×

Interview

20 maart 2021

Een interview met Adam Wiltzie van A Winged Victory For The Sullen

Met hun vierde album Invisible Cities net in de winkels, een album wat hier terecht bewierookt werd, lieten wij de kans om Adam (Bryanbaum) Wiltzie, één van de twee mannen van Winged Victory For The Sullen, te spreken. Niet vanuit zijn nieuwe thuishaven Brussel maar vanuit zijn geboorteplek in Texas waar hij was om familiezaken te regelen.

‘Ik ben helemaal verzot geraakt op Europa en België en Brussel in het bijzonder. Voor mij is Brussel de plek waar alles samenkomt’, zo vertelt hij wanneer we hem vragen waarom hij vanuit Amerika naar Brussel is verkast. Nu ik weer voor even terug in Amerika ben merk ik al helemaal waarom ik zo aan het leven in België gewend ben geraakt. Amerika is zo’n groot land waar zoveel zo slecht is geregeld en er daardoor zoveel sociale verdeeldheid is die ook bijna niet op te lossen is dat ik er soms moedeloos van word. Ik ben veel liever in Brussel waar ik weet dat alles gewoonweg beter geregeld is. Daarnaast voelt Brussel veilig en relaxt, veel relaxter dan hier in ieder. De wereld is door het internet ook zo veranderd en toegankelijk geworden dat je gemakkelijk over de wereld kan schuiven, overal kan wonen, als je connecties goed zijn’.

‘De tour die plaatsvond rondom de theaterproductie Invisible Cities kwam door corona helaas tot stilstand’, vertelt Wiltzie als we het over hun nieuwe plaat krijgen. ‘Het is een enorm spektakel dat opgezet werd door regisseur Leo Warner, de man die de videoregistratie van de Olympische Spelen in Londen deed. Een fantastische visionaire man waarmee het geweldig samenwerken was. Voor de openingsreeks van de productie in Manchester, die meer dan 100 mensen kent en gigantische decors heeft waarop beelden van fantastische en desolate plekken op de wereld te zien zijn terwijl het verhaal verteld wordt over de connectie en strijd tussen Kublai Khan, de leider van het Mongoolse volk, en wereldontdekker Marco Polo, hebben Dustin (O’Halloran) en ik de muziek live ten gehore gebracht maar voordat de productie naar andere plekken op de wereld verscheepte en ‘voorlopig’ eindigde in het Australische Brisbane, trokken wij ons als componisten/muzikanten terug en werd onze muziek onderdeel van de show’.

‘Voor de muziek kregen we trouwens maar 4 maanden om deze te schrijven en op te nemen dus dat was even flink doorpoken. Maar eenmaal aan de slag lukte het ons de 90 minuten muziek die voor de show nodig waren af te leveren. De helft daarvan hebben we nu als de composities van ons nieuwe album gebruikt. Ik ben niet anders als elke ander muzikant als die over zijn laatste project zegt dat hij daar het meest op trots op is. Ik denk dat we met Invisible Cities in composities en sound, een breed atmosferisch geluid, het beste uit onszelf hebben weten te halen. Elk project is weer een bijzondere uitdaging en dit was wederom zeer bijzonder en in productie zo verschrikkelijk groot dat we er beiden met heel veel interesse en een geïntrigeerde blik naar gekeken hebben. Heel bijzonder om van zo’n groot spektakel onderdeel uit te maken’.

We krijgen het over zijn muzikale verleden en alles wat daaruit voortgekomen is. ‘Zoals je weet ligt mijn muzikale verleden bij band als Flaming Lips, Mercury Rev en Sparklehorse, om er maar een paar te noemen. Ik speelde met sommige bands mee en deed het livegeluid van anderen. Bij een concert van Sparklehorse in Italië in 2010 werd ik aan Dustin voorgesteld en al pratend ontdekten we dat we vanuit eenzelfde muzikale hoek dachten. Het bleek de start voor A Winged Victory For The Sullen te zijn. Mijn eerste stappen in het maken van meer filmische muziek waren trouwens al veel eerder gemaakt. Vooral mijn samenwerking met Brian McBride als Star of the Lid was een voorname eerste stap daarin’.

‘Ik heb altijd een grote liefde voor instrumentale muziek gehad die naast akoestische toetseninstrumenten ook veel uit electronics voorkomt. Daarnaast een grote liefde gevoeld voor componisten als Arvo Pärt, Gavin Bryars, Zbigniew Preisner, Henryk Górecki, natuurlijk voor de ambient van Brian Eno maar net zo goed voor de verstilde klanken van Labradford en de latere albums van Talk Talk. Samen met Brian ging ik op muzikaal onderzoek uit en tot 2007 hebben we zeven albums gemaakt. Via het grote netwerk van muzikanten bleef ik steeds weer nieuwe dingen en met ander muzikanten in contact komen’.

‘Zo leerde ik ook Jóhann Jóhannsson kennen, een ongelooflijke componist die natuurlijk met 48 jaar veel te jong is overleden maar een geweldig oeuvre naliet. Natuurlijk ook veel te veel werk oppakte, ik hoorde hem ooit vertellen dat hij 15 filmscores in één jaar had geschreven. Ik werkte samen met hem aan de soundtracks van Theory of Everything (2014) en Arrival (2016). Een prachtig leerproces waar ik weer een hoop bijleerde voor ikzelf samen met Dustin voor scores gevraagd werd. Onze eerste soundtrack samen was voor Iris (2016), een film met Judi Dench en Kate Winslet in de hoofdrollen, onze tweede was voor de baanbrekende film God’s Own Country (2017). Alles heeft eigenlijk toch altijd weer te maken met de mensen die je kent, of via via kent, en die van jouw muziek houden en deze voor een film, serie of installatie willen gebruiken. Een netwerk waar iedereen elkaars werk nauwlettend in de gaten houdt en je daardoor steeds het allerbeste uit jezelf wilt halen’.