×

Concert

22 oktober 2017

Dynamische avond uitdagende jazz in Ekko

Geschreven door: Frank Gesink

• fotografie door Nausikaä de Blaauw

The Thing

“…en toen sloeg hij op zijn toeter en de ander blies op zijn trommel”, als we een beetje ballen hadden gehad was dit de titel geweest van ons sfeerverslag over het Nijmeegse duo Dead Neanderthals en de Scandinaviërs The Thing die op deze vrijdagavond in Ekko te Utrecht spelen. Van het ontbreken van een stel kloten kun je beide jazz- acts in ieder geval niet beschuldigen. Jazz ja, maar niet het soort jazz dat bij je opa in de woonkamer op zijn grammofoon speelde: improvisatie, noise, rock, minimalisme en grindcore worden allemaal in de blender gegooid deze avond.

Een oogverblindende muur van lampen vormt de backdrop van Dead Neanderthals aankleding vanavond. Hier waren we voor gewaarschuwd, de band speelt wel vaker in het helle licht van bouwlampen of het irriterende geflikker van stroboscopen. We hadden onze zonnebril alvast klaar gelegd op een tafeltje in de woonkamer, daar ligt hij helaas nu nog steeds. Het eerste wat ons opvalt als drummer René Aquarius en saxofonist Otto Kokke hun show beginnen is – en we hadden het eigenlijk al kunnen raden, maar soms wordt je toch nog verrast – dat je op een saxofoon blaast en op een drumstel slaat. Pfiew, gelukkig hebben we dus afgezien van de hierboven genoemde werktitel, het had ons een hoop verbaasde reacties opgeleverd. Het duo trapt het gas in en knalt in ruim 15 minuten hun set er doorheen.

Dead Neanderthals

Aquarius houdt een stevig grindblast-achtig ritme aan en varieert dat met zo nu en dan een speelse break. Of is het om er voor te zorgen dat hij geen lamme arm krijgt? Het monotone doortimmeren is vast geen makkelijke taak. Kokke speelt op zijn sopraansax zo mogelijk nog meer monotoon, lang aangehouden tonen domineren. Zo hebben ze in het verleden wel eens wilder, speelser en agressiever gespeeld, deze avond is het resultaat bijna dromerig en trance-opwekkend. Het gebrek aan variatie is in dit geval zeker een pluspunt.  Een iets hoger volume had de muziek goed gedaan en de ervaring nog intenser gemaakt. Dead Neanderthals speelt voor hun doen erg zacht. Een extra track had ook zeker niet misstaan;  dit waren 15 heerlijke minuten “full blast”, maar 10 minuten extra hadden we zeker nog wel gelust.

Een overenthousiaste fan klampt ons vanuit het niets aan en zegt “bij de merchandise tafel moet je wezen, daar ligt een gelimiteerde LP voor maar 10 euro”. Vreemd, wie is die man en wat moet hij van ons, zo denken we eerst nog. Maar zijn reactie is te begrijpen, want fan zijn van de acts op Noorse labels zoals Rune Grammofon en Smalltown Supersound is zeker een duur grapje. Dus de diehard doet er inderdaad goed aan om de merch leeg te roven vanavond. Dan komt The Thing het podium op: drummer Paal Nilssen-Love, saxofonist Mats Gustafson en bassist (zowel contra- als gitaar) Ingebrigt Håker Flaten. Een band met ook veel internationale ervaring in samenwerking met onder andere Otomo Yoshihide, Jim O’Rourke, Joe Mcphee en Thurston Moore.  Eigenlijk haten we het verplichte voorstelrondje wat zo gebruikelijk is in de jazzcultuur, zo geeft Gustafson toe aan het publiek, “so enjoy yourself and fuck off!”.

The Thing

Vooral opvallend is hoe er in het begin veel gerommelt wordt met de basversterker. Staat het volume niet goed? Hoewel dat inderdaad het geval blijkt hoort het wel degelijk bij het spel, aangezien het basgeluid constant  veranderd; harder, zachter, meer distortion, meer of minder galm. Ook het wisselen tussen contrabas en basgitaar is natuurlijk heel bepalend voor het geluid. Ook worden strijkstok en drumsticks ingezet, afgewisseld tussen snaren plukken of strummen en wordt er met de had getrommeld op de klankkast. Dit allemaal om zoveel mogelijk te variëren en experimenteren.  Dynamiek op de drums uit zich vooral omdat  Paal Nilssen-Love constant in beweging is. Zelfs als er verschillende attributen of zijn drumsticks op de grond vallen speelt hij stug door en weet ondertussen nog tijd te vinden om de spullen van de grond op te rapen.

Het meest minimalistische geluid horen we op de afsluiter, dat tegelijk de meest heftig rockende track is: drumsticks krassen over de bekkens (als nagels over een schoolbord), basgitaar wordt gemarteld en tegelijk dicht bij de versterker gehouden voor veel feedback en de saxofoon hijgt en schreeuwt. Vervolgens wordt een rockgroove gevonden , om toch weer naar minalisme terug te keren en zodoende eindigt de set in doodse stilte. Te weinig liet The Thing zien wat voor alles opslokkend muzikaal monster het kan zijn, maar deze laatste track is voor even perfectie. Maar zelfs op halve oorlogssterkte gebeurde er teveel om op te noemen en kwamen we als publiek oren en ogen te kort. Prachtige avond, met 2 topbands!