Kokoroko en belofte eindelijk ingelost
Eindelijk komt dan deze zomer het albumdebuut van het Oost-Londense Kokoroko uit. Het collectief dat uit de aanwas van de Wave of New British jazz van de laatste jaren live de meest succesvolle werd. Het tot Could We Be More gedoopte debuutalbum is de apotheose van een wel heel spannend muzikaal verhaal dat met de Kokoroko EP in maart 2019 startte. De EP waar ook het eerder op de ultieme nieuwe Britse jazz voorsteller We Out Here verschenen en absurd succesvolle Abusey Junction stond. De track die de band binnen no time naar uitverkochte zalen katapulteerde, grote zalen ook, en ze op festivals een grote trekker maakte.
Met Covid grotendeels achter ons en een album op zak kon een tour geboekt worden maar nu bleek de grote wereldwijde succesvolle terugkeer van vinyl, zand in de motor te gooien. Een tour om het album te promoten stond al toen de release van het album uitgesteld moest worden vanwege oppers uitstel. De band speelde dus eind april al een aantal nieuwe shows om het album te promoten, terwijl deze nog niet verkrijgbaar was. Voordeel was al wel dat we de 8-koppige band weer eens live konden zien en de leden daarvan ook face to face (….wat een verademing) konden spreken. We zaten aan de tafel met bandleider/trompettiste Sheila Maurice-Grey en toetsenman Yohan Kebede.
Eigenlijk krijgen we het gelijk over het gigantische succes van Abusey Junction. ‘Ik zag vanochtend dat alleen bij Spotify de teller van die song al op meer dan 46 miljoen streams staat, hoe bizar is dat? vertelt Maurice-Grey. ‘En dat terwijl het opnemen van die track helemaal niet in de planning stond en het helemaal niet uitkwam. Ik zat middenin een muziekproductie op West End toen ik gebeld werd door Emily (Moxon, rechterhand van album organisator Gilles Peterson) of we de volgende dag in Zuid-Londen in een studio een track op konden nemen voor een album dat de jonge garde Britse jazz in kaart zou gaan brengen. Er was een band uitgevallen en of wij konden? Ik heb toen mijn klus/werk aangegeven dat ik dit absoluut wilden doen, wat een hoop gedoe en bijna mijn ontslag daar opleverde’.
‘Gelukkig kreeg ik de band bij elkaar en Abusey Junction leek me de meest geschikte track om op te nemen. We hadden destijds al best wel een livereputatie in Londen maar iets vastgelegd in de studio hadden we nog niet. Dat gebeurde echt pas nadat We Out Here uitkwam en onze track eerst op You Tube los ging en daarna op de streamingkanalen. Ook een best vreemde ervaring omdat onze track nou niet echt klinkt als een grote knaller. Het is echt een surprise hit geworden. Gelukkig is de track wel volledig in lijn met wat we muzikaal willen uitstralen: Coole jazz met Afrikaanse invloeden en veel soul. Ik kan me heugen dat we in de studio zaten en dat Shabaka (Hutchings), niet alleen één van onze grote helden en natuurlijk één van de grote aanstichters van de nieuwe Britse jazzgolf maar ook de muzikant die het project begeleidde, alleen maar luisterde en knikte over wat we aan het doen waren. Eigenlijk dus zonder iets te zeggen ons zijn vertrouwen gaf. Dat was heel belangrijk en het heeft een geweldige opname tot gevolg gehad.’
‘Could We Be More is alles waar we voor staan muzikaal’, zo praat Kebede verder. ‘Vanaf het allereerste moment dat we als Kokoroko startten hebben we onze muzikale en geografische achtergronden, die ons als muzikanten optimaal beïnvloed hebben, in composities omgezet. Eigenlijk de blend aan stijlen op een organische manier elkaar weten te verbinden. In een jam-achtige situatie zijn veel eerste composities ontstaan om onze eerste optredens vorm te kunnen geven. Onze eerste EP die voortkwam uit de medewerking aan We Out Here was onze eerste echte stap in afgeronde composities schrijven en uitwerken. Het vertrouwen dat Gilles (Peterson) ons gaf om ons op te nemen voelde voor ons als de perfecte opstap ook bij zijn Brownswood Recordings te tekenen. Vanaf die EP zijn we meer gestructureerd aan een album gaan nadenken. Puur ook omdat we op ons eerste album alles wat we als muzikanten in ons hebben in de breedste zin van onze muzikaliteit wilden vastleggen. Ook op plaat meer laten horen dan de gedreven dansband die we op het podium ook kunnen zijn’.
” Het was een proces waar we productietechnisch flink wat meer tijd aan kwijt waren dan verwacht. Ook omdat het door Covid niet even gemakkelijk was om met elkaar, we zijn natuurlijk met 8 muzikanten een grote band, tegelijk te spelen. We moesten echt de momenten zoeken waarop dat wel kon. Tegelijkertijd denk ik dat we nu het brede spectrum in muziek hebben opgezet dat we voor ogen hadden. En daar zit naast jazz, de opleiding en opvoeding die we allemaal hebben doorlopen, dus heel veel Afrikaanse invloeden in. We zijn nu eenmaal een band met een brede zwarte geschiedenis die vanuit Afrika over de gehele wereld is uitgewaaierd. Zo heeft een gedeelte van de band Caribisch-Afrikaanse familie roots anderen juist weer een direct Afrikaanse link. Ik ben bijvoorbeeld weer gedeeltelijk Ethiopisch, een land met een specifieke muzikale stijl’.
‘Afrika is zoveel groter dan het op onze landkaarten lijkt, dat het heel natuurlijk is dat er ontzettend veel verschillende muziekstromingen zijn. Heel gemakkelijk wordt alle muziek vanaf het continent de verzamelnaam Afrikaanse muziek gegeven maar dat is een verzamelnaam die eigenlijk nergens op slaat. Muziek van Mali klinkt heel anders als die uit Nigeria of Zuid-Afrika, om er maar een paar te noemen. Alleen al in ritmestructuren. Juist ook omdat die van generatie naar generatie muzikanten zijn overgegeven zijn die moeiteloos hun muziek binnen geslopen. Heeft elk volk, elk land, zijn eigen muzikale tradities. Zo bouwen de ritmestructuren van Ethiopische muziek heel anders op als die van Nigeriaanse (het land van Fela Kuti en de afrobeat) lopen. Net als die van de noordelijker Tuareg bands. Er is zoveel diversiteit, met kenmerkende eigenheden, waarin in wel oplappingen zitten maar vooral ook veel tegenstellingen.’
We krijgen het over politiek en muziek. ‘Muziek en politieke teksten zijn voor mij één. En hoewel het gros van onze tracks instrumentaal is zit er een duidelijk politieke boodschap overheen’, zo vertelt Maurice-Grey. ‘Het is interessant te horen dat mensen soms verrast zijn dat we en dansbare muziek maken en een sociaaldenkende en politiek band zijn. Wat wij maken is ceremoniële muziek, muziek die uit het hart komt, muziek zoals muziek bedoeld is door de eeuwen heen. Alle oorspronkelijke muziek is onbedacht, is ontstaan uit de behoefte om met elkaar te delen, van alles in het leven of dat nu verdrietig of vrolijk is. Muziek vanuit de zwarte oorsprong is altijd bedoeld om te beleven, om te dansen, om diep in op te gaan. Muziek hoort bij het leven als het leven zelf. Witte mensen hebben de muziek naar concertzalen gebracht om de zitten en naar te luisteren en kijken. Een intellectuele vorm van hoe wij, zwarte mensen, muziek beleven. En wij zijn niet de enigen natuurlijk. Er zijn verschillende manieren van muziek beleven maar de witte manier is wel doorslaggevend geworden in informatievoorziening naar buiten toe. Ik denk dat daarom de opmerking over hoe dansbaar en politiek muziek wel of niet kan zijn een heel interessante is’.
‘Voor ons, en wij zijn echt een zwarte band zonder dat echt zo bij oprichting in de gaten te hebben gehad, is het een normale twee-eenheid. Ik denk dat er momenteel een generatie muzikanten opstaat die juist door de enorme hoeveelheid informatie die er beschikbaar is op zoek gaat naar waar ze vandaan komen, wat hun echte oorsprong is. Londen is een melting pot van nationaliteiten die allemaal onderdeel van het DNA van de stad uitmaken, iets wat natuurlijk met elke nieuwe generatie duidelijker wordt. Wij zijn allemaal kinderen van die melting pot en zijn net zo hard op zoek, alleen hebben wij dan nog de extra mogelijkheid om dat via muziek te doen. En dat blijkt een fantastische opening naar nog veel meer kennis. Door onze creatieve geest volledig open te gooien kan het soms zijn dat je naar de net opgenomen muziek terugluisterend pas ontdekt waar die vandaag gekomen is. Daarnaast is de Britse jazzscene niet alleen divers in kleur maar ook in gender. Er zijn evenveel vrouwen als mannen belangrijk in de scene. Bij Kokoroko staan we met drie vrouwen vooraan het podium. Daar is echt geen opzet in geweest maar het zag er, ook gesproken namens de mannen in de band (Kebede knikt), gewoon goed en stoer uit. Daarnaast zijn we natuurlijk de blazerssectie en die zitten bij Kokoroko prominent in de sound.’
We hebben nog even over de komende optredens. ‘Kort gesproken, daar waren we echt heel erg aan toe’, zo gaat Kobede verder. ‘Voor de pandemie speelden we veel en in heel mooie zalen, tegelijkertijd waren we nog een band om te ontdekken. Nu spelen we in zalen als Paradiso ineens als headliner en dat geeft toch een heel ander gevoel. Nog even een nieuwtje op het einde: omdat het productieproces van ons album zoveel extra tijd nam en we dat het album al toeren ver voordat deze in de winkel ligt hebben we gelijk besloten in het najaar gewoon weer terug te komen. Noem deze april/mei tour dus maar onze albumrelease prétour en de tour van straks de echte tour die op het album volgt. Hebben we een prachtige reden verzonnen om snel weer terug te komen. We zijn er namelijk dol op om maar de Lage Landen te komen en hier te spelen.’