×

Interview

14 juli 2022

In gesprek met Etan Huijs, singer-songwriter in hart en ziel (deel I).

Geschreven door: Marcel Hartenberg

We kennen in Nederland meerdere singer-songwriters. Met wat zij aan muzikale verrassingen en aan  fijnproeverij bieden, is het gewoonweg genieten geblazen. In het Zuiden van het land waar de muzikale creativiteit in de Peel en omstreken in de ogen en oren van sommigen misschien wel in het water te vinden is, is er meer dan enkel de bronnen waaruit B.J. Baartmans of Rowwen Hèze putten. In Venray vinden we de sympathieke singer-songwriter Etan Huijs die ons al trakteerde op een aantal mooie albums als The Secret Us , The Monochrome Veil en dit jaar nog de EP Dreams In Multicolor. Alle erg fraai! Tijd om eens nader in gesprek te gaan over muziek, over corona en over hoe de wereld na corona er uit ziet. Het gesprek vond eerder dit jaar plaats in de woonplaats van Etan. Met een goede kop koffie werd het gesprek luister bijgezet. Zoals dat gaat, had het gesprek bepaald een flow; tijd was niet belangrijk, het gesprek juist wel. We presenteren het interview dan ook in twee delen. Vandaag het eerste deel, morgen het tweede deel. En wil je Etan live aan het werk zien, neem dan je kans volgende week bij de Vierdaagsefeesten in Nijmegen. Meer livedata vind je op zijn webpagina.

WiM: Je hebt al een mooi oeuvre bij elkaar geschreven als je je bedenkt dat je EP toch alweer verscheen na wat je vierde album was en dat je eerste album in 2008 verscheen. Hoe kijk je terug op je muziek? Jullie recenseerden volgens mij als eerste van mijn albums . En het gekke is dat veel mensen het album daarvoor, The Battle Of Everything als start van mijn muzikale loopbaan zien. Wat niet zo is, want veel eerder, in 2007 maakte ik mijn eerste EP, na een allereerste start in ongeveer 2002, een aantal demootjes, allemaal in eigen beheer. In 2008 bracht ik mijn eerste volledige langspeler uit. Dat zag een aantal mensen als start van mijn muzikale loopbaan.

Dat was vóór de crisis en het was vrijwel onmogelijk om live te spelen. Zaaltjes wilden niet zomaar bandjes of artiesten boeken en je moest blij zijn met een grijpstuiver voor optredens. Toen heb ik mijn dromen om singer-songwriter te worden ook maar even aan de kapstok gehangen. Ik heb daar een doorstart aan gegeven in 2013. Met opnames bij B.J. Baartmans. Die release van toen is echt in heel beperkte opgave uitgebracht. Dat was heel snel uitverkocht. Voor sommigen was dat de start van mijn muzikale ontwikkeling. En weer anderen keken zo naar mijn album uit 2016. Ik vind dat niet zo spannend. Als ik er naar kijk, die opnames uit 2007 en 2008, die heb ik van de website afgehaald en die zijn zo ver af van wat ik nu doe, daar sta ik ook niet meer achter. Ik vind zelf het album uit 2013 wel echt de start.

Je merkt ook wel dat we ons ontwikkeld hebben in productionele zin. B.J. Baartmans nam eerst wel onze muziek op maar had nog niet de rol die hij nu heeft. Nu speelt hij vaker mee, zorgt voor productie en ja, dat is echt heel anders dan in het begin. Tegen de tijd dat ik The Battle Of Everything kon gaan opnemen, kreeg ik de kans om samen te werken met Maarten van Praag (van City To City), ook om opnames te maken in zijn studio en met allerlei muzikanten uit zijn kring. Het trio waar ik mee werkte was vlak daarvoor uit elkaar gevallen én dat maakte dat ik opeens met geheel nieuwe muzikanten op pad ging. Het album klinkt ook alsof het op twee gedachten hinkt. Dat is veel minder waar mijn muziek voor staat. Dus daarna was het thuis komen om met B.J. weer samen te werken.

WiM: Jouw muziek heeft vaak van die fraaie muzikale meanderstukjes, waar je inzet op instrumentale loopjes die dan een nummer erg verrijken. Hoe komt dat tot stand? Wat kun je daar over zeggen? Ik heb meestal wel al in mijn hoofd hoe ik wil dat de muziek klinkt, wat waar moet, waar ik bepaalde passages voor me zie, voor me hoor. B.J. brengt wel vaker van die creatieve elementen in, maar het kan ook zomaar zijn dat het inderdaad stukjes zijn die ik zelf bedacht heb. We denken allebei na over de arrangementen, maar hij bedenkt ook vaak wel het geluidstapijt.

Als ik kijk naar hoe we samenwerken, dan kan ik ook wel zeggen dat ik het aan het team kan overlaten om sommige productievragen op te pakken. Ik ben er bij de laatste release ook niet altijd bij geweest. Ik kon dat loslaten omdat ik het team vertrouw. Maar even goed, als ik ergens iets van vind, dan breng ik dat natuurlijk wel in. Per slot van rekening is het mijn muziek. Maar met dit team, ja, we werken gewoon heel erg fijn met elkaar samen. Niet dat het in tijd nu per se heel erg lang is, maar met Jori (piano en zang), sinds 2017 en Rens, 2018  (bas, contrabas, mandoline) en de anderen zijn het wel ook fijn intensieve jaren geweest. De laatste jaren hebben we veel ook samen uitgebracht. Die jaren hebben ons ook wel gevormd.

WiM: Hoe lang heeft muziek al jouw fascinatie en hoe ontdekte je dat je er wel wat mee kon? Dat is in fasen gegaan. Het gaat wel ver terug. Toen ik nog heel klein was en naar de radio luisterde, verzon ik al hoe liedjes verder zouden kunnen verlopen. Ik verzon dat al vanaf een jaar of 5,6. Melodieën die niet bestonden. En een instrument leerde ik pas spelen toen ik 17, 18 was. En als boze puber schreef ik teksten. Rond de eeuwwisseling ben ik er serieuzer in gaan duiken. Ik heb nooit muzikaal onderricht gehad en ik heb meer moeite om de instrumenten goed te beheersen, in technische zin. Via muizenstapjes heb ik me daar een weg in gebaand en in 2013 had ik het idee dat ik er wel wat mee kon, maar het idee dat mensen me serieus zouden nemen als singer-songwriter, dat gevoel had ik echt voor het eerst met The Secret Us. Die zou ik echt nu op dezelfde manier nog maken. Het album werd ook goed ontvangen. Iets meer americana voor het eerst en dit voelde voor mij goed. Ik had het idee dat ik me in deze muziek echt goed thuis voelde. Een vergelijkbare ontwikkeling wat dat betreft als Judy Blank; ook zij kwam pas later in americana terecht.

WiM: Hoe heb jij het team om je heen verzameld? Ben je te werk gegaan met audities, hoe kwam je tot deze toffe samenstelling? Ik heb altijd het gevoel gehad dat mensen met wie ik werk iets moeten toevoegen aan het geheel. De eerste die bij het team aansloot, was Jori. We hadden elkaar al eens ontmoet en we waren bevriend via Facebook. En toen ik in 2017 weer op pad wilde, vroeg ik haar of zij niet nog iemand kende die mee zou willen spelen. En ik vroeg haar niet omdat ze zelf al in meerdere projecten zat. Toen stelde ze het zelf voor en zo kwam dat tot stand. En Rens kende ik feitelijk ook al. En al aan de praat rakend, sloot hij aan. De gitarist ken ik weer via Jori. Het is ook een kwestie van vertrouwen. En dat voelt bij dit team gewoon goed. Ik hoef geen audities te houden omdat ik doorgaans wel al weet wat iemand kan en diegene weet meestal ook wel wat ik doe. En ja, onze huidige drummer drumde voor Jori én die viel zo live vaak in voor onze studiodrummer dat ik hem wel voorstelde om ook de vaste drummer te zijn.

WiM: Een goed team, maar je speelt en tourt als Etan Huijs, niet als de Etan Huijs Band, terwijl het tegelijkertijd echt een band is. Nee, ik vind dat ook niet zo lekker klinken. Maar het werkt ook zo: als ik volgend jaar iets anders wil doen, dan kan dat. In die zin: er is een onderlinge vrijheid. Natuurlijk, we hebben ook een onderling commitment en daar ga ik niets op afdingen ook. Vóór ik me voorstelde als Etan Huijs, noemde ik me Etan. Maar dat riep verwarring op. En zelfs soms ook met Dotan en daar wilde ik al helemaal niet mee geassocieerd worden. Dus werd het Etan Huijs. En als je nu Googlet, vind je ook alleen verwijzingen naar mij.

Je zegt dat we klinken als band, maar als je je bedenkt dat we voor een album niet of nauwelijks met elkaar spelen, dan is dat wel bijzonder. Ik kom met aardig klaar zijnde nummers naar de studio en dan maken we het. Ik ben er ook niet de man naar om oneindig veel takes van een nummer in te spelen. Geef mij maar het speelplezier. Dan improviseren we en bouwen we daar samen iets in op. Dat maakt het voor mij veel interessanter. Geen productionele perfectie, maar gewoon, het is wat het is. Voor mij de puurheid voorop. Bij The Battle Of Everything richtten we ons op perfect geluid en ik kwam er achter dat dat echt niet was waar mijn hart sneller van gaat slaan. Kijken we naar de eerste single van het album daarna, dan had ie technisch gezien wel beter gekund, maar het was wel de versie die het veel beter deed dan wat dan ook van dat min of meer perfecte album.

WiM: Je hoezen zijn ook een perfecte aanvulling op je werk. Ik werk graag samen met illustrators en die geef ik dan een paar steekwoorden en laat hen hun gang gaan. Voor de laatste twee releases, die ook bij elkaar horen, gaf ik aan dat mensen door hun eigen gekleurdheid naar de werkelijkheid kijken, altijd vanuit je eigen perspectief, althans voor The Monochrome Veil. Je wilt wel meer zien, maar wanneer ga je dat zien? En ja, de hoes van de EP was vooral ook weer een antwoord daarop. Zoals je ook kunt vermoeden als je de titels naast elkaar legt. En dat tweede artwork was al een optie voor The Monochrome Veil.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Foto Etan: Els Huver.