×

Interview

09 april 2019

Robert Jan Stips over Supersister Projekt 2019: ik wilde geen nostalgie

Geschreven door: Edwin Hofman

Nederpoplegende Supersister is de laatste tijd weer flink in beeld. In 2018 was er de verzamelbox Memories Are New, die de hele studio-carrière van de band bijeenbracht. En nu is er dan Supersister Projekt 2019, een project van Robert Jan Stips dat zowel een album als een tweetal liveshows behelst. Via de prachtdocumentaire tovenaar van de Nederpop konden we in januari al kennisnemen van het project. Het album, met de lichtelijk bizarre titel Retsis Repus – de lezer mag hier zelf mee aan de slag – kwam in maart uit en bleek al een voltreffer. Omringd door elf muzikanten – veelal uit zijn eigen roemrijke verleden – wist Stips opwindende, mooie en frisse nieuwe muziek te creëren in de geest van Supersister.

Written in Music sprak met Robert Jan Stips in Delft, enkele dagen voor het eerste concert, in het Paard in Den Haag.

Ik heb het album geschreven vanaf najaar/winter 2017. Na de tournee van de Nits (angst). Toen kwam het idee van die documentaire. Aad Link (manager Nits) heeft wat zitten porren. Hij kende mensen die met de Nits al een documentaire hadden gemaakt. Maar de netmanager wilde wel dat er wat meer aan de hand is dan een documentaire over iemand die 50 jaar bezig is. Dus moest er een laag bij. Ik liep in die tijd rond met een vraagteken in mijn hoofd: Zal ik na al die bands waar ik deel van uitmaakte of mee samenwerkte nog nieuwe oude Supersister muziek – in de mind set van Supersister – kunnen schrijven? Of ben ik dat helemaal kwijt? Toen ik dat opperde vond men dat wel een interessant gegeven. Het moest wel een serieus iets worden, met een mogelijke cd-release; er moest ook een percentage drama, spanning inzitten. Het kon in theorie natuurlijk mislukken. Dus dat was voor iedereen een prima plan. Ik heb heel veel reacties op de documentaire gehad. Marcel Goedhart is wel fan dus ik maakte me even zorgen… Als een fan een documentaire gaat maken… Maar hij heeft het heel goed gedaan. Het was in goede handen.

Ik wilde de albumopnamen niet in een saaie studio doen. Ik wilde dat heel graag in strandtent de Fuut (Den Haag) doen. Ik speel daar vaak solo. De eerste keer dat ik daar solo speelde ’s avonds kwamen er net allemaal graafmachines en schijnwerpers voorbij op het strand. Een filmische locatie, ja. Het was ook risicovol. Opnemen kon alleen maar na het seizoen. Oktober dus. Daar zaten we wel even over in. Als het regent of hagelt kun je geen noot opnemen daar met die golfkartonnen dakjes. We zaten daar één keer te vergaderen toen het regende… Het was dus wel soort waaghalzerij. Maar de weergoden waren ons zeer goed gezind. Misschien dat Sacha (van Geest) en Ron (van Eck) daar nog een aandeel in hadden… De akoestiek van de Fuut was geweldig. Telkens kwam de naam van Ry Cooder op. Het geluid van Ry Cooder maar dan heel anders. Al die drumsounds; we hebben heel veel gebruik gemaakt van de akoestiek. We hebben vijf drummers: Marco Vrolijk (natuurlijk van Supersister), Leon Klaasse, Rob Kloet, Cesar Zuiderwijk en Rob Wijtman. Het is grappig om te zien hoe al die drummers verschillen van elkaar. Leuk om te zien. Vijf totaal verschillende werelden.

Rinus (Gerritsen) en Bart (Wijtman) zijn de bassisten in het project. Bas kan helaas niet meespelen live. Dus hebben we voor die plekken de bassist van de Nits ingeschakeld, oftewel: mijn linkerhand, haha. Rinus heeft zich waanzinnig ontwikkeld binnen die twee maanden. Die zei: ‘Ik vind het leuk om te doen, maar die moeilijke dingen…’. Nu speelt ie meer dan de helft van de nummers mee. Hij is er echt ingesprongen.

retsis-repus

Het project is ook een ode aan de oude groep. Zoiets doe je niet als het vervelend is afgelopen. Het ligt me nog steeds na aan hart. De meeste mensen die nu meedoen hebben de band ook echt gekend. Alleen de trombonisten en de strijkers niet. Ik heb de muzikanten niet om het muzikantschap uitgezocht. Ze zijn allen wel oké natuurlijk maar ik dacht bij hen dat ze er ook wel echt betrokken bij zouden raken. Tijdens het schrijven wist ik vaak al wat voor wie was: bij het ene gaat het vooral om gevoel en ervaring, andere nummers zijn weer dusdanig muggenzifterig gearrangeerd… dat is dan bijvoorbeeld juist leuk voor Rob Kloet. Die vindt het leuk om daarin te duiken. Er zitten knap lastige stukken tussen.

Ik wilde geen nostalgie, tenminste… weinig. Ik wilde niet, zeg maar, onze eigen Analogues worden. Weer ergens een pianette of Farfisa orgel opzoeken enzo… Het had best gekund maar het leek mij juist leuk om het uit te bouwen: een nieuwe bezetting. Een die niets te maken heeft met fluit en zessnarige Fender bas. Sacha en Ron moesten gewoon in hun waarde gelaten worden. Dat moet je niet gaan namaken. Dat kan ook sowieso niet… Sacha was zo’n eigen muzikant, zo’n voorbeeld dat vriendschap minstens zo belangrijk is als het muzikantschap. Ik dacht heel rigoreus: Dat worden twee violen en twee trombones.

Het album is niet te lang. Het moest ook op een elpee kunnen; het oude probleem. Ik vind het ook wel prettig hoor, veertig minuten is wel fijn. Mijn solo-optredens gaan ook gewoon door. Maar dat is bijna ontspanning. We zijn nu ook met de Nits bezig. We hebben al drie, vier opnamedagen gehad. Volgens Henk (Hofstede) is het nog maar slechts een kwestie van uitwerken. Dat ging er ook allemaal nog tussendoor, haha. Het is toch best wel veel bij elkaar…