×

Interview

09 november 2013

Exclusief interview met Joe Bonamassa over Tour De Force

Geschreven door: Björn Groenen

Label: Provogue / Mascot

Tour De Force is dé grootste uitdaging geweest voor Bonamassa. Het omvangrijke project bestaat uit een vierdelige reeks concerten in Londen met de locaties: The Borderline, Shepherd’s Bush Empire, Hammersmith Apollo en The Royal Albert Hall, in totaal meer dan 10.000 bezoekers. De gitarist speelt in één week met vier verschillende bands en setlijsten. Hierover een exclusief interview met Bonamassa.

WiM: Waarom kwam producer Kevin Shirley met dit grootse concept?
‘Kevin Shirley houdt altijd wel van uitdagingen en tot het uiterste gaan [lacht]. Nadat de shows gepland waren, kwam hij op het lumineuze idee om geen aparte concerten te geven maar het onder één noemer te organiseren. Daarbij was de bedoeling dat het project memorabel moest zijn voor iedereen. Dat is naar mijn mening gelukt na vier concerten met vier verschillende bands en setlijsten. Ik ben er overigens trots op dat we met het hele team Tour De Force realiseerbaar hebben gemaakt, maar ik begin er de volgende keer echt niet meer aan. Het project was namelijk behoorlijk intensief.’

WiM: Waarom vier verschillende locaties in Londen?
‘Het verhaal begon bij mijn eerste concert in de kleine Londense club The Borderline. Dat is inmiddels enkele jaren geleden, namelijk in 2005. Daar speelde ik voor pakweg zestig personen, terwijl de capaciteit van de zaal hooguit 300 was. In dat jaar speelde ik overigens ook met dezelfde bandleden: bassist Michael Rhodes en drummer Anton Fig. The Borderline was de locatie waar ik nummers van mijn allereerste albums speelde. Na enkele andere shows in Londen heb ik uiteindelijk naar The Royal Albert Hall toe kunnen werken. Die show was in 2009, overigens ook met Anton Fig en bassist Carmine Rojas. Rojas heeft namelijk de shows in Shepherd’s Bush Empire en Hammersmith Apollo en Royal Albert Hall meegespeeld. Het leek Kevin Shirley, manager Roy Weisman en zakelijk leider Philippe Klose daarom ook een geschikt moment om wederom deze locaties over te doen inclusief shows in concertzalen Shepherd’s Bush Empire en Hammersmith Apollo om naar een hoogtepunt te werken deels met dezelfde bandleden. The Royal Albert Hall heeft namelijk meer dan 5000 zitplaatsen.’

Joe Bonamassa - Royal Albert Hall 1

WiM: De shows bestaan uit vier verschillende concepten, bands en setlijsten. Zo zien we jou met een rock trio in de The Borderline met nummers afkomstig van je eerste albums. In Shepherd’s Bush Empire wordt een blues show gespeeld. Hammersmith Apollo staat in het teken van een akoestische- en rockset. De laatste show wordt gegeven in The Royal Albert Hall. Ook hier kom je met een gedeeltelijke akoestische- en rockset. Was de feedback vanuit het publiek net zo divers als de locaties?
‘Ja, daar kon ik wel verschil in uitmaken. Het publiek in The Borderline en The Royal Albert Hall was wilder dan de mensen in Shepherd’s Bush Empire en Hammersmith Apollo. Dat had simpelweg te maken dat zij moesten staan. Daarnaast is de sfeer per concert ook verschillend, omdat de setlijsten iedere keer anders zijn. Ik voelde mezelf vóór en tijdens het concert in The Royal Albert Hall in 2009 niet echt op mijn gemak, maar heb daar deze keer geen last meer van gehad. Het is toch weer even thuiskomen.’

WiM: Welke show was voor jou het meest moeizaam, gekeken naar het gitaarspel?
‘Dan kies ik voor The Borderline. Tijdens dat concert was ik niet geheel tevreden met het geluid in de zaal en mijn gitaarspel. Ik heb daar zelf ook niet echt bij stilgestaan. Dat was voor mij meteen ook een wake up call.’ Joe Bonamassa heeft voor de show in The Borderline twee keer gerepeteerd met bandleden Michael Rhodes en Anton Fig.

WiM: Je bent in The Borderline, een kleine club in Londen met een capaciteit van hooguit 300 personen begonnen en geëindigd in het kolossale The Royal Albert Hall. Waarom, voor de verandering, niet andersom?
‘Als je van klein naar groot werkt, blijft het bij ieder concert een uitdaging. Ik heb ook jaren geïnvesteerd om in The Royal Albert Hall te kunnen spelen. Daarom wil ik er ook graag naar toe werken, dat is voor mij een voldoening.’

Joe Bonamassa - Royal Albert Hall 4

WiM: Je hebt Kevin Shirley ooit in een interview benoemd als Kevin ‘The Challenger’ Shirley, nadat hij met het omvangrijke concept aankwam. Jouw instemmingswoorden waren ‘OK… lets do this’, maar was je op dat moment niet aan het denken dat het project te groot voor je was?
‘Ik onderschatte de omvang van het project om vier shows in één week te spelen, dus heb daarom een goedkeuring gegeven. Naar mijn mening was het achteraf toch iets te snel gegaan inderdaad, maar het was toen al te laat om het project te stoppen. Toen Shirley met het concept aankwam, waren we aan het lunchen met bluesgitarist/zanger Taj Mahal. En als Shirley het dan over zestig nummers in één week heeft in het bijzijn van een blueslegende, kan ik je vertellen dat het een zeer ongemakkelijk moment was. De druk op mijn schouders was enorm, maar heb uiteindelijk toegestemd. De volgende keer sta ik op, ik betaal voor mijn lunch en loop zonder iets te zeggen het restaurant uit.’

WiM: De vier shows zijn binnen één week volledig uitverkocht. Wat waren je verwachtingen vooraf betreft de kaartenverkoop?
‘Je weet natuurlijk nooit hoe de kaartverkoop gaat lopen. Ik heb in Londen vaker opgetreden, dus je merkt wel dat fans steeds loyaler worden. In dit geval is dat goed uitgekomen, want alle vier shows waren inderdaad binnen één week volledig uitverkocht. Dat heeft geeft ook vertrouwen.’

WiM: Welke rituelen beoefen je voorgaande een Tour De Force show?
‘Ik beoefen weinig rituelen voordat een show begint. Heb geen stiltemomenten vóór een concert of iets dergelijks. Het enige wat ik doe is een opwarming met mijn gitaar; ik speel mijn vingers los en wacht op totdat het moment daar is.’

WiM: Heeft de Tour De Force mentaal gezien een behoorlijke impact gehad?
‘Het repeteren van alle setlijsten was toch heel zwaar. De nummers die we met vier verschillende bands spelen zijn moeilijk te onthouden, vooral aan het einde van de dag als de hele setlijst doorgespeeld is. Voor de vier concerten moest ik zestig nummers uit mijn hoofd leren. Het dirigeren en luisteren naar elkaar is daarom ook van zeer groot belang. Als een bandlid tijdens de voorbereidingsoefeningen een nummer opnieuw wil spelen, doen we dat.’

WiM: Hoe bescherm je je handen tegen verwondingen?
‘Daar heb ik eigenlijk nog nooit over nagedacht. Ik weet van mezelf dat ik in bepaalde gevaarlijke situaties gewoon niet aanwezig moet zijn. Ik heb geen speciale beschermingen of iets dergelijks om mijn handen.’

WiM: Ieder concert van Tour De Force heeft een verschillende setlijst – zestig in totaal, waarvan sommige nog nooit eerder live gespeeld zijn. Kun je het gevoel omschrijven wanneer je een nog nooit eerder live gespeelde track speelt?
‘Sommige nummers die ik nog nooit live heb gespeeld verliepen vlekkeloos, andere wat stroever. De focus ligt bij hoe een nummer gespeeld moet worden, maar als je dan op het podium staat is dat toch weer anders. Zo kan de omgeving, locatie en het publiek effect op een nummer. Het is toch altijd even afwachten hoe een gerepeteerd nummer in de studio overkomt in een concertzaal met duizenden bezoekers.’

Joe Bonamassa - Royal Albert Hall 5

WiM: In plaats van het uitnodigen van special guests, speel je op verschillende zeer unieke gitaren van Rory Gallagher, Bernie Marsden, Gary Moore en Peter Greene. Waarom is de keuze gevallen op deze artiesten?
‘Het concept was inderdaad dat er geen special guests op het podium kwamen, maar gitaren. Deze unieke gitaren kon ik op dat moment simpelweg lenen. Het was voor hen en mij een eer om het idee te realiseren, vooral vanwege het feit dat deze gitaren op deze manier weer bespeelbaar en gezien worden. Dat was voor mij een hele nieuwe ervaring kan ik je vertellen. De gitaren zijn niet volledig origineel en hebben mankementen. Zo kreeg ik de gitaar van Peter Greene met een gerepareerde kop. De gitaar van Rory Gallagher had geen originele elementen.’

WiM: Sommige bandleden gebruiken bladmuziek tijdens concerten. Wat is je mening daarover?
‘Op de bladmuziek die we gebruiken staan hooguit akkoorden van het betreffende nummer, het is niet zo dat alles tot in de puntjes is uitgeschreven. Ik heb voor Tour De Force alle setlijsten, in totaal zestig nummers, heel snel moeten leren met verschillende bandleden. Daarom gebruiken zij ook aantekeningen. Ik maak overigens gebruik van een digitale autocue voor alle teksten. Dat is voor mij handig, omdat ik op deze manier geen één zin vergeet of verkeerd zing.’

WiM: Kun je een vermakelijke backstage anekdote met ons delen?
‘Ik verblijf  niet lang achter de schermen. Ik kom naar een concert en speel. Dat was in het verleden anders, maar tegenwoordig zie je mij dat niet meer doen. Ik kom bij wijze van spreken uit de touringbus en op het podium gewandeld.’

WiM: Voor welk concert was je het meest nerveus?
‘Ik had niet echt last van zenuwen voor een concert. De concertreeks van Tour De Force was voor mij een missie. Zo heb ik het ook bij mezelf geprogrammeerd. Ik was wel aan het hopen dat ik mijn stem in de tussentijd niet kwijt zou raken, vooral na alle repetities en de vier intensieve concerten in één week. Dat is godzijdank niet gebeurd.’

WiM: Hoe zou je de akoestiek in The Royal Albert Hall beoordelen?
‘De akoestische set in The Royal Albert Hall is qua akoestiek bij mij zeer goed bevallen. Een repertoire met blues- en rockmuziek iets minder, maar nog steeds heel goed. Ik denk dat de akoestiek van het recente concert in The Royal Albert Hall beter was dan in 2009, we speelden namelijk ‘zachter’ dan voorheen. Dat heeft dus wel degelijk impact op de akoestiek in zo’n kolossale zaal als The Royal Albert Hall. Als ik moet kiezen in welke zaal ik het liefst speel van de vier locaties, heeft The Royal Albert Hall mijn voorkeur.’

Joe Bonamassa - The Borderline 1

WiM: Je bent in The Royal Albert Hall begonnen met het adembenemende akoestische intronummer Albion. Was dat een statement?
‘Nee, het was alleen een akoestisch intronummer. Daar kopen bezoekers ook hun kaarten voor [lacht]. Ik vond het ook geen slechte opening.’

WiM: Heeft Shirley van jou een ander persoon gemaakt na Tour De Force?
‘Niet echt. Ik denk niet dat Shirley mij heeft kunnen veranderen na vier concerten in zo’n korte periode.’

WiM: Hoe was de tijd die je hebt doorgebracht in de Londense hotels, straten en vervoer? Heb je nieuwe inspiratie op kunnen doen voor toekomstige projecten?
‘Nee, ik heb in die periode geen nieuwe inspiratie op kunnen doen voor eventuele toekomstige projecten. Ik heb me namelijk volledig gefocust op de reeks concerten.’

WiM: Waarom draag je negen van de tien keer een zonnebril tijdens concerten in donkere zalen?
‘Dat is omdat mijn ogen gevoelig zijn voor de belichting in concertzalen. En als er nog eens twee schijnwerpers voor twee uur op je gezicht schijnen, is dat nodig. Soms gebruik ik brillen met minder donkere glazen puur voor de show [lacht].’

WiM: Wat wil je zelf nog aan het interview toevoegen?
‘Ik ben nogmaals zeer trots op de gedane concerten in Londen en de bijbehorende gemaakte dvd’s. Het project Tour De Force is voor mij een zeer geslaagde uitbreiding op mijn carrière geworden.’