Interview met Jon Allen
Met zijn tweede album Sweet Defeat bewijst singer-songwriter Jon Allen dat zijn prachtige debuutplaat Dead Mans Suit geen toevalstreffer was. Written in Music spreekt de tegenwoordig bebaarde zanger in Amsterdam, waar hij de promotie van zijn nieuwe album opluistert met een intiem optreden in People’s Place.
WiM: De laatste keer dat we je zagen spelen was op Eurosonic vorig jaar. Hoe kijk je daar op terug?
Ik herinner mij dat nog goed, ik had grote problemen met mijn stem die avond. Ik was zo verkouden dat ik zo schor klonk als Bob Dylan (zingt op Dylaneske wijze een stuk van In Your Light). Met bluf heb ik mij er doorheen geslagen.
WiM: Wat is er allemaal gebeurt na het vorige jaar dat uiteindelijk resulteerde in je nieuwe album? En hoe ga je om met het succes en alles wat erbij komt kijken?
Ik weet eigenlijk niet goed hoe ik ermee om ga, wellicht is het beter om dat aan anderen om mij heen te vragen? Een aantal dingen zijn belangrijk geweest. Ten eerste heb ik het zeer druk gehad met touren. Daarnaast ging mijn relatie uit. Dat is ook waarschijnlijk de grootste inspiratiebron voor mijn tweede album geweest. Mijn leven is behoorlijk veranderd. Voordat ik mijn eerste album uitbracht, zong ik vooral covers in een bar in Londen. En ineens reisde ik van hot naar her om succes na te jagen met mijn eigen songs. Ik weet dat ik geen beroemde artiest ben maar vergeleken met anderen voelde dat wel zo. Ik moest mijn leven opnieuw in ogenschouw nemen. Wellicht heb ik een paar fouten gemaakt maar ik zit nu weer op het juiste spoor. De tijd is werkelijk omgevlogen!
WiM: Je hebt ongeveer een kleine vijftien jaar gedaan om je eerste album uit te brengen. Hoe lastig was het om in vrij korte tijd alweer met een opvolger te komen?
Voor mij viel dat reuze mee, de emotionele achtbaan waar ik in terecht kwam na het stopzetten van mijn relatie, was erg heftig maar het gaf mij enorm veel inspiratie om nummers te schrijven. Ik was mij niet erg bewust van wat ik aan het doen was, ik schreef alleen maar op wat ik in mijn hart voelde. En voor ik het wist had ik elf, twaalf nummers geschreven. Ik voelde dus niet de paniek die veel artiesten ervaren bij het maken van hun tweede album. Misschien komt bij mij de paniek bij mijn derde album (lacht)? Ik prijsde mijzelf gelukkig met de inspiratie voor mijn tweede album.
WiM: Ik las dat je vroeger veel last had van een gebrek aan zelfvertrouwen om goede nummers te schrijven. Hoe is het nu met dat zelfvertrouwen?
Volgens mij schommelt het zelfvertrouwen bij iedereen. Ik denk dat de juiste combinatie van onzekerheid en zelfvertrouwen je een goede artiest maakt. Als je er vanuit gaat dat alles wat je maakt in goud verandert, is dat een zeer gevaarlijk uitgangspunt. Je hebt wel genoeg zelfvertrouwen nodig om te geloven in je eigen creaties, maar je moet daarnaast ook objectief genoeg blijven om kritisch te kijken naar je eigen werk. Hopelijk heb ik nu de juiste balans hierin gevonden. Wat ik zeer fascinerend vind is het gegeven dat er veel beroemde artiesten zijn die al jaren op topniveau werken maar nog elke keer als ze het podium of een tv-studio moeten betreden, vooraf haast wit wegtrekken van de angst en de stress. Alles wat zij doen wordt uitvergroot en juist omdat niets op de automatische piloot kan, is er telkens weer het streven naar het neerzetten van een goed optreden. Het is en het blijft hard werken, met volledige aandacht en concentratie.
WiM: Heeft het ook niet te maken dat de muziek die je nu maakt puur vanuit je hart komt en zo natuurlijk overkomt en voelt, dat jij je niet druk hoeft te maken voor deze angst en stress?
Nou, ik moet eerlijk toegeven dat ik erg gevoelig ben voor kritiek. Ik raak soms nog steeds geïrriteerd als ik een slechte recensie lees. Dan slaat de twijfel weer even toe. Maar ik kreeg laatst een uitstekende recensie van het Engelse muziektijdschrift Q, dus daar teer ik dan weer weken op. Het geeft mij ook een soort van rust. Ik heb zelf ook het gevoel dat ik een goed tweede album gemaakt heb en als dat dan wordt bevestigd, voelt dat goed. Ik geloof mensen ook niet wanneer ze zeggen dat ze niet worden geraakt wanneer anderen iets negatiefs over hen schrijven. Ik lees alles! Zelfs als ik een e-mail krijg, dan moet ik hem lezen. De waarheid is dat er hoe dan ook mensen zijn die het niet goed of leuk vinden wat je doet. Ik ben blij dat ik mijn eigen beperkingen ken. Het is net als in dat Jackson Browne-nummer, ‘Priest, confront me with my failures, I have not forgotten them’.
WiM: Je muziek wordt vaak vergeleken met Cat Stevens, Nick Drake, Van Morrison, Rod Stewart. Wat vind je daarvan?
Ik hou wel van deze vergelijkingen, ik vind hun muziek prachtig namelijk! Ik voel mij gevleid. Als ze mij zouden vergelijken met artiesten waar ik minder mee heb, ligt dat toch anders. Toch is mijn ultieme doel om gezien te worden als Jon Allen, met mijn eigen stem en identiteit. Zodat mensen andere artiesten dan uiteindelijk met mij gaan vergelijken (lacht). Maar dat is een langdurig proces, zoiets ontstaat niet zomaar. We zoeken allemaal onze eigen ‘stem’, of we nu artiest zijn of iets geheel anders doen. Hopelijk komt mijn ‘echte’ zelf langzaam maar zeker boven drijven.
WiM: Komt het begrip over die zoektocht naar een eigen geluid wellicht ook door het feit dat je voordat je eigen songs schreef, alleen maar covers speelde en je jezelf hierdoor ook continue bewust of onbewust vergeleek met anderen?
Absoluut! Als de muziek waar je van houdt uit een bepaald tijdperk in de geschiedenis komt, zeg veertig, vijftig jaren geleden, met artiesten die op de top van hun roem zaten en grensverleggend bezig waren, ga je hier respectvol mee om. Ikzelf voel mij dan als een curator van een museum, als een archeoloog die dingen opgraaft en afstoft en het relikwie weer laat glimmen. Dat levert compleet verschillende emoties op. Maar de vraag die ik mijzelf telkens stel is ‘hoe bereik ik een bepaald gevoel van originaliteit en authenticiteit?’. Het is lastig, maar ik moet blijven proberen mijn eigen stempel op mijn muziek te drukken. De realiteit is dat ik van muziek hou en mij dus toch ook door anderen laat beïnvloeden, het is een continue strijd in mijzelf.
WiM: Nu we toch praten over de artiesten die je bewondert, welke albums zou je mee nemen naar een onbewoond eiland?
Lastig, misschien wat klassieke muziek, Enigma van Mahler bijvoorbeeld, dat brengt mij in een andere stemming en geeft mij rust. Waarschijnlijk ook een Dylan album, Blood On The Tracks, Moondance van Van Morrison en ook een album dat ik nog niet ken, zodat ik dat kan ontdekken. Ik hoef geen Beatles album mee te nemen, die albums zitten zo in mijn hoofd namelijk, die kan ik altijd oproepen. Tenslotte iets van jazz, Miles Davis wellicht.
WiM: Kun je iets vertellen over het schrijfproces voor Sweet Defeat? Welk nummer kwam als eerste?
Dat is een goede vraag! Het zou Joanna, de eerste single, kunnen zijn. Ik kijk even snel naar de tracklist. Broken Town is het enige oude nummer op het album, het stamt zelfs ten tijd van voor het eerste album. Ik denk dat Time To Cry, Think Of You en Joanna als eerste geschreven waren. Van daaruit ben ik verder gaan schrijven. Het schrijfproces duurde in totaal slechts een kleine vier maanden. Ik schrijf meestal al het rustig is om mij heen. Ik sluit mijzelf het liefst compleet af, ook van internet. Ik moet namelijk niet worden afgeleid, dan komt er van schrijven niets terecht.
WiM: Hoe veel nummers heb je in totaal geschreven voor Sweet Defeat?
Eigenlijk staat alles wat ik geschreven heb op het album, gek eigenlijk, vind je niet? Ik heb veel andere nummers gewoon niet afgemaakt, de nummers op het album zijn de enige die compleet af waren.
WiM: De titelsong Sweeat Defeat klinkt heel erg Motown, ben jij een Motown fan?
Ik hou erg van soul muziek en mijn producer wilde dit ook graag uitproberen. Ik vind Stevie Wonder ook te gek, die sound. Ik ben zeer benieuwd naar de reacties op dit nummer. Waarschijnlijk wordt het namelijk de nieuwe single, een goede zomerplaat. Misschien ga ik ooit wel een compleet soul-album opnemen?
WiM: De geest van Bob Dylan duidelijk is duidelijk aanwezig op No One Gets Out Of Here Alive. Kun je iets over dit nummer vertellen?
Ik zag een meisje van 20 en dacht terug aan de jeugd, de levendigheid maar aan de vergankelijkheid hiervan. Niemand wil ook met de dood bezig zijn. Wij willen tegenwoordig alles, geen compromissen meer sluiten, maar we zullen wel moeten want eens gaan we dood.
WiM: Ben je zelf bang voor de dood?
Nu nog niet, wellicht later als ik voel dat ik in de buurt kom?
WiM: De eerste single van Sweet Defeat is Joanna, waar gaat dat nummer over?
We willen allemaal wel eens wegrennen, vluchten om iets nieuws te beginnen, net als in Born To Run van Bruce Springsteen. Joanna gaat ook over jezelf vernieuwen door de liefde te (her)ontdekken met iemand anders. Dat vind ik een aantrekkelijke emotie.
WiM: Hoe zit jouw toekomst er uit? Is er een masterplan voor Jon Allen?
Geen idee, ik volg gewoon mijn instinct, heb geen vooropgezet plan, behalve de wereld veroveren (lacht). Ik heb Sir Paul McCartney mijn nieuwe album gestuurd (Jon studeerde aan de door hem opgerichte Liverpool Institute Of Performing Arts (LIPA)). Een extra aanbeveling van zo´n grootheid kan nooit kwaad, in de trant van ´Sweet Defeat, approved by Sir Paul McCartney´ (lacht).
Op zaterdag 13 augustus treedt Jon Allen op tijdens Huntenpop 2011 (www.huntenpop.nl)