×

Concert

13 augustus 2018

Belgische jazz blijft heersen op Jazz Middelheim

Geschreven door: Philippe De Cleen

We schudden de eerste festivaldag wat van ons af en staan alweer paraat voor dag twee op Jazz Middelheim. Nog steeds zwoele summertimes op het festival, al bleef het natuurlijk uitkijken met het best wisselvallige weer. Vandaag opnieuw een fijn opgebouwd programma, waarvoor de organisatie onder meer terecht kwam bij Philip Cathérine en publieksfavoriet Mélanie De Biasio. Ook elders viel er best veel moois te zien en horen, onder meer met Brussels Jazz Orchestra (BJO) dat in Park Den Brandt hun vijfentwintigjarig bestaan vierde.

Fons ft. Logan Richardson

In de vroege namiddag mocht Fons ft. Logan Richardson het publiek verwelkomen. Richardson is natuurlijk een bekende naam in het jazzmilieu, heeft ervaring genoeg en kreeg vanuit de organisatie de vraag om een paar jonge jazzknapen (respectievelijk saxofonist Lennert Baerts, drummer Gert-Jan Dreessen en gitarist Jeroen Reggers) mee op sleeptouw te nemen. Daar kunnen we eigenlijk alleen maar eerbied voor hebben. En hoewel de tent zeker niet volledig gevuld was, zagen we toch een heel fijn, zij het voorlopig nog wat studentikoos gelegenheidsproject. Speciaal voor dit optreden werden een aantal composities geschreven, drie suites (o.a. What Lies Beyond en King In The Land Of Esteem), en werden een aantal wat oudere titels onder impuls van coach Richardson herwerkt. Die liet tussendoor heel duidelijk verstaan dat de muzikanten van Fons geen studenten meer waren, maar volbloed professionals. Hoe dan ook: de zenuwen stonden merkbaar strak bij de groepsleden van Fons, al merkte je ook hoe die naar mate de set vorderde verdwenen. We verdwaalden in het poëtisch mooie Solace en kregen een nog nazinderend, explosief rockend slot. Zij waren zichtbaar tevreden, wij ook. In de marge: mooi om te zien hoe artist in residence Robin Verheyen even een kijkje kwam nemen. De toekomst oogt alvast mooi voor Fons.

Footprint | Brussels Jazz Orchestra

Slalommend tussen de podia troffen we op het zijpodium de in feeststemming verkerende Brussels Jazz Orchestra (BJO) aan. Zij traden maar liefst vier keer aan, telkens met een verschillend project. Footprint mocht openen, waarmee bandleider Frank Vaganée doorheen het hele BJO repertoire ging en een eigenzinnige selectie bracht. Het podium was meer dan gevuld met alle muzikanten en ook de tent liep snel helemaal vol, al viel op dat voornamelijk een wat ouder, geconcentreerd luisterend publiek bediend werd. Geen bezwaar overigens, de aanstekelijke feestmuziek van BJO was immers in vrijwel elk opzicht zowel elegant als tijdloos. Zo kregen we een set met feel good vibes waarin er al eens een grapje afkon (‘zo’n Grammy winnen, gratis naar L.A. vliegen, ik kan het u allen alleen maar aanraden’), en waar prachtige muziek, een zaalbrede sound met rijke, weelderige arrangementen, met onder meer selecties uit de samenwerking met jazzicoon Joe Lovano, vooruitgeschoven werd. Heel fijn optreden.

Simon Segers | De Beren Gieren

Op de Main Stage was het vervolgens de beurt aan De Beren Gieren, drie dolle jazzmuzikanten die zoals steeds een heel eigen, uniek universum scheppen. Met recht en reden stond hun set grotendeels in het teken van hun meest recente album Dug Out Skyscrapers, dat door pers en publiek unaniem op grote waardering mocht rekenen. We zagen hen al eerder de relatief kleine Rataplan bedwingen, maar ook op grotere jazzfestivals zoals Jazz Middelheim geraakten ze in een mum van tijd op dreef. Toppers, échte toppers, deze unieke bende. De aandacht werd natuurlijk getrokken door het energieke, expressieve en innovatieve pianospel van Fulco Ottervanger, die eerder op de dag geïnterviewd werd door Simon Rentner (ga er maar eens aan staan: zo’n Amerikaan titels als ‘De Beren Gieren’ horen uitspreken en de openhartige Fulco een titel als De Belofte Treurwals horen toelichten. Dolle pret). Maar goed: de muziek. Die was wéér prima. Zoals steeds waarlijk een genot om naar te kijken en te luisteren (drummer Simon Segers die in extase, met zijn ogen dicht, de meest complexe drumroffels speelt, het lachende gezicht van Van Pee en de immer bedrijvige Fulco op piano).

Als vanouds maakten zij grote indruk met hun avontuurlijke spirit die het trio naar bijzondere oorden bracht, waardoor het interessant blijft en er geen herhalingseffect optreedt. Tekenden als vanouds aanwezig: de humor (een track als Vakantiebestemming of Oude Beren dat gespeeld werd naar aanleiding van het negenjarig bestaan van de band), het speelse en de volledige overgave. Een meesterlijke set, mee dankzij de inzet van een swingende ritmesectie. De Beren Gieren schepten een magische fantasiewereld waarin zoveel meer kon dan je eigenlijk voor werkelijk kon houden. Hun muziek is net als de erbij horende taal grenzeloos. Zo hoorden we onder meer ‘oudje’ Assebrokken en De Belofte Treurwals waarover Ottervanger eerder op de dag liet weten dat het net als The Weight Of An Image alludeert op het omgaan met een filosofische tegenstelling. Minstens zo opmerkelijk is de grootse routine waarmee het trio daar op dat grote podium stond. Niets zenuwen in bedwang houden, nee relaxt spelen. Setje doen. Game, set en match. Volledig KO en dat al behoorlijk vroeg op de middag. Wij zagen drie Beren Gieren heerlijke jazz serveren. Geen wonder dat de hele tent na het laatste nummer rechtveerde en ze nadien nog vele albums signeerden en nieuwe fans aan zich wisten te binden.

Kaneelvingers | Brussels Jazz Orchestra

Van het bekendere naar het kleinschaligere podium, waar we alweer begroet werden door BJO. Tweede set, maar dan van een heel ander kaliber. Namelijk Kaneelvinger, oftewel: tedere lyriek en jazz. Tekst en geluid die elkaar beurtelings versterken en elkaar soms even raken. Wat kan dat toch zo ongelooflijk mooi zijn, de ervaring van een moment (of meerdere) waarin het gevoel overheerst en het wel heel erg moeilijk wordt om nog naar woorden te zoeken. Daar slaagde het BJO helemaal in. Klank en emotie die een spel van aantrekken en afstoten met elkaar beginnen, een muzikale love affair. Zo was er de inzet van vocaliste Fay Claassens, jazzgitarist Peter Hertmans én de rijke arrangementen van trompettist Bert Joris. Zij brachten een knap programma gebaseerd op de gedichtenbundel Kaneelvingers (2005) van de veelgelauwerde auteur Stefan Hertmans. Rode draad: vingers en handen, die natuurlijk ook in de muziek onontbeerlijk zijn. We zagen helaas een wat ingekorte set, een selectie uit een programma dat nog steeds in de concertzalen loopt.

Philip Cathérine Reunion Band

Nog meer jazzpoëzie kregen we in de vorm van Philip Cathérine Reunion Band. Een historisch concert, zo werd aangekondigd. Alleen al omwille van die unieke bezetting, met onder meer trompettist Palle Mikkelborg, de moeite. Nu we nog de kans daartoe krijgen: de in London geboren Cathérine behoort zonder meer tot de allergrootste musici die ons kleine Belgenlandje rijk is. De Lage Landen zijn overigens al lang te klein voor deze jazzgitarist die in essentie gelijk waar zijn gitaar maar hoeft in te pluggen om harten te doen kloppen of dan weer even stil te doen staan. Op Jazz Middelheim werd het een hartelijk weerzien, daar Cathérine er al verschillende keren speelde. Een ‘historische première’ kregen we, omdat de heerlijke September Man (1974) elpee – vierenveertig jaar oud – weer eens opgediept werd. Althans, voor een aantal fragmenten.

Cathérine is het type muzikant dat blijft zoeken, een wroeter die nooit opgeeft. Een muzikant ook met een exemplarisch gevoel voor zelfrelativering. Het blijft muziek, het mooiste wat het is. Maar ook daarin moet je soms wat geduld uitoefenen. Ook zijn collega-muzikanten bleken warme, lieve en tedere muzikanten die hun ziel en talent het liefst voor zich laten spreken. Zonder grote woorden, zonder breedsprakerigheid, maar gecounterd door poëtische daadkracht en een aardig vleugje humor. Zo zagen we Philip Cathérine bij aantreden zijn gitaar nog wat stemmen om vervolgens kurkdroog “een geduld alstublieft” te vragen. U gaat ons dat vast vergeven, maar wat hebben we een zwak voor deze oudere jazzmusici die een dusdanig aanstekelijk speelplezier leken te hebben dat het die van veel jongere jazzbands wat in de schaduw zet. Wat had de band er zin in zeg, met zowel Cathérine als Mikkelborg als rebelse aanstokers. Regelmatig zat er flink wat fikse peper in het funky gitaarspel van Cathérine. En het samenspel, de interactie tussen de muzikanten, bleek soms behoorlijk indrukwekkend. Volledige overgave, ook bij pianist Jasper Van ’t Hof bijvoorbeeld. Met alles wat er nog in hun brein en lichaam zit, speelde de band echter een wat vreemd concert.

Jasper Van ’t Hof |

In de tent was het heerlijk genieten van de prachtmuziek. Maar: je zag evenzeer duidelijk dat de onderlinge communicatie het af en toe wat liet afweten. Cathérine die duidelijk allerhande tekens gaf maar helaas niet begrepen werd door pianist Van ’T Hof en vice-versa. Meest memorabele passage was die waarin de aanzet gegeven werd tot het door bassist Jon Lee gepende Nineteen Seventy Fourths en toegelicht werd dat het optreden slechts een kwestie was van geduld. Ach, weet u: de tijdscapsule in met Cathérine & co, even terug naar September Man met een van de allerbeste Belgische jazzmusici ooit, er zijn echt véél slechtere momenten in het leven denkbaar. Het leverde de groep een fikse staande ovatie op. Het publiek vroeg overduidelijk naar meer, maar kreeg jammer genoeg te maken met de eeuwig tikkende festivalklok die Cathérine op het einde demonstratief liet zien.

Ergens is die daadkracht ook de rode draad van de dérde BJO set met Tutu Puoane. U weet: we zijn fan. Ook van het We Have A Dream project. Omdat we, zeker in wat donkere tijden, ook nood hebben aan utopieën en we met zijn allen soms nood ervaren om een heel andere toekomst voor ons te zien. Daarover ging het natuurlijk bij hen, maar ook over veel meer. Met songmateriaal dat vurig protest en rebellie liet horen en waarin de global times bevraagd werden. Dat deden ze met songmateriaal waarin het menselijke aspect centraal staat, zoals onder meer Marvin Gaye en high priestess of soul Nina Simone. Nu, af en toe hoorde je de groep tijdens het concert weleens afdwalen, maar wat zou het. Ze namen stelling in en kwamen met soms voor de hand liggende, dan weer gedurfde keuzes. En dat telt natuurlijk ook wel voor wat. Knap hoe ze onder meer via Nina Simone’s Four Women een socio-politiek statement maakten ten faveure van mensenrechten en burgerrechten op het moment dat die meer dan ooit met de voeten getreden worden.

49c8fc42-e639-11e7-86a2-79b3fb5a0fc7_web_scale_0-0710227_0-0710227__1

En dan was het alweer tijd voor de slotact op het hoofdpodium. Mélanie De Biasio hoeven we natuurlijk niet meer voor te stellen. Het volstaat te zeggen dat ze met haar concert op Jazz Middelheim een ontzettend drukke festivalzomer afwerkte. Van het ene festival (o.a. Gent Jazz, Jazz In Marciac,..) naar het andere, al blijft Jazz Middelheim natuurlijk wel een speciale plek. Ze stond er natuurlijk al eens eerder geprogrammeerd. Maar deze keer zagen en hoorden we haar met deels andere ogen en oren, onder meer omwille van het nieuwe Lilies dat nog steeds een van de smaakmakers blijft in de Belgische jazzwereld. De vocaliste uit blackened city Charleroi deed helemaal wat van haar verwacht werd: de tent als een gek doen vollopen. Een zoveelste uitverkochte tent.

Overigens: wat blijft het bijzonder pakkend hoe dat sensuele lichaam beweegt en hoe ze speelt met licht en donker. Tekenend: het hele concert in zwart-, wit- en grijstinten, met focus op dat soms kronkelende lijf en die kleine, fijne handen. Alsof de met de sensualiteit van een Sade gezegende vocaliste doelbewust nostalgie en melancholie wil oproepen. Het resultaat blijft hoe dan ook betoverend en uiterst innemend. Want ook dat is De Biasio, die door het eigen publiek helemaal op handen wordt gedragen. Heerlijk de nacht in met het meisje met de dwarsfluit uit Charleroi. Telkens weer: ontroering, iets dat van de ene stokoude ziel op de andere overgebracht wordt. Tranen van poëtische schoonheid. Jazz met fluwelen handschoentjes. Verfijnd pointillisme. En ook hier weer: een meesterlijke beheersing en tezelfdertijd die volle overgave van haar en haar uitstekende band.

Dat is al duidelijk met opener Let Me Love You dat aangezet wordt middels een tedere, zoete en lichte dwarsfluit. Verderop: singles als Gold Junkies en Your Freedom Is The End Of Me die voor een stevige pit en drive zorgden. En zo ging het van het ene hoogtepunt (het zacht gefluisterde Brother,..) naar het andere, met veel werk uit Lilies zoals de ontzettend lieflijke titeltrack. Ook ouder werk zoals With All My Love charmeerde het aandachtige publiek. Misschien nog het meest indrukwekkend: het contrast tussen de diepe eenzaamheid van Sitting In The Stairwell, een tot de naakte essentie gestripte bluestrack met handclaps, en de dansbaarheid van afsluiter I’m Gonna Leave You (die weergaloze, opzwepende percussie) . Het leverde een duister, intiem en uiterst verleidelijk concert op dat vrijwel elke bezoeker helemaal over de streep trok. And My Heart Goes On, luidde het onder meer in de slotfase, met een publiek dat terecht om een bisnummer vroeg en een mini-setje in ruil kreeg waarbij ze tijdens The Flow een streepje Sweet Darling Pain verwerkte en met I’m Gonna Leave You finaal afscheid van het helemaal overweldigde publiek nam.

We Orchestrate Words |

Tot slot: nog eens BJO met We Orchestrate Words, op papier het meest coole project van BJO. Jazz het fundament, maar dan aangelengd met soul, slam en urban poets en mad DJ skills (DJ Grazzhoppa). En daarmee zat ook festivaldag twee er ook helemaal op.

Meer Jazz Middelheim 2018: