Oasis – Knebworth 1996
Als Oasis in de lente van 1994 debuutsingle Supersonic uitbrengt gaat het heel snel met de band. Ondanks dat het een prima middenmoter in de charts blijkt te zijn, begint het vuurtje steeds harder te branden. Zo hard zelfs dat hun debuutplaat direct na de release op die felbegeerde toppositie terecht komt, en in de eerste week al meer dan 100.00 keer over de toonbank heen gaat. Definitely Maybe is brutaal jongensachtig met de energie van de punk die Noel Gallagher in zijn door Johnny Marr (The Smiths) beïnvloede gitaarspel legt. Zijn broer Liam heeft dezelfde nonchalante houding als de boegbeelden van de Madchester scene, en buit dit door goed uitgekiend gebruik van zijn ego volledig uit. Definitely Maybe is pure rock & roll, gevormd in pakkende catchy popliedjes met het buitensporige van de jaren zeventig glamrock. Bijna perfect…
Dat punt van perfectionisme wordt vervolgens met (What’s The Story) Morning Glory? bereikt. De rol van Noel is hierop nog groter, en zijn voorliefde voor The Beatles straalt van de plaat af. Het accent ligt veel meer op de sixties, het geluid is rustiger en onder controle. De stevige gitaarexplosies zijn veelal door een sober intiemer akoestisch geluid vervangen, met hier en daar wat klassieke strijkers. Het meest opvallende echter is dat Noel zich steeds meer met de zang bezighoudt.
En daar begint het al wat te schuren en te scheuren. Liam deelt zijn sterrenstatus nu met zijn broer, en is duidelijk not amused. De door de pers breed uitgemeten Blur vete doet de verstandhouding in het popklimaat ook weinig goeds, zeker niet als deze agressieve houding door het buitensporig consumeren van drugs versterkt wordt. En het publiek? Het publiek geniet ervan. Vergeet niet dat Oasis in die periode echt wel de grootse Britse band (sorry Blur), en hofleverancier van geniale kop en staart songs is.
En dan breekt het weekend van 10 en 11 augustus 1996 aan. De band speelt voor 250 duizend toeschouwers op het Knebworth Festival. Een memorabel concert welke door de critici tot een, dan wel, het beste optreden van de vorige eeuw uitgeroepen wordt. Het is tevens de vooravond van het grote verval. De relatie tussen de twee bloedbroeders is dan zodanig verziekt, dat ze met regelmaat niet meer samen op het podium te vinden zijn. De ruzies breiden zich steeds verder uit, en ook de publiekelijke houding is er eentje van minachting en door verslavingen versterkte grootheidswanen. Het niveau van dat bewuste weekend in augustus 1996 halen ze nooit meer, en opvolger Be Here Now verkoopt nog waanzinnig, echte klassiekers zijn daarop niet meer te vinden.
Maar wat maakt Knebworth 1996 nou zo geweldig? Eigenlijk alles! Het dolenthousiaste publiek, waardoor het als een ware thuiswedstrijd aanvoelt. De straatschoffie vechtershouding van een behoorlijk op dreef zijnde Liam Gallagher en het uitmuntende livespel van zijn broer Noel. Natuurlijk verkeren drummer Alan White, bassist Paul “Guigsy” McGuigan en tweede gitarist Paul “Bonehead” Arthurs ook in topvorm, maar de aandacht gaat (terecht) naar de broertjes Gallagher uit.
De film begint met de herkenbare spanning of het de overenthousiaste fans lukt om aan concerttickets te komen. Bellen, opnieuw proberen, de voelbare frustratie dat vrienden wel kaartjes hebben. De opgeklopte waanzin dat Oasis zichzelf populairder dan God neerzet, de relaxte houding van de bandleden tijdens de voorbereiding van de gig. De zichtbare spanning op de gezichten van de bandleden tijdens de helikoptervlucht naar het festivalterrein, en dan is het wachten tot het moment dat ze zichzelf daadwerkelijk overtreffen; de aftrap van het Knebworth concert.
En uiteraard verkeren ze in topvorm, niks staat die nonchalante egotrippende houding nog in de weg. En zo hoort het ook, we hebben het hier wel over fucking Oasis. Het Oasis verhaal start met de eerste door Noel Gallagher geschreven song Columbia, dus de show begint begrijpelijk ook met deze zwaar psychedelische druggy track en overtreft met dit strak geoliede gezelschap direct al alle gedroomde verwachtingen. Ze onderstrepen die schijt aan de wereld houding door hier vervolgens Acquiesce de B-kant van Some Might Say achter te droppen. Het publiek gaat helemaal los, misschien juist wel door deze gedurfde keuze. Het is ook lastig als je in zo’n creatieve hoogwaardige periode verkeert om onderscheid tussen de nummers te maken, ze bezitten allemaal dat toch al niet misselijke topniveau. Het prachtig georkestreerde Cast No Shadow hoort in het rijtje tussen Whatever en Wonderwall thuis. Geschreven voor Richard Ashcroft van The Verve, en het bewijst dat Oasis niet met alle collega’s op oorlogsgebied leeft. Een prachtig, veelzeggend eerbetoon.
Het donkere Supersonic is een van mijn persoonlijke favorieten en het is geduldig tot het moment afwachten dat Noel zijn gitaar aangenaam heerlijk laat gillen. Dan weet je gewoon dat een memorabele avond als deze niet meer stuk gaat. De filmvolgorde wijkt overigens van de later te verschijnen cd versie af en wordt aangenaam door een andere Definitely Maybe klassieker, Cigarettes & Alcohol vervolgd. Later passeert het venijnig nasaal gezongen Live Forever hoogtepunt, met op de achtergrond een immense foto van John Lennon. Je mag dan wel beweren dat je groter dan God bent, maar deze held staat nog een trede hoger dan Oasis. Een veelzeggend beeld van Liam en Noel die zich van het publiek afwenden en zichtbaar hun idool aanbidden. Tot zover het verslag van de eerste geslaagde avond op zaterdag 10 augustus 1996. Vervolgens begint het hevig te regenen…..
Gelukkig begint de tweede dag als de fans arriveren droog en belooft het weer zo’n geweldige avond te worden. Het publiek is nog uitbundiger dan op de eerste dag, maar de chaos blijft tot rondvliegend toiletpapier beperkt. Noel is zich ervan bewust dat ze geschiedenis schrijven en deelt dit feit voor aanvang van het concert nog eventjes publiekelijk. We horen een bevlogen met giftig wah-wah gitaarspel rockende Hello, een hemel doorbrekende Some Might Say en het rock & roll lijflied Roll With It. De broers zijn zichtbaar meer onder invloed van drugs dan de eerste avond, maar daar leidt de show verder niet onder, het heeft zelfs een positieve werking op het speelplezier.
Slide Away, Morning Glory en Round Are Way, het zijn allemaal publieksfavorieten. Je kan Oasis in deze tijd gewoon niet op mindere nummers betrappen. Het zogenoemde restmateriaal verschijnt vervolgens op de The Masterplan verzamelaar, en verkoopt ook nog gigantisch goed. Don’t Look Back in Anger is weer een Noel momentje, die zich er duidelijk van bewust is dat hij zijn losbandige overschreeuwende broer overstijgt. Hier is het evenwicht er nog, maar de aftakeling zal helaas snel volgen. Het autobiografische verslag van het rock & roll leven met zijn ups and downs. Zijn ultieme moment is echter de emotioneel rakende uitvoering van The Masterplan hier schitterend door de mondharmonica van Mark Feltham ingeleidt.
Liam wijst broederlief vervolgens nogmaals op zijn plek door die voortreffelijke uitvoering van Champagne Supernova met de van The Stone Roses afkomstige gitarist John Squire als meesterlijk ondersteunende in bloedvorm verkerende gastmuzikant. Voor mij verreweg de beste song die ze ooit gemaakt hebben. John Squire siert ook mede de The Beatles klassieker I Am The Walrus op. Och ze treden hiermee eventjes uit de schaduw van hun muzikale helden. Jammer dan voor al die tribute coverbandjes, maar zo zet je dus een voortreffelijke uitvoering neer. Verplicht studiemateriaal. Liam smijt weer rebels die microfoonstandaard op de grond, en duikt met een confronterende houding het publiek in om daar goedlachs het contact op te zoeken. De Wonderwall toegift is wereldwijd waarschijnlijk wel het meest bekende Oasis nummer, in de Britse charts haalt deze dus onbegrijpelijk niet die eerste plek positie. Dit is Oasis zonder de opgepoetste rock & roll glamour, puur in zijn eenvoud, groots in de uitwerking van Liam Gallagher, zijn ultieme moment.
Een klein puntje van kritiek. Als men de voorbereidende periode inkorten is er ruimte voor volledige uitvoeringen van de gespeelde tracks. Al heeft het ook wel iets om die sfeer van die bewuste concertreeks te proeven. Het angstzweet van de wanhopige fans die met gestrande auto’s hun droomweekend zien stranden, het platgelopen festivalgras, het moment dat Oasis het podium betreedt. Dit alles draagt aan die fantastische beleving mee. Oasis – Knebworth 1996 draait 23 en 26 september in de bioscoop. Probeer snel nog kaartjes te bemachtigen, want dit moet je op een groot scherm met een goede muziekinstallatie live ervaren. De albumversie verschijnt op 19 november.