×

Nieuws

04 september 2014

Concerto Palatino & La Dulcezza – Antonio Bertali

Geschreven door: Robert Spannenberg

Het werd bijna een Galaconcert 3 september met Concerto Palatino, La Dolcezza en een vocale sterbezetting. Het publiek was duidelijk onder de indruk van het zelfbewuste optreden van Harry van de Kamp en Wolf Matthias Friedrich. Vanaf het eerste motet klonk na elk werk spontaan applaus. Helemaal onterecht was dit zeker niet, want dit motet – Vidi Lucifero van Antonio Bertali – dat als een opera voor twee bassen begint, wordt plotseling achtstemmig en sluit af met prachtig uitgevoerde virtuoze polyfonie.

Het concert was gewijd aan vocale en instrumentale werken van Antonio Bertali (1605-1669). Deze Noord-Italiaanse componist kreeg vanaf zijn zesde muziekonderricht in de kathedraal van Verona en op zijn negentiende vinden we hem terug in Wenen als muzikant in de hofkapel van keizer Ferdinand II. Pas op zijn 44e werd hij er kapelmeester, maar niet nadat hij furore had gemaakt als hofcomponist en een excellente reputatie had opgebouwd als violist. Dit laatste heeft zeker zijn sporen nagelaten in zijn composities. Hij werd beroemd door zijn moderne componeertrant van virtuoze eenstemmige zang, sierlijk begeleid door instrumenten, waarnaast ook plaats was voor meerkorigheid en de meer archaïsche polyfone Palestrinastijl.

Een andere rode draad in de programmering van de vocale werken is dat ze allen bewaard zijn gebleven in de muziekbibliotheek van het Tsjechische Kromeriz.

Zo kon het dat tussen al deze Latijnse werken van Bertali een Duitstalig werk klonk van J. Andreas Kern. Sopraan Maria Cristina Kiehr zong de rol van Maria in deze Dialogus Germanicus inter Mariam et Peccatorem, waarbij ze werd bijgestaan door tenor David Munderloh. Maria werd begeleid door strijkers en de Peccator kreeg de blazers toegewezen. Aan het slot werden de twee partijen samengevlochten tot een hartstochtelijk duet.

Er waren toch ook wat barstjes in het mooie vernis: zo kon de timing tussen de verschillende instrumentgroepen beter. Bruce Dickey dirigeerde van opzij, al spelend, maar de meerkorige werken verdienden een centraal opgestelde dirigent.

Bertali kwam in zijn Missa Redemptoris tot prachtige vondsten, zoals het dramatische ‘Crucifixus’ en het in een zalige driekwartsmaat gegoten ‘Hosanna’. Maria Cristina Kiehr stelde in de mis echter teleur, doordat haar stemgeluid wat pover aandeed vergeleken met de warme en meer zelfverzekerde stem van sopraan Magdalena Harer.

De instrumentale werken waren een aaneenschakeling van essentiële emoties en allesbehalve divertimenti. De musici van Concerto Palatino en La Dolcezza vulden elkaar prima aan en traden in wisselende bezetting op. De Sonate a due Chori, waarbij Veronika Skuplik werd begeleid door een strijkersgroep en Dagmar Valentova door drie blazers, liep uit op een duel van pure gratie. Zeker een van de hoogtepunten van het programma.