×

Interview

25 juni 2012

Interview: We Are Augustines

Geschreven door: Edgar Kruize

Artiesten die Amsterdam aandoen, verblijven negen van de tien keer in hartje centrum. Lekker dichtbij alle popzalen, nog dichter op alle geneugten van de stad. Het is dan ook gek om een in Paradiso optredende band vele kilometers van het centrum in Slotermeer te treffen. “Weet je wel wat een hotel in het centrum kost?” Gitarist/zanger Billy McCarthy van We Are Augustines lacht zijn tanden bloot. “Dan kan je wel stoer gaan doen als bandje, maar wij hebben onze administratie liever op orde.”

WrittenInMusic.com ontmoette de band aan de vooravond van hun optreden in Paradiso in het kader van Indiestad. We Are Augustines debuteerde eerder dit jaar met het prima album Rise Ye Sunken Ships, waarop de band muzikaal qua intensiteit en kwaliteit in hangt tussen Bruce Springsteen en Arcade Fire. Deze week is het trio uit Brooklyn terug in Nederland, voor optredens in Nijmegen en Rotterdam. “Voor ons staat 2012 in het teken van veel optreden. Pakken wat we pakken kunnen, we hebben het gevoel dat nu ons moment is om onszelf in de kijker te spelen”, zo voegt bassist Eric Sanderson er aan toe, terwijl drummer Rob Allen er stilletjes naast zit. Hij moet duidelijk zijn plek nog vinden in de band die door McCarthy en Sanderson is opgericht. “Ik ben gewoon blij dat ik in een band terecht ben gekomen met deze twee bevlogen zielen”, zo lacht hij, terwijl hij nog maar eens een koffie bestelt en Sanderson het woord weer neemt. “We hebben er al een carrière als band op zitten en zijn toen in alle valkuilen getrapt die er zijn. Dat doen we geen tweede keer. Vandaar dat we bedachtzaam en nuchter ons pad volgen.” We Are Augustines is dan ook daadwerkelijk een tweede muzikaal leven voor McCarthy en Sanderson. Samen zaten ze al in de band Pela, waarmee al een album werd opgenomen, maar waarbij de band uiteenviel door druk van buitenaf. “Wurgcontracten, geleefd worden, amper vrijheid hebben. Je gaat daar aan onderdoor”, aldus Sanderson. “Wij zijn mensen die geloven in het goede in de mens. In samenwerking en met hulp van elkaar tot mooie dingen komen. Voor ons muzikaal, maar voor de mensheid in het algemeen geldt dat ook voor het dagelijks leven. Elke dag is weer een nieuwe kans. Elke dag een stapje dichterbij hetgeen je voor ogen hebt.”

WiM: Wat hebben jullie voor ogen dan?
McCarthy: Voor dit jaar? Heel veel spelen! Of bedoel je in het algemeen?

WiM: Het uiteindelijke doel van We Are Augustines…
McCarthy: We hebben met zijn drieën eigenlijk twee doelen. Intern, dat we de best mogelijke mensen kunnen zijn die in ons zitten. Dat is moeilijk en het klinkt zweverig. Maar dat is voor ons heel belangrijk. Het tweede doel is om muzikaal waardig ouder te worden. Zoals Kate Bush, Neil Young en Lucinda Williams alleen maar beter worden met de jaren. Dat willen wij ook heel graag.
Sanderson: We hebben een intern bandmotto; ‘Be Good, Do Good’. Hoewel muzikant zijn natuurlijk een enorme egotrip is, willen we met de voeten op de grond blijven staan en het artiest zijn zo min mogelijk over onszelf te laten gaan en zo veel mogelijk over onze muziek. Daar gaat het allemaal om. Niet om de hotels waarin je slaapt, de auto’s waarin je rijdt en de huizen die je hebt. We hebben aan den lijve ondervonden dat als je die route kiest, je geen stand kan houden.

WiM: Jullie hebben dan ook jaren in de marge geploeterd. Is er ooit een moment geweest waarop je dacht om er dan maar mee te stoppen?
McCarthy: Ik ben een muzikant. Heel mijn leven al heb ik de drang om liedjes te maken en uit te voeren. Dat heb ik ook altijd gedaan, zelfs al betekende het dat ik in de metrostations moest spelen en bij kennissen op de bank moest slapen omdat ik geen huur kon betalen. In Amerika heerst een heel schizofreen beeld over muzikant zijn. Aan de ene kant wordt het verheerlijkt en heb je tv-programma’s als MTV Cribs waarin je te zien krijgt hoe mooi en luxe al die succesvolle muzikanten wonen. Aan de andere kant, als je hardop uitspreekt ‘ik wil muzikant worden’, zal iedereen het je afraden. Dat is zo’n gekke tegenstelling. Er is in Amerika helemaal geen infrastructuur om serieuze artiesten een handje te helpen.

WiM: Hier in Nederland heb je Rockacademie, kan je voor allerlei subsidies in aanmerking komen en is er altijd nog een uitkering als het helemaal niet lukt. Hier hoor je dan soms dat juist dat vangnet de artiesten lui maakt en dat het creativiteit niet stimuleert.
McCarthy: Ik kan je een ding zeggen en dat is dat als dat soort middelen in Amerika voorhanden waren geweest, wij onze carrière veel eerder op de rit gehad zouden hebben. De waarde die muziek, of op bredere schaal elke andere kunstvorm, heeft op een gemeenschap wordt hevig onderschat.

WiM: Muziek is – en dat is wetenschappelijk bewezen – naast geur dan ook een van de twee dingen die in het brein herinneringen kunnen opslaan en oproepen.
Sanderson: Daarom zou muziek meer waardering moeten krijgen en niet alleen gezien moeten worden als competitie of als achtergrondgeluid. Het is een basisbehoefte van de mens, die het leven mooier maakt.

WiM: Jullie zijn het niet eens dus met de stelling dat een artiest zou moeten lijden voor zijn kunst?
Sanderson: Het is waar dat je uit negatieve ervaringen in het leven – en daar hebben wij er meer dan genoeg van in onze emotionele rugzak – inspiratie geven tot liedjes en muziek. Maar dat doen positieve dingen ook. Zolang het maar vanuit je hart komt. De gevoelens die je in de muziek verwerkt moeten ‘echt’ zijn.
McCarthy: Onderweg in de bus duiken we met zijn drieën enorm vaak de muziekgeschiedenis in en ik vraag me ook oprecht af waar die fatalistische ‘sex, drugs, rock ’n roll’ mythe vandaan komt en waarom ‘ie zo hardnekkig geïdealiseerd wordt. Luister naar Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse muziek. Vaak enorm positief. En realiseer je dat die muzikanten vaak hoekstenen van een gemeenschap zijn. Mensen die met hun muziek hele gemeenschappen onderhouden en zelfs opbouwen. Kijk naar hoe Bob Marley eigenhandig z’n beetje half Jamaica in dienst had en ondersteunde. Dát is de positieve energie die ook uit muziek kan komen en daar voelen wij ons veel meer door aangesproken dan al het negatieve.

WiM: Hoe pas je dat positieve dan toe in het dagelijks werk als band?
McCarthy: We hebben onszelf volledig opnieuw uit moeten vinden, want de manier waarop onze vorige band Pela werkte deed de band imploderen. We hebben daarna lange tijd voor reflectie gehad en het baart me een beetje zorgen dat nu We Are Augustines zo’n vaart neemt de tijd om die reflectie voor onszelf te behouden een beetje afneemt. Maar ik heb vertrouwen in de groep zoals ‘ie is.
Sanderson: En de mensen om ons heen natuurlijk. We hebben een uitvalsbasis die vertrouwd is, die ons in staat stelt onszelf ons eigen tempo te ontwikkelen.
McCarthy: Het is voor ons een groot leerproces. We hebben nu het vasthouden van intensiteit en intimiteit in kleinere tot middelgrote zaaltjes in de vingers. Komende zomer gaan we op tournee door Amerika in het voorprogramma van Counting Crows . Zalen van rond de 10.000 man. Geen idee of we dat aankunnen, maar ik kijk er naar uit om het te leren.

We Are Augustines live:

  • 30 juni Merleyn, Nijmegen
  • 1 juli Metropolis Festival, Rotterdam