Robert Ellis: Van singer-songwriter met gitaar naar Texas Piano Man
Met zijn nieuwe album Texas Piano Man maakte gitaarman Robert Ellis de grote overstap naar piano. Natuurlijk had hij op vorige albums daar al eens achter gezeten maar voor zijn nieuwe album koos hij ervoor de songs met piano te schrijven en deze ook zo op te nemen. Het levert een album op dat Ellis toch weer van een andere kant laat horen. Hoog tijd om de man weer even te spreken dus.
WiM: Van countryman naar pianoman lijkt best een grote stap.
‘Je chargeert het nu wel een beetje maar ja dat doe ik eigenlijk zelf ook. Op de foto’s van mijn eerste albums werd ik geportretteerd als een singer-songwriter annex plattelandsman. Voor mijn nieuwe album maakte ik maar even de hele crossover compleet met wit pak achter een piano in de natuur. Het is, zeg maar, mijn nieuwe image (lacht) maar iedereen die goed naar het album luistert hoort toch duidelijk dat ik het ben. Muzikaal vind ik alles niet eens zo heel anders klinken dan op mijn laatste albums. Muzikaal dingen uitproberen heb ik altijd al gedaan en ik ben ook opgegroeid met piano singer-songwriters als Randy Newman, Jackson Browne, Billy Joel en Elton John. Die laatste is voor iedere Amerikaanse piano spelende muzikant zo ongelooflijk belangrijk geweest. Vooral omdat hij naast zijn prachtige ballads zoveel rock en dus energie in zijn songs gooide. Zijn eerste 7 a 8 albums zijn onovertroffen’.
WiM: Om een album met een song als Fucking Crazy te beginnen creëer je wel gelijk een probleem.
‘Ja, dat is ook een beetje opzettelijk. Je trekt wel gelijk een hoop aandacht naar je toe. Hoewel de kans dat je op de radio gedraaid gaat worden dan ook lastiger is. Acht, het creëert mooie aandacht voor het album en met een volgende single komt het dan wel allemaal goed. Het is ook een manier om mijn nieuwe image wat naar voren te duwen en de manier waarop mijn muziek meer vanuit de piano opgestart is. Maar voor juist Fucking Crazy is de ook de tekst heel belangrijk. Het gaat over het verliefd worden, gek van liefde worden zelfs. Waarbij eerst de ene persoon het wordt en vervolgens de ander ook en wat dat voor consequenties heeft’.
WiM: Op je nieuwe album zijn weer veel muzikale invloeden verstopt. Invloeden die je pas met meerdere luisterbeurten opvallen.
‘Ik denk dat ik een herkenbare muzikale stijl heb ontwikkeld en mijn stem is daarin prominent denk ik. Juist daardoor kan ik veel van mijn andere favoriete muziek in mijn songs uitproberen. Zoals je weet put ik grote inspiratie uit zoveel verschillende muzikale stijlen. Gisteren ben ik nog naar de platenwinkel gereden en heb daar 5 platen gekocht die ieder een volledig andere muzikale achtergrond hebben. Gisteren zaten er dan toevallig drie jazzalbums tussen. Uit de jazzvrijheid maar ook uit de songstructuren haal ik ontzettend veel inspiratie. En de warmte die veel van de jazz in zich heeft. Het constante zoeken naar de klanken tussen de structuren maakt jazz voor mij zo spannend. En het soms buitenissig goede spel van de muzikanten natuurlijk ook. Waar ik mij als muzikant vele uren, dagenlang, op songschrijven richt doen veel jazz muzikanten dat juist op hun instrument en dat maakt ze zo interessant. Maar ik heb ook een grote liefde voor stevige rock. Eigenlijk staat mijn platenkast vol met van alles’.
WiM: Gaan we je snel weer hier zien?
‘Eergisteravond hebben we ons eerste optreden van de Texas Piano Man tour als een soort van try-out gedaan en dat was, gelukkig, een heel fijne avond. De komende maanden zullen we vooral en uitgebreid door Amerika gaan spelen. Pas in het najaar zullen we dan de kant van Europa op komen denk ik. Concerten worden er momenteel ingepland en daar zien we altijd erg naar uit. Veel landen in Europa zijn erg goed voor ons geweest en we komen daar erg graag terug. Nederland al in het bijzonder. Ik kan me nog goed heugen dat ik in eentje op het Into The Great Wide Open festival, op een van de eilanden bij jullie in het noorden speelde. Dat was een van de allermooiste plekken waar ik ooit gespeeld heb. En voor een geweldig toegewijd publiek midden in het bos. Daar zou ik ook graag nog eens met mijn band langskomen’.
Foto’s: Alexandra Valenti