×

Interview

13 juli 2020

De wereldveroverende sound van GoGo Penguin

Geschreven door: Dick Hovenga

Label: Blue Note

Met album nummer 5 heeft Manchester trio GoGo Penguin hun opus magnum gemaakt. Niet vreemd dus dat ze het album ook maar gewoon naar hun bandnaam vernoemd hebben. Het blijft intrigerend hoe de band zich vanaf hun tweede album V2.0 (2014) razendsnel naar wereldfaam ontwikkeld heeft met een vernieuwende sound die zowel in de jazz als electronic ligt. We spreken contrabassist Nick (Blacka), die in afwachting van de komende tour (door het snel opkomende coronavirus behoorlijk verlaat), nog even thuis in Manchester zit.

‘Het zijn inderdaad vreemde tijden,’ vertelt hij. ‘Aankomende vrijdag (20 maart 2020) zou ons eerste concert van de nieuwe tour zijn maar die moesten we, vanwege alle coronastress, dus afzeggen. De drie weken daarop alle andere optredens ook. Even in Manchester en thuis zijn is wel fijn maar te lang niet spelen natuurlijk niet. Vooral als je de nieuwe tracks aan het publiek wil laten horen omdat je er zo trots op bent.’

Met hun nieuwe album hebben ze weer grote nieuwe stappen gezet in de vervolmaking van hun sound. ‘Ik denk dat we steeds dichter bij het geluid komen dat we als trio in ons hoofd hadden, waar we naartoe kunnen groeien met onze muzikale ideeën. Maar eerlijk gezegd groeien die ideeën net zo hard met ons mee als de keren dat we optreden en/of we weer een nieuw album opnemen.  Maar ik weet dat als je me ten tijde van ons tweede album V2.0 , het album waarbij ik net tot de band was toegetreden (GoGo Penguins debuutalbum Fanfares had met Grant Russell nog een andere bassist), had gevraagd of we in staat waren geweest met een album als ons nieuwe op de proppen te kunnen komen, ik waarschijnlijk hard had gelachen. Tegelijkertijd geen flauw idee had gehad.’

‘Na V2.0, het succes daarvan, het verruilen van het kleinere (maar uiteindelijk zeer belangrijke) Gondwana Records, die onder leiding van de vermaarde trompettist Matthew Halsall, vanuit onze thuisstad opereren en het tekenen bij het grote Blue Note, zijn we vrijwel constant op tour geweest. We maakten eigenlijk albums tussendoor om te kunnen blijven touren, of zo voelde het, zo kijk ik er nu op terug. Albums die verrassend goed uitpakten gezien de weinige tijd die we hadden om nieuwe songs te schrijven en deze op te nemen. Vooral bij Man Made Object, onze eerste voor Blue Note, stond de druk er zo hard op om met iets heel goeds te komen door het succes van V2.0, dat we onszelf wat voorbij liepen. We wilden vol avontuur nieuwe dingen uitproberen en soms liepen we onszelf daarin voorbij. Uiteindelijk heeft onze producer Joe (daarover later meer….) ons daarin de weg gewezen en zijn we er behoorlijk goed uitgekomen (lacht). Bij A Humdrum Star ging dat al een stuk beter omdat we elkaar muzikaal, met het vele live spelen, zo goed kenden. Toen voelden nieuwe dingen uitproberen zoveel logischer, ook omdat we bij onze soundchecks ook steeds nieuwe dingen aan het uitproberen waren. Vergeet ook niet dat na V2.0 alles ineens zo snel ging dat we ook moesten wennen aan hoe we het best met elkaar om konden gaan als je lange perioden van huis bent en constant in elkaars omgeving zit.’

‘We waren al lang voordat we gezamenlijk in GoGo Penguin zaten, goede vrienden maar constant met elkaar onderweg zijn betekende echt een andere manier van met elkaar omgaan. En we stonden echt verschrikkelijk veel op het podium in die jaren en de spanning om ook elke keer volledig te overtuigen, er altijd met je kop volledig bij te zijn en in volle concentratie te spelen, is ook gewoonweg heel heftig en vermoeiend. In 2016, 2017 en 2018 deden we per jaar tussen de 150 en 200 concerten, die piek van 200 was 2016 geloof ik, en hebben onderhand de hele wereld over gereisd. We hebben op de geweldigste festivals en op de mooiste plekken ter wereld gespeeld. Maar we zijn ook zo ontzettend veel onderweg geweest. Van plek naar plek met vaak enorme reistijden en wachten op verbindingen. Om dan nog tijd te vinden te relaxen, nieuwe muziek te schrijven en op te nemen en ook thuis echt aanwezig te zijn, lukte toen bijna niet. Van onze fans kregen we zelfs bij de gigs, of via Facebook, reacties dat we er zo moe uitzagen. Dat was wel zo’n beetje de limit (lacht). En anders kregen we die opmerking thuis wel natuurlijk. Afgelopen jaar hebben we dat veel beter aangepakt en meer thuistijd gecreëerd. Meer quality time in onze thuistijd gestopt ook. Voor Chris, die vorig jaar vader werd en dus zijn leven heel erg zag veranderen, was dat natuurlijk heel fijn. Ik denk dat daardoor het maken van het nieuwe album ook veel relaxter verliep.’

‘We hebben vanaf V2.0 onze albums altijd opgenomen met onze grote vriend Joe (Reiser) die ook onderweg, dus bij elk optreden, onze geluidsman is,’ zo gaat Blacka verder. ‘Hij is niet alleen het ‘vierde’ bandlid maar eigenlijk meer dan wat ook de bepaler van ons geluid, onze sound (lacht). Hij wordt daar in de studio sinds de vroege dagen bij geassisteerd door Brendan (Williams) trouwens. Die twee mannen erbij te hebben in de studio voelt zo vertrouwd en goed. We pushen elkaar om met het beste uit ons geluid te komen en Joe en Brendan proberen vaak nog veel uit in de mix. Soms helpt dat echt composities beter te maken. Om een piano iets te oversturen om de sound nog dikker te maken of naar een gezamenlijke climax te duwen (de track Kora op het nieuwe album is daarvan een prima voorbeeld. red). We hadden besloten om ons van de wereld af te zonderen en vonden een mooi sobere studio bij Leeds. Het geluid bleek geweldig daar, vooral Rob had voor zijn drums een ideale plek waar Joe en Brendan het allerbeste uit zijn spel konden halen. Reeds in de eerste dagen voelden we dat we met een album bezig waren waar alles zomaar helemaal zou kunnen kloppen. We hadden de composities, waar we op voorhand al heel enthousiast over waren, we waren relaxed en gefocust en de sfeer was geweldig. Er komt als muzikant een moment dat je begint te voelen dat je echt beter aan het worden bent en ik denk dat we over de vele jaren achter elkaar spelen net zo snel als band zijn doorgegroeid. Waar we een moeilijke break eerst nog wel even flink moesten door oefenen gaan die nu als vanzelf en voelen ze daardoor ook veel vloeiender aan. Daarbij zijn we als vrienden nu ook veel dichter naar elkaar toegegroeid. Wel heel erg belangrijk als je zoveel met elkaar onderweg bent ook natuurlijk.’

We krijgen het nog even over hun rol binnen de Britse jazz. ‘De Britse jazz is natuurlijk echt ontploft wereldwijd de afgelopen jaren,’ reageert Blacka enthousiast. ‘Een heel groot gedeelte daarvan komt natuurlijk uit Londen, vooral Oost-Londen. Niet alleen geografisch ligt Manchester een flink stuk daarvan weg, ook muzikaal. Zo’n scene als je in Londen hebt waar iedereen met elkaar kan spelen, gemakkelijk in elkaars band kunnen invallen, dat hebben we in Manchester minder. Ook voor muzikanten uit Manchester blijft het trekken naar Londen te verkassen om daar met nog veel meer podia ook veel meer te kunnen spelen, meer dan ooit de manier om geld te verdienen voor muzikanten. Voor ons geldt dat anders. Daar speelt ons specifieke geluid de grootste rol in. Wij zijn muzikanten die met ons eigen persoonlijke geluid binnen de band een gezamenlijke eenheid hebben gevonden die echt wel van ons afhankelijk is ook. Dus even een bandlid voor een optreden vervangen gebeurt bij ons gewoonweg niet. Ieders geluid is te specifiek en het draait echt om de som der delen.’

‘Het blijft dus ook moeilijk om ons in te delen binnen een genre. Natuurlijk is onze trio-opstelling gelijk aan een jazztrio dus daar ligt voor velen de jazz aanduiding. We luisteren allemaal naar veel verschillende muziekstijlen, vooral ook veel oude hiphop en nieuwe electronic, en dat zal automatisch in onze muziek terug te horen zijn. Verrassend eigenlijk ook dat van ons drieën Rob de grootste jazzfanaat is terwijl zijn spel juist zo door electronic muzikanten als Squerepusher beïnvloed is. Hoewel we vaak binnen de nieuwe golf aan Britse jazz worden ingedeeld, en zo ook door Blue Note werden binnen gehaald, voelen we ons daar soms ook niet helemaal niet inpassen. We zijn toch een echt andere band met een ander specifiek geluid. Opvallend ook trouwens dat toen wij bij Blue Note tekenden, wij het idee hadden dat we de eerste band van een heel legioen aan nieuwe bands, die jazz, hiphop en electronic net zo omarmen als ons, zouden zijn. Dat het label veel meer nieuwe jonge bands zou tekenen maar dat is eigenlijk niet gebeurd. Best apart eigenlijk. Met het groter worden van GoGo Penguin is het trouwens wel eervol om te merken dat er nu nieuwe jonge bands komen die duidelijk van ons geluid lenen, om het zo maar te noemen (lacht). We hadden dat zelf, met de weinige vrije tijd, eigenlijk niet echt in de gaten maar onze fans begonnen ons daarover berichten en voorbeelden te sturen. Grappig en raar omdat zo te zien gebeuren. Dat je zelf iets origineels maakt dat andere muzikanten dan weer inspireert, net zoals wij geïnspireerd werden door zovele anderen. Dat is best iets om heel trots op te zijn eigenlijk ook.’