×

Interview

02 februari 2021

Hoe 2020 toch nog een vruchtbaar jaar werd voor DeWolff

Geschreven door: Edwin Hofman

Label: Mascot

DeWolff

DeWolff is al jaren een van Nederlands allerbeste rockbands. De discografie die het trio sinds 2008 opbouwde dwingt bewondering af. Net als de spetterende liveoptredens. Hoewel de muziekwereld een groot deel van 2020 aangeslagen in de touwen hing, werden er nog steeds vele mooie dingen gemaakt. Ook DeWolff nam vorig jaar een nieuwe plaat op. Written in Music sprak met Pablo van de Poel over Wolffpack, het alweer achtste studioalbum van de band.

Begin 2020 bracht DeWolff het album Tascam Tapes uit. Die plaat kon door de coronacrisis nauwelijks live worden gebracht. Dat was een erg bittere pil maar al snel herpakte het drietal zich. Pablo vertelt: ‘Toen de lockdown begon hebben we eerst een paar dagen zitten balen omdat alle optredens gecancelled waren. Maar toen dachten we: fuck it, iedereen zit thuis, ook gave collegamuzikanten. Laten we een ep gaan maken en daar allerlei externe muzikanten bij gaan betrekken. Het idee van een ep ontstond omdat we het zo snel mogelijk wilden uitbrengen. We wilden niet in de leegte van de lockdown iets maken en het dan een jaar later uitbrengen, zoals dat normaal met een plaat gaat. Op een gegeven moment ging het zo snel met het schrijven van songs dat we dachten: weet je wat, we brengen een album uit, maar we brengen ‘m per drie nummers uit. Dus elke twee weken krijgen mensen die zich abonneren op dit ‘Wolffpack-idee’ drie nummers toegestuurd. Uiteindelijk zouden ze iets van 15 nummers hebben en dan mochten ze stemmen wat er op het vinyl zou komen. En dat gebeurde! Aan het einde van de rit hadden we 17 nummers. De beste 10 zijn op deze plaat terechtgekomen. Van een of twee nummers hebben we gezegd: ‘Uh… Oké…. Die zetten we er toch maar niet op’. Maar de stemming kwam verder heel erg overeen met onze eigen smaak.  Het was superleuk om dat op deze manier te doen.’

De albumopener Yes You Do is de logische single, een heerlijk groovende track. ‘Toen die op single uitkwam waren mensen heel enthousiast. Het probleem is wel dat het nummer te lang is voor een single: zes minuten. Er is een ingekorte versie gemaakt maar om de full experience te beleven, het gewicht van het nummer te ervaren, moet je ‘m toch eigenlijk helemaal horen. De ex-bassist van Wolfmother, Ian Peres, speelt mee. Ik heb hem ontmoet in 2013, backstage bij Bospop. Aan een tafel zaten die gasten van Wolfmother en Lenny Kravitz. Ik zat daarbij, volledig starstruck, ik kon geen woord uitbrengen. De gast die naast me zat, die was heel aardig, die begon tegen me te kletsen en die bleek DeWolff ook te kennen. Dat was dus Ian Peres. We zijn in contact gebleven. Een jaar later gingen we met DeWolff naar Australië op toer en toen hebben we afgesproken met hem. We hebben gejamd in de studio van een vriend van hem. Dat was een onvergetelijke ervaring, een fantastische, epische jamsessie! Die staat ook ergens op YouTube. Toen zijn we bevriend geraakt.’

Wat hierna volgt op het album loopt uiteen van dikke (drum)sounds tot een samenwerking met de Franse muzikant Theo Lawrence. Er duiken zelfs disco-invloeden op (Half Of Your Love). ‘Treasure City Moonchild… Ik ben supertrots op dat nummer, qua drumsound. Dat is wel de ultieme drumsound die we in de studio hebben gekregen. Bona Fide is ook heel vet. Dat gaat live een feest worden.

We zijn echt fan van Theo Lawrence’s muziek. Net voordat de coronapandemie toesloeg zijn we een avond gaan stappen met hem en zijn band, in Bordeaux, toen we daar speelden. Dat was héél gezellig. Het eindige wel met een domper want ondertussen werd er ingebroken in onze bus en waren al onze spullen uit de cabine gejat. De apparatuur achterin niet gelukkig. Een bitterzoete herinnering…

Half Of Your Love heb ik ingebast. Ik vind het heel leuk om te bassen. Voor deze plaat speelde ik vaak met Luka live iets in. Dan deed ik de bas, dan hadden we een basis en stuurden het naar Robin door en die nam dan thuis zijn Hammond op. Het was nog in de strenge lockdown. Later, toen de maatregelen versoepelden is Robin ook naar de studio gekomen en zijn we meer basistracks met zijn drieën gaan opnemen. Ik houd op zich niet van disco per definitie maar er zijn echt wel nummers die ik heel erg nice vind. Ik kan best genieten van bepaalde ABBA nummers.’

Ook boeken en documentaires zijn een inspiratiebron geweest bij het schrijven van nummers voor Wolffpack. ‘Hope Train is geïnspireerd op The Underground Railroad van Colson Whitehead. Het is een prachtig, aangrijpend boek. Heel heavy maar ook mooi en spannend. Ja, inspiratie kwam zeker weten uit dat boek. Het riep heel sterke beelden op. Nickel Boys – ook van Whitehead – is wat recenter, dat vond ik ook echt een bizar goed boek. De inspiratie voor Lady J kwam van een documentaire over mass incarceration en racisme binnen het Amerikaanse rechtssysteem.

DeWolff - Wolffpack

Ik ben het Oude Testament gaan lezen en schreef dingen op tijdens het lezen. Er zitten heel ouderwetse, klassieke zinsconstructies en thema’s in die best interessant zijn. Dat heb ik gebruikt op Yes You Do en Treasure City Moonchild. Aan het einde van de rit, toen we een race tegen de klok hadden, werd het steeds lastiger. Bij R U My Saviour? moest ik nog een tekst hebben maar ik had eigenlijk alles wat ik wilde vertellen al verteld. Toen ben ik gewoon gaan schrijven: hoofd leegmaken en schrijven wat er het eerste in me opkwam. Daarna, voor de tweede zin, keek ik wat er na het lezen van de eerste zin in me opkwam. Zo heb ik de tekst afgeschreven, dat is natuurlijk super random. Daar zit dus van alles in wat ik de maanden ervoor had geabsorbeerd, dus ook het Oude Testament, ja. Maar het is zeker niets in waar ik in geloof. Ik kan me eigenlijk moeilijk voorstellen dat er een wereldreligie op is gebouwd. R U My Saviour? heeft een beetje een Black Crowes vibe, dachten we. Het is een band die we heel vet vinden. Het was de laatste band die ik heb gezien voor de lockdown. Ik heb Chris en Rich Robinson toen akoestisch gezien, in Paradiso Noord.’

En natuurlijk sijpelt de wereldwijde crisis van 2020 ook door in het album. ‘Roll Up The Rise – leden van Grant East zingen mee in het refrein – is uit het begin van de lockdown. Je hoorde toen heel veel geluiden van ‘misschien is het tijd om onze economie te resetten, onze instelling te resetten’ en een vers begin te maken met zijn allen na de lockdown. Ik was best pessimistisch: dat is een leuk idee maar dat gaat nooit gebeuren. Met die gedachte heb ik die tekst geschreven. Ik weet niet of ik het er nu nog steeds mee eens ben, maar dat is wat ik toen dacht.’

Ondertussen is het oeuvre van DeWolff door de jaren heen flink gegroeid en zitten er onder de albums eigenlijk geen twijfelgevallen bij. ‘Er zijn wel dingen waarvan ik denk, als ik ze nu hoor: oei, what were we thinking? Maar er is niets waarvan ik denk: hadden we dat nou maar niet uitgebracht. Maar dat is ook een beetje hoe ik in het leven sta. Het heeft allemaal bijgedragen aan de band die we nu zijn en daar ben ik echt superblij mee en trots op. We maken muziek die op dát moment ontstaat. De enige voorwaarde is dat we het zelf gaaf vinden. Als je alles geeft, dan weet ik zeker dat er ook anderen zijn die het goed vinden.’

DeWolff is inmiddels ook in veel andere landen ontdekt en omarmd. Amerika moet echter nog worden veroverd. ‘We hebben nooit in Amerika opgetreden. Dat zou eigenlijk gaan gebeuren in 2020. We zouden spelen op het Americana Fest in Nashville. Maar niks ging door toen, dus dat ook niet. Vrij kort voor de coronapandemie speelden we in Spanje. We hadden een show in Madrid in een zaal voor 500 man. Die was uitverkocht. Het Spaanse publiek is zo gaaf… Mensen gaan er echt helemaal voor. Madrid… Er is iets met die stad…. Die mensen, die vinden ons heel gaaf en wij vinden het heel gaaf om daar te zijn. Het jaar ervoor ging het dak er helemaal af. Mensen vooraan bij het podium stonden te janken. Dat was een van de mooiste livemomenten uit mijn leven.’

Zit er ook nog muziek in het hoofd die nog niet haar weg heeft gevonden naar albums van DeWolff? ‘Ik luister best veel naar oude country, gospel en soul. Dat laatste is denk ik ook wel terug te horen in onze platen. Ik ga de laatste tijd steeds verder terug en luister dan bijna niets meer van na 1966. Ik heb wel een stille wens nog een keer een countryplaat te maken. Het zit nog niet genoeg in mijn DNA om daar nu iets echt organisch mee te doen, maar die dag gaat ongetwijfeld komen.’

Er ligt een nieuw kalenderjaar open maar er is helaas nog steeds veel onzekerheid. ‘Normaal zouden we meteen na de release van het album op 5 februari op tournee gaan. Dan heb je vanaf het voorjaar weer de festivals en daarna ga je de clubs weer in. Nu weet ik het niet. Ik heb echt geen idee. Het is heel moeilijk om plannen te maken. We hebben het afgelopen jaar ervaren dat alle plannen die we maakten werden geannuleerd, vooruitgeschoven of gedownscaled naar iets voor 30 mensen. Met Tascam Tapes konden we bijna niks doen want na twee weken toeren werd de stekker eruit getrokken. Toeren is toch de hoofdzaak. Van plaatverkoop alleen kun je niet rondkomen. Ik vind het prachtig om platen te maken maar het is ook als het planten van een zaadje. Dan ga je toeren en dan gaat die boom groeien en wordt het iets wezenlijks. Met Tascam Tapes hebben we dat een beetje overgeslagen en zit je met een miniplantje. We hebben nu een nieuw zaadje geplant en ik hoop dat we dat wel tot een boom kunnen laten uitgroeien. Dat moet gewoon.’

Bandfoto: Satellite June