×

Interview

13 november 2020

Stephen Emmer, bevlogen reiziger in muziek, deel II

Geschreven door: Marcel Hartenberg

Een lockdown kan je tot allerlei vormen van onrust en ongemak brengen; je weet misschien niet meer waar je het moet zoeken. Wat kun je doen? Het idee van voorover leunen, niet achterover, Create At Home en hoe zeer herhaling fnuikend voor de menselijke geest kan zijn, de impact van tinnitus, het komt allemaal aan bod in een tweedelig interview met Stephen Emmer. Eerder dit jaar verscheen van Stephen Maison Melody en in 2017 werd dat album voorafgegaan door Home Ground. Twee compleet verschillende albums en vanzelfsprekend staan we daar ook bij stil. En er is de recente succesvolle actie van Stephen om aandacht voor kunsten bij de omroepen. Een mooie basis voor een fijn gesprek met een bevlogen mens. Dit is het tweede deel van het gesprek. Het eerste deel verscheen woensdag 11 november.

WiM: Als je de verschillende aspecten van jouw muzikale loopbaan naast elkaar legt, hoe kijk je daar dan naar? In hoeverre zette je die stappen intuïtief? Zou je bijvoorbeeld nu al weten wat je volgende stap kan zijn of misschien juist niet? Dat is gedeeltelijk het geval. Ik probeer vanuit een concept te starten. Vogue Estate was voor mij als gedachte muziek voor bij een denkbeeldige film. Dat had ik me al bedacht voor ik het ging maken. Er was een Engels blad dat vijf albums van mij omschreef als conceptalbums en daar moest ik wel even over nadenken. Ik maakte immers geen Tales Of Topographic Oceans of The Lamb Lies Down On Broadway. Wat wel zo is, is dat de albums die ik maakte van tevoren goed doordacht waren, volgens de opzet die ik in gedachten had. In die zin waren het dus ook conceptalbums. Dat was dus het bewust doordachte deel.

Wat het spontane deel betreft, dat is de manier waar ik me ergens in stort. Zo ging het ook toen ik instapte bij The Lotus Eaters; best complexe muziek waar ik gewoon wel ingedoken ben. Niet dat ik de kwaliteiten van een Jan Hammer heb, ik ben een redelijke muzikant, maar geen virtuoos. Dus spannend om dat te gaan doen, maar ik leg mezelf dan wel op dat ik het ga doen. Zo ging het ook met het maken van een tune voor de KRO. Dat deed ik samen met het Royal Philharmonic Orchestra. Ik had dat nog nooit gedaan en daar stond ik met hen in Abbey Road. Er ging van alles door me heen én dan is het gewoon een kwestie van doen. Dat geldt ook voor Maison Melody. Het was gewoon een kwestie van doen. En, dat heb ik gemerkt, ik werk vanuit mijn eigen uitdagingen het beste. Ik moet mezelf een doel stellen én dan vooral dat ik dan het hele proces nog niet heb doorgrond.

Ik kreeg een compliment van Bart Suér van Dox over Home Ground waar ik nog wel even over moest nadenken. Hij vond mijn muziek forensisch. “Hoe dat dan zo?”, was mijn vraag. Hij gaf aan dat ik de karakteristieken van de soul zo goed had bestudeerd en dat uiteindelijk in muziek had omgezet. Toen pas realiseerde ik me wat voor compliment het was. Het is inderdaad wat ik doe. Ook nu met Maison Melody. Ik bestudeerde de klassieken en de neoklassieken, nagegaan hoe het idioom was en ik heb vooral ook veel muziek beluisterd.

WiM:  Ik wilde nog even stilstaan bij je invloeden én met name bij International Blue. Toen ik International Blue hoorde, kon ik de gedachte aan Scott Walker niet loslaten. Had je hem ook in gedachten? Ik had contact met Peter Walsh, de producer van de latere Scott Walker albums. Ik heb hem voorgesteld om Scott mee te laten doen. Dit was ook, zeg maar, mijn popcroon-album, heel barokke pop met orkestraties. Ik begon daar naar te luisteren en ik vond die muziek veel interessanter dan de gewone pop. Als je de eerste vier albums van Scott beluistert, dan hoor je andere harmonieën. Het is spannende muziek, denk ook maar aan Radiohead, met bijna cinematografische kwaliteiten. Daar heb ik stemmen bij gezocht die ik erbij vond passen. Midge Ure had al een keer No Regrets van The Walker Brothers gedaan en had daar een nummer 1 hit mee gehad. Glenn Gregory vond ik een mooie basstem hebben, in de jaren Tachtig al. Ik was wel een beetje fan van hem. En daar kwam Liam McKahey bij die ik hoorde bij een platenzaak in Amsterdam.

Mooi dat er in Londen in de zomer Londen van 2017 nog een eerbetoon aan Scott werd gehouden (Redactie: dat eerbetoon werd gehouden vooral in het teken van die georkestreerde eerste vier albums, met een paar uitschieters naar Til The Band Comes In, dus eigenlijk het vijfde soloalbum. Scott was in het publiek aanwezig en zong zelf niet. Dat deden vocalisten als Jarvis Cocker, Richard Hawley,  John Grant en Susanne Sundfør. Met deze cast kreeg Scott een sterk en tijdig eerbetoon, ruim voor zijn overlijden anderhalf jaar later.) Die arrangementen, waarvan er veel door held Wally Stott geschreven werden, blijven een lust voor het oor. Juist ook met zo’n groot orkest als op het podium van de Royal Albert Hall stond. International Blue was daarvoor al uitgebracht. En ook toen al wilde Scott geen ouder werk meer doen. Scott blijft toch wel de grondlegger van anders denken in de muziek. Niet volgens standaarden, doe gewoon eens anders, durf de herhaling te doorbreken. Hij onderzocht hoe het anders kon. En die stroming waar Bowie en Jarvis Cocker navolgers van Scott in waren, daar ben ik een enorme fan van.

WiM: We hebben het over muziek die veel aandacht vraagt bij het schrijven, bij het maken. We hebben het ook gehad over de aandachtspanne van jongeren. Hoe kijk je naar de vluchtigheid van muziek zoals je die nu via streaming of anderszins ziet? Ik vind dat heel zorgelijk. De grote kwantiteit die nu op je pad komt, dat is zo ontzettend veel. Het hele idee van ‘Less Is More’ strookt daar helemaal niet mee. Dat past niet binnen de commerciële aanpak. Als je je bedenkt dat er tientallen duizenden nummers bij Spotify wekelijks worden aangeboden, met zulke getallen, dan past een gesprek als wij nu hebben, echt niet bij wat mainstream media kunnen brengen. Recensies worden korter, toegesneden op de hoeveelheden muziek die nu worden geproduceerd. Je kunt wel zeggen dat de jeugd nu een introscan heeft, zoals bij de opkomst van de cd in de jaren Tachtig. Als jongeren nu naar muziek luisteren, dan kiezen ze al heel snel voor door zappen als ze iets te saai vinden. Dat hebben ze misschien ook wel nodig omdat er zo’n ontzettend aanbod is. Je moet dus iets vinden om te filteren. Het vraagt ook om een heel andere manier van schrijven. Composities moeten dus nu meteen al catchy zijn bij de opening.

WiM: Hoe kijk je ernaar, moet je meebuigen of is dat tij te keren? Ik kan mij mijn artistieke vrijheden blijven veroorloven en mijn eigen muziek maken op basis van wat ik verdien met mijn productiewerk. Voor mij geldt dat mijn carrière mijn roeping financiert. Ik ben nooit afhankelijk geweest van een instantie. Dat vraagt om hard werken. Zoals Johnny the Selfkicker ooit zei: “De geest moet waaien.” Ook op het moment dat je subsidie aanvraagt, loop je tegen inhoudelijke sturing aan. Probeer vooral je eigen onafhankelijkheid te organiseren. Charles Ives was een Amerikaanse vernieuwende klassieke componist die muzikaal gezien onafhankelijk wilde zijn en geen compromissen wilde doen. Het componeren deed hij dus naast zijn werk in verzekeringen. Een mooie dualiteit. Ik heb daar enorm veel bewondering voor, voor dit soort eigenheimers.

Ik wil daar ook wel meer voor pleiten, voor eigenheid. Neem bijvoorbeeld ook de opdrachtenmuziek; daarin zitten ook veel brave Hendriken. Ik was ooit uitgenodigd bij een forum voor mediacomponisten. Dat was bij de vorige crisis. We kregen de vraag hoe we omgingen met minder werk. De mensen die naast mij bevraagd werden, gingen uit van ‘Wachten tot de telefoon weer rinkelt.” Mijn antwoord was juist bij het gebrek aan opdrachten er zelf eentje bedenkt en er klanten bij zoekt. Niet achterover leunen en afwachten, voorover leunen, de actie makend. Ik heb vaker mensen opgezocht en gevraagd: “Is het een idee dat…?” Natuurlijk, als muzikant gaat het om het scheppingsproces. Tegelijkertijd moet je wel ook zorgen voor je eigen weerbaarheid. Je wilt immers datgene blijven doen wat je het liefste doet.

WiM: Dus ook het gedachtegoed achter Create At Home? Ja, we zitten nu in een periode waarin we in isolatie thuiszitten. Daarin kun je maar zoveel uren Netflix kijken, zoveel Amazon Prime en misschien heb je al qua klussen opgepakt wat je kon doen. De verveling ligt dus op de loer. Maar maak dan juist gebruik van de tijd die je hebt, het is introspectietijd. Laat je creativiteit stromen, zet je geest aan het werk, leer mediteren, en kom tot andere ideeën, stimuleer je hersenen, leer iets wat je nog niet kent. Dat geeft geestelijke voldoening. Create At Home, Now Is The Time. Wees actief in je isolatie.

En let erop dat je niet steeds meer van hetzelfde doet.  Pas op dat je niet doorlopend in hetzelfde stramien vervalt. Mensen zeggen wel dat wat ik doe, het genre overstijgend denken, het steeds op bezoek gaan in andere genres, dat dat commercial suicide is. Misschien is het commercieel niet interessant, het is wel wat ik nodig heb als artistic survival. Maar meer van hetzelfde doen, dat doodt je geest. Blijf jezelf uitdagen. Verwacht dat niet van een ander. Als je muziek maakt en je leest dit, dan is dat wel iets dat je nodig hebt om over tien jaar nog enthousiast te blijven over de muziek die je maakt.

WiM: Dat in beweging komen, dat is ook wat je laat zien met de actie die je nu gestart bent om zendtijd voor voorstellingen vrij te maken. Hoe kwam je op dat idee? Ik sta met één voet in de mediawereld en met de andere in de culturele wereld. Voor mij viel het spreekwoordelijke muntje gewoon thuis op de bank waarbij ik dacht: “Het zijn twee communicerende vaten, complementair aan elkaar, afhankelijk ook van elkaar. Help elkaar dan ook in mindere tijden. zoals nu dus.”

WiM: Wat heb je er precies mee voor ogen? Als publiek zit je thuis, je mag nergens naar toe. Dat geldt ook voor de kunstenaars, die zitten ook thuis en mogen nergens optreden. En de media? Die putten uit de oude voorstellingen van voor corona. Door die drie partijen tijdelijk op een andere manier te laten samenwerken, bedien je drie partijen met één klap.

WiM: Hoe zou het volgens jou vorm moeten krijgen? Ik ben al weken bezig om uit te gaan van de gedachte van dit noodpodium voor de kunsten via meerdere uitzendkanalen van de publieke omroep. Daarbij moet je dus denken aan tv, radio en internet. Ik heb een basisplan daartoe ingediend bij de omroepen. In hoeverre het in de praktijk zó gaat lopen of anderszins, dat gaan we zien. De gedachte is een of twee weken extra zendtijd voor de kunsten op de verschillende zenders.

WiM: Wat voor reacties heb je gekregen? Hoe reageerden andere artiesten? Hoe reageerde het publiek? De belangrijkste reactie is van de NPO die de oproep en aanzet heeft aangegrepen om tot een daadwerkelijk plan te komen. Daarnaast waren er vele artiesten die me bijvielen. Het was simpelweg te merken dat het erg leef onder de kunstenaars momenteel.

WiM: De actie was succesvol. Het gaat gebeuren. Hoe heb je de NPO meegekregen? Door eerst alle omroepen te overtuigen en door de petitie te starten die door een kleine1000 kunstenaars en kunstinstellingen is ondertekend.

WiM: Wat kunnen lezers (en kijkers) betekenen? Je kunt natuurlijk altijd de petitie tekenen of vrijwillig een bijdrage doen om de mensen achter de schermen van de kunstensector een steuntje in de rug te geven.

WiM: Wat zou je de lezers nog mee willen geven? Ooit richtte ik samen met Arjen Schrama het muziekmagazine Vinyl op. We wilden op een andere manier schrijven over de muziek, de gebaande paden mijden, een andere muziek journalistieke invalshoek, niet als de gevestigde namen. Naar onze mening kon je niet blijven vasthouden aan het jargon dat al jaren de ronde deed. We wilden nieuwe muziekstromingen belichten, dat ook op een vernieuwende manier doen. Wat we wel zagen, was dat de medewerkers toch uiteindelijk in dat stramien terecht kwamen. Het werd dus niet wat ik verwachtte. Maar die geest, het gevoel waarmee wij Vinyl startten, dat zie ik wel terug bij Written In Music. Jullie gaan serieus in op de muziek. Dus daarvoor hartelijk dank. Keep on going!

Jullie weten waar jullie goed in zijn én het is vooral ook zaak daar mee door te gaan. Ik hoop van harte dat dat goed komt. Ik kan me ook wel voorstellen dat er meer interactie nog mogelijk is rondom het maken van een album. Dat is nu vaak achteraf. Misschien is het ook interessant om tijdens het maakproces van gedachten te wisselen.

WiM: Dank je wel. Dat zijn mooie complimenten. En dank je wel voor het gesprek. Ik heb het ook erg op prijs gesteld. Dank je wel.

Foto Stephen: Andreas Terlaak, Thomas Schlijper en andere