De fijn ondoorgrondelijke wegen van Steiger
Dat de drie mannen van Steiger hun volledige eigen muzikale weg gaan liet de eind vorig jaar uitgebracht Brick Smoke Basement EP wederom optimaal horen. Acht eindeloos avontuurlijke composities met een melancholie en experimenteerdrift die nog meer dan daarvoor nieuwe muzikale diepten in hun bandgeluid bracht. Hun nieuwe album The New Lady Llama gaat muzikaal onverdroten voort op diezelfde avontuurlijk weg en blijkt al snel een nieuw hoogtepunt in hun muzikaal uitbundige oeuvre. Hoog tijd om de mannen dus weer eens te spreken.
Mooi om dus zowel toetsenman Gilles Vandecaveye-Pinoy, bassist Kobe Boon en drummer Simon Rama allemaal voor me te hebben. Want ‘de band is vooral de samenkomst van allen binnen de composities die we maken’, vertelt Vandecaveye-Pinoy (hij gebruikt trots zowel zijn vaders achternaam als die van zijn bekende moeder). Het opnemen van een album in coronatijd was dan wel weer een bizarre maar ook een goede. ‘We hebben heel lange sessies gedaan om niet alleen de composities maar ook het geluid dat we voorstonden goed te krijgen. Waar we onze vorige plaat Give Space elke compositie op een andere plek opnamen om daardoor een andere sfeer te creëren kregen we voor deze nieuwe plaat de mogelijkheid om in de ruimte boven een atelier van een restaurateur in tweedehands piano’s op te nemen: Studio Ledeberg.’
‘Zodoende kreeg ik de ruimte om heel veel verschillende piano’s uit te proberen en daardoor steeds weer verschillende klanken tot stand te brengen. Eigenlijk is dat niet erg moeilijk. Soms betekent bepaalde snaren afplakken met tape al dat je een volledig andere sound krijgt. Daarmee experimenteren kan ineens een volledig andere compositie opleveren. Vooral als een veranderende dynamiek in een piano mijn spel ook gelijk beïnvloedt. Als de ‘nieuwe’ sound me bijvoorbeeld het idee geeft om meer staccato te spelen waardoor er meer ritme ontstaat. Dan anticipeert Simon daar dan ook weer op waardoor de gehele compositie, al helemaal als Kobe daar dan ook op aanvult, ineens een volledig andere kant kan opvliegen. Natuurlijk gebruik ik voor de sound ook alle synthesizers en digitale mogelijkheden die ik ter beschikking heb. Componeren en experimenteren met geluid zijn zo nadrukkelijk met elkaar vervlochten.’
‘Omdat we nu door corona ineens helemaal geen optredens hadden, konden we ons volledig richten op het maken van nieuwe muziek’, zo vertelt Rama verder. ‘Normaliter proberen we altijd nieuwe composities live uit en dat lukte nu ook natuurlijk niet. De studio induiken om aan nieuwe muziek te werken leverde daarnaast wel juist heel erg veel muziek op. De samenwerking met de Australische, al lang vanuit Berlijn werkende, componist, improvisator en producer Joe Talia, al heel lang een held van ons, voor de Brick Smoke Basement EP was een mooie geestverruimende ervaring en een geweldige eerste stap en maakte ons weer optimaal bewust van het feit dat voluit blijven experimenteren en uitproberen onze missie is.’
‘Omdat hij in Berlijn woont en vanuit daar werkt en we midden in de coronapandemie en zowel hij als wij niet konden reizen om met elkaar op te nemen zaten moesten we een andere weg van samenwerken vinden’, vervolgt Boon. ‘Zo gaven wij hem eerst een aantal van onze ideeën door, soms zelfs al een volledige track en stuurden die dan naar hem op. Hij kon dan als vierde muzikant van de band dan nieuwe muzikale elementen aan de composities toe te voegen. Tenminste, als hij die behoefte voelde. Soms vond hij dat een compositie helemaal af was en vond hij het onnodig om er iets aan toe te voegen. Omdat hij de tracks voor de EP ook zou mixen kon hij elementen dan in de finale mix alsnog weglaten of toevoegen. Het was een spannende exercitie waarvan we allemaal van tevoren niet wisten hoe die uit kon pakken, vooral ook omdat hij uit de Berlijnse techno-scene komt en wij vanuit de vrije improvisatiehoek, maar we zijn super blij met hoe de EP heeft uitgewerkt.’
‘Toen we vervolgens op het album gingen richten voelden we dat we haast automatisch weer een andere, nieuwe, muzikale kant op gingen’, zo pakt Vandecaveye-Pinoy weer op. ‘Hoewel het album zeker in het verlengde ligt van de Brick Stone Basement, ook omdat de opnametijden van zowel de EP als het album zo dicht bij elkaar lagen, er zaten eigenlijk maar twee maanden tussen, en we tijdens het voorproject een aantal composities echt voor de EP hadden apart gelegd, voelde het opnemen van het album toch echt anders aan. Geen uitwisseling van ideeën meer maar gewoon met z’n drieën in de studio opnemen met alleen mijn broer Cesar (de Suttre-Pinoy) als co-producer, die mij (ook omdat ze samen onder meer muziek maken met Peenoise) en ook Simon en Kobe al jaren kent en weet waar ze muzikaal toe in staat zijn. Ons, als Steiger, ook vanaf het begin bezig heeft gezien en snapt waar we naartoe willen. En ondanks het feit dat Peter Desmet alle opnamen maakte en uiteindelijk ook mixte (in zowel Studio Ledeberg als Hal 13), was de aanwezigheid van Cesar een heel fijne. Hij was het die ons af te toe bij de les hield door ons te wijzen op waar we iets teveel deden of de sfeer van de compositie net niet goed oppakten. Hij is net als wij een vrije muzikale geest die zijn muzikale invloeden met het ouder worden alleen maar rijker ziet worden.’
‘De muziek die wij maken is gevoed door alles wat we tot nu geluisterd hebben/ kennen en zal dus over de jaren alleen maar meer worden. We houden alle drie van avontuurlijk muziek die zowel uit de elektronische hoek als uit de ambient, alternative, traditionele muziek als nieuw klassiek kan komen. Voor The New Lady Llama hebben we ons meer op de composities gericht dan ooit. Het idee dat je vooral ook wil laten zien hoe goed je kunt spelen of hoe schijnbaar gemakkelijk je met moeilijke overgangen binnen een compositie overweg kunt, dat hebben we achter ons gelaten. Doordat we nu al zoveel jaren muziek maken weten we echt wel wat bij ons werkt en hoe goed we (samen) kunnen spelen.’
‘Voor dit album hebben we eigenlijk voor een soberder muzikaal pad gekozen waarbij het echt om de composities gaat. En dat leverde een vrij album op dat ons als toegankelijk in de oren klinkt. En hoewel we soms te horen krijgen dat onze muziek moeilijk is of moeilijk te doorgronden weten we alle drie dat we met Steiger niet anders kunnen werken als hoe we dat al jaren doen. Daarnaast horen we van diezelfde mensen die onze muziek in eerste instantie iets ondoorgrondelijk vonden hebben, dat ze die met meerdere luisterbeurten, of als ze ons live hebben gezien, juist in het hart gesloten hebben. We weten dat onze composities geen hapklare brokken zijn, dat deze zich pas met meerdere luisterbeurten openbaren, maar is dat ook tegelijkertijd niet de muziek die je het langst bijblijft, het langst in je hoofd blijft hangen?’
‘We worden gevraagd waarin onze muziek qua genre onder te verdelen is, maar wij zijn daar helemaal niet mee bezig, zijn ook wars van vergelijkingen eigenlijk’, zo vertelt Vandecaveye-Pinoy verder. ‘We zijn allee drie afkomstig uit de jazz, hebben daar onze opleidingen in gehad en hebben ook alle drie nog behoorlijk wat zijprojecten waarin jazz de basis is, maar met Steiger laten we ons gaan op de spontaniteit die ontstaat als we samen komen en samen gaan schrijven. Natuurlijk is die dan beïnvloed door datgene wat je de periode voor dat samenkomen hebt beluisterd. En wij luisteren alle drie naar muziek waarbij genregrenzen vervagen. We hebben alle drie een uitbundige muzieksmaak die alle kanten opschiet. Ooit hebben we onbesproken besloten om muziek te maken die nieuw en verfrissend moest gaan klinken. Dat het geen enkele zin had om te vervallen in herhaling van wat al muzikaal gedaan is. Wij hebben de vrijheid van jazz opgepikt om vervolgens langs de grenzen van wat we reeds als jazz kennen te zoeken naar waar onze muzikale wereld ligt. Ik ben/wij zijn er heel trots op dat we met elk album die in ontdekkingstocht steeds weer opnieuw een stukje verder komen.’