haar eigen oeuvre en de hier schijnbaar vanzelfsprekend in verweven standards te presenteren. Ook in dit opzicht was de lentetrip voor de toeschouwer instructief. Jewell kan nu al evenwichtige bloemlezingen uit haar eigen catalogus voor het voetlicht brengen, die voor de toeschouwers niet minder spannend zijn dan de introductie van een nieuw album.
Eilen Jewell overstijgt de grenzen van de americana, met popmuziek in de breedste zin van het woord – van anonieme volksliedjes via Holiday’s blues en de klassieke country van Stonewall Jackson en Loretta tot haar eigen composities, die op een even veelzijdige manier door een complex van levende tradities zijn geïnspireerd als het werk van bijvoorbeeld David Olney op One Tough Town. Ze bewijst permanent het ongelijk van de bij voorbaat verveelde snob in elke criticus: God zij dank heeft niemand ooit alles al gezien.
Foto’s: Hans Janssen (contact)