×

Recensie

Metal

29 mei 2013

Alice in Chains

The Devil Put Dinosaurs Here

Geschreven door: Richard Verbrugge

Uitgebracht door: Virgin

The Devil Put Dinosaurs Here Alice In Chains Metal 4.5 Alice in Chains – The Devil Put Dinosaurs Here Written in Music https://writteninmusic.com

Tijd. Ondoorgrondelijk, regelmatig, onontkoombaar, irreëel, magisch. Een concept van ordening, maar ook oorzaak van wanhoop. Dictaat van het zonnestelsel of illusie? Over het concept tijd is veel geschreven, maar het is en blijft moeilijk te definiëren zonder te verzanden in metafysische definities.* Tijd is onverbiddelijk verbonden met dit album want de titel refereert aan theorieën over de leeftijd van de aarde. Sinds bisschop Ussher in 1658 (in Annals Of The World) de leeftijd van de aarde berekende op basis van gegevens uit de bijbel en uitkwam op een start in 4004 voor Christus, is er discussie. Geloven staat vrij en iedereen mag geloven wat hij wil, maar op het moment dat men op basis van religieuze werken exacte gegevens gaat claimen wordt het kwetsbaar. Ussher’s berekening werd warempel in 1993 (!) nog eens dunnetjes overgedaan door Floyd Nolan in The Chronology Of The Old Testament. Belangrijke elementen in hun berekeningen zijn de leeftijden van Bijbelse figuren als Adam die 930 jaar werd en Methusalem die 969 jaren klokte voor hij stierf. In de voorbije eeuwen hebben geologie, de vondst van fossielen (waaronder skeletten van dinosauriërs), radiometrische datering en halfwaardetijd van de elementen (tabel van Mendel) bewezen dat de aarde ca. 4,5 miljard oud is. Het verschil is dusdanig groot dat de leeftijdsberekening van de aarde op basis van Bijbelgegevens geridiculiseerd wordt door wetenschappers. Daar komt bij dat in Genesis met geen woord wordt gerept over dinosauriërs, toch geen beesten die je over hoofd ziet als ze destijds zouden leven. Overigens vind je bijvoorbeeld ook geen kangoeroes terug in de bijbel omdat die in een ander deel van de wereld leefden dan in het deel van Afrika en Azië waar de Bijbelverhalen zich afspelen, maar dat terzijde. Wat Alice In Chains met deze titel bereikt is dat er over het album wordt gediscussieerd en zoals elke marketingexpert weet: “there’s no such thing as bad publicity.” In tijden waarin de cd verkoop jaar op jaar met tientallen procenten keldert en er toch honderden releases per maand plaatsvinden is aandacht uit marketingperspectief het hoogste goed. Kortom, slimme zet.

Dan de muziek. De eerste, sterke single Hollow kennen we inmiddels al maanden. Het nummer bevat alle ingrediënten die zo typerend zijn voor Alice In Chains: loodzware gitaarriffs, bezwerende zang, repetitieve arrangementen en een hypnotiserende sfeer. De tweede single Stone is zelfs nog beter en had zo op de band sterkste album (Dirt) kunnen staan. Het nummer Voices staat bol van de fraaie zanglijnen waarop wijlen Layne Staley trots zou zijn geweest. De band heeft na de succesvolle comeback Black Gives Way To Blue (2009) ruim de tijd genomen om deze opvolger in elkaar te knutselen en dat loont. Het album bevat tal van gave nummers als Low Ceiling, Breath On A Window en Scalpel dat drijft op een akoestisch arrangement. Sterkste nummer is Phantom Limb met een monsterlijke start-stop riff die je nauwelijks uit je kop krijgt. In de moddervette productie van Nick Raskulinecz is een prima balans gevonden tussen gitaar, bas, drums en zang waardoor het album aan kracht wint. Nergens verzandt de band in een dreinende brei. De stem van zanger Will Duvall klinkt inmiddels zeer vertrouwd. Vroeger werd gezegd: Staley is Alice In Chains en Duvall zingt bij Alice In Chains (analogie naar Scott = AC/DC en Johnson zingt bij AC/DC), maar die stelling doet DuVall geen recht. Hij past prima bij de band. De lange zoektocht naar een nieuwe zanger na het derde album heeft een meer dan waardige opvolger opgeleverd. Luister eens naar het afsluitende semi-ballad Choke (wat een vrolijke titels toch altijd…) en de perfecte samenzang met Cantrell. Een winnende combinatie.

Is dat er dan niets te zeuren? Jawel, zo was variatie nooit het sterkste punt van de band en ook op dit album liggen de nummers redelijk in het verlengde van elkaar. Elk nadeel heeft zijn voordeel, want The Devil Put Dinosaurs Here is een heel coherent en consistent album. Een ander opvallend gemis zijn de gitaarsolo’s. Jerry Cantrell is iemand die fantastische riffs uit de hoge hoed kan toveren, maar ditmaal zijn de solo’s wel heel schaars. Typisch een geval van schoenmaker blijf bij je leest. Concluderend mogen we zeggen dat het vijfde studioalbum opnieuw een kraker van niveau is. Chapeau!

* Citaat uit de roman Octagon van ondergetekende.



  1. Hollow
  2. Pretty Done
  3. Stone
  4. Voices
  5. The Devil Put Dinosaurs Here
  6. Lab Monkey
  7. Low Ceiling
  8. Breath On A Window
  9. Scalpel
  10. Phantom Limb
  11. Hung On A Hook
  12. Choke