×

Interview

17 oktober 2009

De levensweg van Vieux Farka Touré

Met Fondo zet de  zoon van Ali Farka Touré de succesvol ingeslagen weg na zijn eerste gelijknamige album Vieux Farka Touré voort. Dit nieuwe album is echter nog beter, meer coherent en meer eigen dan zijn voorganger. Met soms duizelingwekkende, hypnotiserende gitaarpartijen slaat Vieux een mooie brug tussen Afrikaanse bluestradities en modernere varianten. Written in Music sprak met Vieux over zijn nieuwe album, de strijd met zijn vader over de beroepskeuze, zijn toekomstvisie en zijn favoriete muziek.

WiM: Fondo is je tweede album na je debuutplaat in 2006. Heb je ook nu weer hulp gekregen van je mentor Toumani Diabaté en producer/vriend Eric Herman. Het is ook meteen het eerste album dat je zonder help van je legendarische vader Ali Farka Touré maakt. Hoe ging het opnameproces dit keer en was het moeilijker dan je debuut of juist eenvoudiger omdat je meer en meer je eigen keuzes kon maken?
Het opnemen van FONDO was erg spannend voor mij omdat ik voor het eerst het hele album geproduceerd heb (samen met Yossi Fine). Op de vorige plaat deed ik al het voorwerk in de opnamestudio met Eric Herman, waarna Eric in de USA de eindmix deed. Voor FONDO kwam Yossi naar Bamako om op te nemen. Daarna ben ik naar zijn studio in Californië gegaan en daar hebben we nog meer nummers opgenomen en de plaat afgemixt. Het heeft de nodige lange uren gekost maar  ik ben dik tevreden met het eindresultaat!. Mijn nieuwe platenmaatschappij Six Degrees Records heeft mij ook een aantal goede tips gegeven en steunde mij veel van mijn keuzes. Toumani heef dit keer slechts op één nummer (Paradise) meegewerkt, hij heeft het veel te druk met zijn eigen carrière en is nog zelden in Bamako tegenwoordig. Hij heeft inmiddels wel het nieuwe album gehoord en hij vindt het een mooie plaat!

WiM: Je vader wilde eigenlijk niet dat je muzikant zou worden en zag jou liever met een goede baan in het leger. Was het lastig voor je om voor de muziek te kiezen en zo dus je vaders wens te negeren?
Mijn vader was een erg slimme man. Hij wilde gewoon niet dat ik alle moeilijkheden en problemen zou krijgen die hij heeft ervaren toe hij startte met zijn muziekcarrière. Ik denk echt dat hij mij probeerde te beschermen. Maar toen hij zag dat ik serieus gitaar wilde gaan studeren, ging hij zelfs met mij mee om mij in te schrijven bij het Nationaal Kunstinstituut in Bamako en gaf mij zijn volledige steun. Hij zag blijkbaar in dat niets mij toch zou tegenhouden om muziek te maken. Er zijn geen woorden voor om te beschrijven hoe gelukkig ik mij toen voelde.

WiM: Toen je begon als muzikant was je niet iemand die meteen de spotlights zocht en zijn talent etaleerde, je had nog weinig zelfvertrouwen en hield je talent liever voor jezelf. Zelfs Toumani was aangenaam verrrast toen hij je gitaar hoorde spelen. Je vooruitgang en het feit dat dit ook Eric Herman opviel was een grote openbaring voor je. Hoe belangrijk waren en zijn wellicht Eric en Toumani voor je? Het is nu drie jaar geleden sinds je debuutalbum. Heeft de muziek je leven veranderd en heb je nog altijd het gevoel dat je de juiste keuzes gemaakt hebt?
Eric was en is nog altijd een goede vriend van mij. Hij heeft mij destijds echte gecoacht en gepusht om mijn plaat te maken, juist op momenten dat ik zelf niet zeker was dat ik het kon. Nu ik bij een andere label zit werken we niet meer samen maar ik heb nog veel contact met hem. Het eerste album zal ook altijd een referentie zijn, hopelijk ook voor het publiek. Tumani is nog steeds als een vader voor mij en geeft mij adviezen voor alle zaken in mijn leven. Hij is er altijd voor mij als ik hem nodig en dat zal nooit veranderen. Mijn leven is totaal veranderd sinds het uitbrengen van mijn eerste album. Ik tour gemiddeld acht maanden per jaar, ik zie veel van de wereld, luister veel muziek en ontmoet interessante mensen. Het is hard werken en ik heb regelmatig heimwee maar het is fantastisch en ik zou er niets aan willen veranderen. Iedere keer als ik het podium opga voel ik mijn vader lachen, helemaal als ik goed speel.

WiM: FONDO betekent WEG/PAD, ligt jouw route nog open om ligt hij al bezaaid met muziekstenen? In andere woorden, kun je de titel verklaren?
Het is zoals ik al zei, ik ben grotendeels elk jaar aan het toeren en alle nummers op dit album heb ik ook tijdens het toeren geschreven, dus de titel is vrij logisch. En natuurlijk refereert het ook aan mijn eigen leven, mijn te volgen pad.

WiM: Jouw muziekstijl omschrijf je zelf als Koroboro-rock. Waar komt deze benaming vandaan?
Haha, dat is een grap van mij, Koroboro betekent zwart in mijn dialect, Sonhraï. Het is gewoon een benaming voor wat ik veel speel, mijn stijl mixt alles waar ik altijd naar geluisterd heb, van traditionele Mali-muziek tot hip hop, mbalax en bangra. Je zou mijn I-pod eens moeten zien!

WiM: Je luistert dus naar veel soorten muziek, wat staat er allemaal op je I-pod en welke artiesten inspireren je?
Ik heb net een nieuw album van Niyaz, prachtig! Ook luister ik graag naar een album van Wilco, dat ik van iemand gekregen heb, heerlijke gitaren. Ik heb ook veel van mijn oude favorieten Bryan Adams en Phil Collins, daar wordt soms lacherig over gedaan maar ze schrijven echt geweldige songs. En natuurlijk de oude generatie Amerikaanse blueshelden: Taj Mahal, Buddy Guy en John Lee Hooker.

WiM: Je vader speelde bijna zijn hele leven. Is er voor jou leven na de muziek of zal je altijd muziek blijven maken? Of wil je later kinderen in Mabako muziek leren maken?
Ik kan mij voorstellen dat ik-net als mijn vader- muziek blijf maken tot mijn dood. Ik ben namelijk nergens gelukkiger dan op het podium. Zelfs als ik een probleem heb of mijzelf niet lekker voel, als ik het podium opga en achter een microfoon sta is er alleen nog maar de muziek. Ik denk wel dat als mijn carrière wat stabieler is en ik meer over mijn vakgebied geleerd heb, ik graag een stichting wil opzetten om jonge muzikanten in Mali te helpen. Maar voor nu, ik ben nu nog zelf een beginner, ik moet en wil nog veel leren!