×

Interview

21 februari 2023

De zoektocht van dEUS. Een interview met Stéphane Misseghers

Geschreven door: Edwin Hofman

Label: PIAS

Een nieuw album van dEUS brengt altijd de nodige opwinding teweeg. En zeker als het de eerste langspeler in elf jaar tijd betreft. How to Replace It, de achtste plaat van de Belgische band, is anders dan de voorgaande albums maar doet in kwaliteit niet onder voor de rest van dEUS’ hoogstaande discografie. Written in Music sprak met drummer Stéphane Misseghers over de totstandkoming van How to Replace It.

WiM: In hoeverre hebben jullie dingen anders gedaan met deze plaat, bijvoorbeeld qua instrumentatie en gastvocalisten/muzikanten?
We hebben een aantal gastmuzikanten gevraagd: Steven de Bruyn op mondharmonica en Lies Lorquet (Mintzkov) op vocals (1989). Met haar hadden we al eerder gewerkt. Ze heeft ook op 7 Days, 7 Weeks gezongen. Tom zoekt altijd naar stemmen die echt heel goed passen bij zijn eigen stem. Lies heeft een goede stem. We hebben weleens een zijsprong genomen maar komen toch weer terug bij Lies omdat ze een zeer rijk timbre heeft. Niet alleen als backing vocal werkt dat, ook als lead vocal. Verder hadden we Jon Birdsong op trompet. Hij heeft in een ver verleden bij Beck gespeeld. Hij woont al geruime tijd in België. Er is ook iemand die bandoneon gespeeld heeft en er zit ook nog een fadogitaar in, die heeft Bruno de Groot gespeeld.

Het was natuurlijk voor de eerste keer in meer dan vijftien jaar dat we een album maakten met een andere gitarist dan Mauro (Pawlowski, inmiddels terug bij dEUS, nadat Bruno de Groot de band om gezondheidsredenen verliet, red.). Dat geeft natuurlijk een andere sfeer. Bruno is meer klassiek geschoold, jazzmuzikant. Hij is eigenzinnig. Zit ook meer in de roots en blues. Op sommige momenten hebben we hem moeten tegengehouden als het iets te bluesy begon te klinken. We hadden hem eigenlijk gekozen op basis van een optreden dat hij gedaan heeft in 2018 ter ere van de 100 jaar Wapenstilstand, van de Eerste Wereldoorlog. Dat was een evenement rond de slag van Passendale. Er werd een concert gegeven met tien gitaristen en Bruno was er daar een van. Bruno stak daar geweldig bovenuit omdat hij blijkbaar ook een meer atonale kant in zich heeft. Die combinatie van jazz, blues en dat atonale was super interessant. Aangezien de vacature gitarist openstond zijn we met hem aan de slag gegaan. Dat was aanvankelijk wel even zoeken. Het is ook een beetje kwestie van ‘how to replace it?’. Vervangen we de vorige gitarist of gaan we het experiment, de uitdaging aan om iemand echt muzikaal, artistiek te leren kennen en hem een eigen plaats te geven in een groep die in deze constellatie al twintig jaar bezig is? We hebben daar absoluut geen spijt van gehad. Eigenlijk is dat supergoed meegevallen. Een van de vlotste dingen die de afgelopen vijf jaar gebeurd zijn was het inwerken van een compleet nieuw bandlid.

Het is vanzelfsprekend dat iemand met zo een rijk vocabularium zijn stempel op de plaat drukt. Er zijn al veel verwijzingen geweest naar het werk van Craig Ward op The Ideal Crash. Dat kan alleen maar goed zijn. Op het moment dat we het album aan het maken waren dachten we ook weleens: dit is super interessant, maar zijn wij dit wel, is dit niet te ver buiten de comfortzone? We hebben veel toegelaten maar in zo’n creatief proces is het ook wel: kill your darlings.

WiM: Hoe was de aanloop naar dit album? Ik las dat de eerste stappen in 2018 zijn gezet.
We zijn eind 2017 gestart met audities maar tot aan de opnamen hebben we niet veel meer gedaan aan het album. Er is veel denkwerk en research aan vooraf gegaan. We zijn niet in de business van het onszelf herhalen. Het is een traject, een kunstvorm die vraagt om jezelf niet te herhalen, dat is niet de bedoeling. Dat onderzoek vergt tijd. Maar we hebben de afgelopen jaren niet lopen rondkeutelen: we hebben getoerd, er was de film Confessions to dEUS van Fleur Boonman, we hebben nog een soundtrack gemaakt bij een documentaire over de Belgische couturier Martin Margiela en een Best of uitgebracht (Selected Songs 1994-2014).

Die lange aanloop was wel nodig; een moment van herbronning. Er speelde ook privé het een en ander bij sommigen van ons. Tom is op zijn opperbest als hij kan schrijven vanuit opgedane ervaringen. Situaties, dingen uit real life. Daarvoor moet je leven. Er moet ‘shit’ geburen. Liefst niet allemaal goed, ha.

WiM: Hoe was de rol van Tom deze keer? Hij lijkt wel belangrijk in het oppakken van ideeën en daarmee ‘aan de haal te gaan’.
Tom zei: ik ga meer zelf schrijven, meer nummers van mezelf aanbrengen. Van meet af aan was dat duidelijk gemaakt naar ons toe. Dat is niet allemaal even gemakkelijk om te verwerken. Bij Keep You Close en Following Sea was die verdeling anders. Maar na verloop van tijd, als iedereen zijn steentje eraan bijdraagt wordt het toch nog een group effort en dan heb je als band een plaat gemaakt.

Het initiële idee was wel om, zoals Tom het zo mooi zei, meer ‘verticaal’ te gaan werken dan ‘horizontaal’. In het begin had ik iets van: ‘What are you talking about?’ Maar sound- en textuurwijs was dat interessant. Als ik terugluisterde naar vorige platen was er altijd wel iets dat te orkestraal of te weids was. Of te opgesmukt: een bliksemafleider voor het afwezig zijn van bepaalde dingen, wat dan opgevuld moet worden door toeters en bellen.

dEUS - How to Replace It_

WiM: Ik hoor op de plaat aan het begin een aantal vollere nummers, met de juiste ‘bombast’, daarna wat lichtere tracks, dan een paar nummers die wat meer teruggrijpen op het verleden en dan twee opvallende, uiteenlopende laatste songs. Maar wellicht zien jullie dat anders en is de tracklisting intuïtief tot stand gekomen…
Het is een creatief proces waarin je schrijft. Gericht schrijven manifesteert zich pas tegen driekwart van het proces. Dan schrijf je op wat je hebt of je houdt het in gedachten en kijkt wat je nog nodig hebt: we hebben nog een broertje nodig van die, waar kunnen we die zetten, moet die niet gecounterd worden met een soort tegenwicht ergens verder op de plaat? Zo wordt dat een beetje samengesteld. Er is ook een verschil tussen songs die zijn aangebracht door Tom en songs die ontstaan zijn als jam. Er is een bepaalde volheid die aan de basis ligt door te jammen. Die is daar vanaf het moment dat we spelen. Als Tom alleen schrijft is het meestal met gitaar of sporadisch met piano maar dan zijn de essentiële elementen al wel gezet. Meestal zijn Toms teksten al vergevorderd. Dan is het een kwestie voor ons daar rond te werken en bij te kleuren. We hebben er bewust gekozen om meer plaats, ruimte te creëren in deze plaat, elk element voor zich te laten spreken, te laten tellen. Dat het zijn eigen verhaal vertelt en dat dat verhaal te volgen is gedurende het nummer. Minder opvulling.

WiM: Op de titeltrack horen we pauken, een nummer als Faux Bamboo is juist strak en lichtvoetig en Never Get You High heeft een interessante, subtiele beat. Hoe was het voor jou als drummer om aan dit album te werken?
Voor mij persoonlijk was het niet altijd gemakkelijk. Sommige nummers waren supergemakkelijk maar anderen niet. Er zitten twee walsen in. Ik ben als drummer altijd van mening geweest dat één wals op een plaat genoeg is. En dat het nooit mag klinken als een wals. Ik heb zoveel mogelijk geprobeerd het te ‘ont-hoempapa’en’, want dat aspect zit er bijna onmiddellijk in. Ik ben meer van de rollende drumpartijen.

Het was een uitdaging om meer plaats te laten, minder plaats in te nemen, maar toch ook dragend te zijn en een interessante partij te maken. En ook om niet in de weg te zitten van de zang of de tekst. Ik had wel momenten dat ik het even niet meer wist. Er was een moment dat ze dingen begonnen te loopen, in de demofase. Ik had zoiets van: ‘Oké, wanneer komt mijn moment dat ik er verder aan kan werken en dat ook mijn evolutie een beetje zijn plaats krijgt?’ Ik ben geen hired gun of session cat die daar even een partij uit zijn mouw schudt op een namiddag. That’s it, thank you very much, bye. Ik wil ook dat traject kunnen doen; kleine dingen aanpassen. Bij de meeste dingen heb ik dat wel kunnen doen, bij sommige andere dingen dacht ik: daar had ik nog dit of dat kunnen doen. Het was een zoektocht. Maar uiteindelijk, als het je dan even neerlegt en je luistert er even niet naar, dan is het ‘water onder de brug’. In dat opzicht ben ik wel zeer blij hoe het er allemaal uitgedraaid is. Het idee was: ‘verticaler’, minder ‘horizontaal’. Dát was de research. Luisteren naar Franse muziek uit de sixties; de vocal zit frontaal, sommige drumpartijen zijn ongelooflijk maar die vallen gewoon niet op. Aanwezig zijn, zonder te domineren was mijn doel. Het was een zoektocht.

WiM: In de jaren na Following Sea is de streamingmarkt verder gegroeid. Dat betekent ook dat andere nummers van bands populair worden, er andere ‘hits’ ontstaan.
Het is de bedoeling dat we de live-set wel gaan opfrissen. We hebben de Best of shows nu wel gehad met de basis-setlijst van ongeveer 20 nummers. Die lijst varieert wel maar enkel binnen die 20 nummers. Dus we zijn wel van plan om 70% van de nieuwe plaat te spelen en daarbij ook ‘nieuwe ouden’ te gaan brengen. Dingen die we lang niet gespeeld hebben of nog nooit gespeeld hebben. Dat maakt het niet alleen voor ons het interessantst, maar ook voor het publiek. Daar ben ik vooral benieuwd naar: waar door die streamingrevolutie de interesses nu liggen. Ik zie het bij mijn zoon en bij Klaas’ (Janzoons) kinderen. Die playlists die zij opleggen gaat van Bockie De Repper naar Neil Young, Nirvana en Coltrane. Die hebben toegang tot zo een gigantische back catalogue van alles. Zij horen bij de digital natives. Als veertiger kijk je daarnaar van: wat is dat? Als wij dat gehad hadden… Er zijn voor- en nadelen… Ik ben grondig benieuwd naar de mix van het publiek. In welke mate we jong publiek hebben aangeboord. Dat is iets waar ik toch echt naar uitkijk.

Misschien wordt er tussen de releases tegenwoordig niet genoeg schaarste gecreëerd. Ook nu in de digital era. Je moet in een rotvaart releasen. De attention span… je spreekt niet meer van flavour of the month maar of the day, of the hour. Om de kwaliteit gaande te houden, kan dat niet. Het kan wel als je formulegericht werkt, dan kan dat. Op een bepaald moment word je wel professioneel genoeg. De kunst is echter om even een stap terug te doen en iedereen in zijn eigen nat te laten sudderen om dan meer slagkracht en munitie te hebben. Ik denk dat dat hetgeen is dat de streaminggeneratie een beetje de das om doet. De spanningsboog wordt alleen maar korter. Het is de eerste keer voor ons dat er al drie singles uit zijn voordat de plaat uit is. Dat is dus kennelijk het nieuwe model. Het druppelsgewijs releasen. Die singles, daar zit nog geen maand tussen! Enerzijds zeggen ze over onze plaat: het is wel een groeier. Maar je krijgt maar een maand de tijd om het te laten groeien. Man of the House gaat over big tech en de manier waarop we bestuurd worden door statistieken en algoritmes. Dat zit ook een beetje in de muziek, een beetje paternalistisch. Het is een beetje een onbewuste rebellie, tegen de vaart waarmee dingen gereleased worden.  Ik wil absoluut niet klagen – ieder nadeel heeft zijn voordeel – maar voor mensen, groepen zoals wij die meer dan dertig jaar meegaan brengt dat een verandering van mind set met zich mee.

WiM: Er is dus nog steeds die opwinding, die spanning. Het niet teren op oude roem, al is een dEUS release altijd nog wel een nieuwsfeit van formaat, zeker in de Benelux. Ook elf jaar later.
De media is één, maar de echte test is live, hè? Als die zalen halfvol staan maar je hebt supergoede pers dan weet je genoeg, hè? Dan zijn zowel de pers als de band gewoon leugenaars. Dat is het wel in grote lijnen. Pas als je op het podium staat, tijdens een toer weet je het. We gaan nu 29 concerten doen in anderhalve maand, in heel Europa. Tegen het begin van de festivals weet je waar je staat. De rekening zal ergens in juni gemaakt worden. Het is super opwindend.

We hebben geen tien jaar gewerkt aan die plaat. Maximaal vier jaar; van de sleutel op de deur naar de afgewerkte plaat in je handen. Wat naar onze standaarden vrij normaal is. Eigenlijk heeft die elf jaar ons wel deugd gedaan. Als het allemaal vroeger was gekomen, was de plaat niet zo uitgesproken anders geweest als de voorgaande albums. De sleutel om tot iets als How to Replace It te komen is meer in het weglaten van dingen dan in dingen toe te voegen. Dus terug naar de essentie van de groep. Hoewel we in vergelijking met de eerste drie platen een andere constellatie vormen, zitten de tekstschrijver en arrangeur nog steeds in de groep. De genesis van de groep is er nog.

Het is ook een verwerkingsproces geweest, een soort coming of age, omdat het ook best confronterend is om terug te kijken. We zijn normaal meer toekomstgericht. Achteraf is het heel nuttig geweest te kijken wat er voor ons, persoonlijk als leden afzonderlijk, aan schortte, wat anders moest, wat de richting moest worden. Dan is het eigenlijk een les.

WiM: En de albumtitel? Je kunt aan het bandgeluid denken, of aan muzikanten…
Vul het zelf maar in. Voor mijzelf: je kunt jezelf de vraag stellen of je iets moet vervangen door iets gelijkwaardigs of kan iets totaal anders die leegte invullen en toch bevredigend zijn? De titel kan verwijzen naar een persoon, een situatie, een gevoel, of iets uit het verleden. Het is zelf in te vullen. Iedereen heeft wel iets dat hij/zij moet vervangen of heeft moeten vervangen.

dEUS live in Nederland:

  • Vrijdag 10 maart: Hedon, Zwolle
  • Zaterdag 11 maart: Doornroosje, Nijmegen
  • Woensdag 5 april: Melkweg, Amsterdam
  • Donderdag 6 april: Maassilo, Rotterdam
  • Vrijdag 7 april: Paaspop, Schijndel
  • Donderdag 13 april: Muziekgieterij, Maastricht